Burgerhuis, volgens kadastergegevens opgetrokken in 1933.

Historiek

Bij de aanleg van de Parklaan in 1892-1893 werden de percelen aan de Fortlaan en het noordelijk deel van de Parklaan samen verkaveld. Op de hoek van beide boulevards kocht de Gentse fabrikant/handelaar Victor Loontjens (Burgstraat 26) een erg ruim perceel bestaande uit lot 24 (Fortlaan), lot 25 (groot hoekperceel) en lot 26 (Parklaan). Hij liet er aan de zijde van de Fortlaan een burgerhuis bouwen met een indrukwekkende tuin of lusthof op de straathoek en aan de Parklaan. Het was het eerste pand dat werd opgericht aan de pas verkavelde Parklaan. De bouwaanvraag beschreef het burgerhuis als "een gesticht met lusthof" bekend onder de naam "Trocadero".

In 1933 sloopte men het lusthof Trocadero en werd het vrijgekomen perceel verkaveld in zes loten (in 1934 aangepast naar vijf loten). Op het ruime hoekperceel werden tussen 1933 en 1937 vijf modernistische woonhuizen opgetrokken, waaronder dit burgerhuis uit 1933.

Beschrijving

Modernistisch rijhuis met enkelhuisopstand van twee traveeën en vier (oorspronkelijk drie) bouwlagen onder mansardedak (oorspronkelijk plat dak), volgens kadaster gebouwd in 1933. De gevel is opgebouwd uit een brede linkertravee met driezijdige erkeruitbouw en een smallere rechtertravee met verdiepte portiek onder een eenvoudige kroonlijst in kunststof. Het gevelparement in rode baksteen wordt verlevendigd door een lage hardstenen plint en wit beschilderde betonnen banden met horizontaliserende werking. De verdiepte portiek met afgeschuinde dagkanten wordt door betonnen elementen onderverdeeld in een deur, flankerend venster en langwerpig bovenlicht. De deur heeft een groot deurvenster met decoratief smeedwerk. De venster en het bovenlicht hebben decoratieve dievenijzers. Links van de deur is een voetschraper bewaard. De begane grond is verder voorzien van twee gekoppelde rechthoekige vensters boven hardstenen dorpels. De eerste verdieping wordt bepaald door een driezijdige erkeruitbouw in beton met bakstenen parement op de borstwering en een subtiel uitkragende kroonlijst, identiek schrijnwerk als op de begane grond. Het venster boven de deur heeft ook gelijkaardig schrijnwerk boven een hardstenen dorpel en met omlijsting in baksteen onder een betonnen linteel. De voormalige zolderverdieping onder de kroonlijst is volledig uitgewerkt in beton met horizontale banden en voorzien van een strook met drie bandvensters. In het dak werd recent een extra mansardeverdieping toegevoegd met leien, voorzien van een overdekt dakterras en een dakvenster. Alle schrijnwerk is bewaard en bestaat uit gevernist houten ramen met vaste bovenlichten met kleine roedeverdeling. Op de zolderverdieping betreffen het kleine ramen zonder bovenlicht. Recent werd een mansardeverdieping toegevoegd op het plat dak. De oorspronkelijke situatie is gedocumenteerd door een foto van 1978.