Afhankelijkheid van de abdij van Averbode, na schenking door Arnold V, graaf van Loon, in 1304. De oorspronkelijke, romaanse kerk werd in de 14de eeuw vervangen door een éénbeukige, gotische kerk; in de 15de eeuw wordt deze kerk vergroot. In 1889 wordt de kerk met twee zijbeuken vergroot naar ontwerp van architect J. Helleputte. De kerk is gelegen op een lichte verhoging, temidden van het als parkeerplaats ingerichte dorpsplein; van het omringende kerkhof bleef slechts een klein gedeelte met enkele graven bewaard.
De plattegrond beschrijft een vierkante westtoren (onderste gedeelte 14de-eeuws, bovenste 16de-eeuws), geflankeerd door een noordelijk traptorentje, een driebeukig schip van vier traveeën, de zijbeuken uitlopend op een kapel en het portaal aan de westzijde (19de eeuw), een koor van een rechte travee met driezijdige sluiting (tweede helft 15de eeuw) en een noordelijke sacristie (19de eeuw). Het geheel is opgetrokken uit mergelsteen.
Toren van drie geledingen op een hoge plint met afzaat; onderbouw en sokkel van ijzerzandsteen; de eerste twee geledingen zijn vrij massief, de spitsboogvensters zijn wellicht recentere toevoegingen; twee gekoppelde galmgaten in een verdiept spitsboogvormig muurvlak in elke wand der bovenste geleding; ingesnoerde naaldspits (leien).
Middenbeuk onder zadeldak (leien); de neogotische zijbeuken zijn als afzonderlijk opgevatte gedeelten afgedekt met zadeldak (leien, evenwijdig aan de middenbeuk).
Ten noorden, kapel van een rechte travee met driezijdige sluiting, ten zuiden rechthoekig portaal onder lessenaarsdak. Koor van mergelsteen, op een mergelstenen plint met afzaat; overhoekse steunberen met vier versnijdingen; afgeschuinde waterlijst onder de vensters; geprofileerde spitsboogvensters met maaswerk en afzaat.
Neogotische sacristie van mergelsteen, onder zadeldak.
Toren: op begane grond overdekt met kruisribgewelf. Overwelving door middel van houten tongewelven met bewerkte ribben en spanten, laatstgenoemde rustend op kraagstenen; spitsboogvormige triomfboog tussen koor en middenbeuk; de zuilen en spitsboogarcaden met tenietlopende profielen dateren van de vergroting van de kerk (1889).
Barokke preekstoel, eik, gedateerd 1699, afkomstig uit het augustijnerklooster van Hasselt; twee biechtstoelen, eik, Lodewijk XVI (18de eeuw); orgelkast, afkomstig uit het kruisherenklooster van Diest (18de eeuw); gotische doopvont van kalksteen (midden 16de eeuw).
Grafstenen van de familie de Villefagne (tweede helft 18de eeuw) in het koor; tegen de buitengevel van het koor, grafsteen gedateerd 1442, Calvarie voorstellend.
Op het kerkhof, grafkelder van de familie de Villefagne.
DE DIJN C.G., Monumentenroutes 1975, in Kunst en Oudheden in Limburg, Hasselt, 1975, pagina 46.
DEPREZ A. - ROGIERS J., Dorpsmonografie van de gemeente Zolder, gestencileerde uitgave, Kuringen, s.d.
GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Beringen, Brussel, 1977, pagina 44.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)