Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de rentenier C. Sluyts-Nagels, naar een ontwerp door de architect Ernest Stordiau uit 1884.
Het gebouw behoort tot het vroege oeuvre van Ernest Stordiau, wiens carrière tijdens de latere jaren 1870 van start was gegaan. Als beginnend architect bediende hij zich van het destijds conventionele neoclassicisme zoals hier, of van de second empire zoals de dokterswoning Caeymaex uit 1883 in de Sint-Thomasstraat. Vanaf de tweede helft van de jaren 1880 onderscheidde Stordiau zich met burgerhuizen in een geheel eigen, op de Florentijnse vroegrenaissance geïnspireerde bouwstijl, waarvan het hotel Frédéric Belpaire uit 1887 aan de Sint-Jansvliet een representatief voorbeeld is. De architect drukte omstreeks de eeuwwisseling met talrijke realisaties een belangrijk stempel op de wijk Zurenborg, en speelde een vernieuwende rol binnen de Antwerpse art nouveau. In zijn behoudende late werk uit het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog, liet hij zich vooral inspireren door de Franse Lodewijk XIV-stijl en het classicisme.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een mansardedak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een hoge, bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een gebogen fronton op diamantkoppen en guttae, en een balkon met consoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met geprofileerde dagkanten en onderdorpels. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; de oorspronkelijk rondbogige dakkapel met voluten, waterlijst en sluitsteen, is met de flankerende oeils-de-boeuf verwijderd. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met de metalen jaloeziekapjes zijn bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies en de gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1884#1297.