erfgoedobject

Schravenhoeve

bouwkundig element
ID
306884
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306884

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Schravenhoeve
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

De Grote Schravenhoeve, vandaag een hoeve met gesloten opstelling, klimt vermoedelijk op tot de 17de of 18de eeuw.

Historiek

“De Schraeve Hoeve”, op de wandkaart van het Hertogdom Aarschot (1759-1775) op deze manier benoemd, dateert vermoedelijk uit de 17de of 18de eeuw en heeft mogelijk een oudere kern. De hoeve is al te zien op de prekadastrale kaart van het Album de Croÿ (omstreeks 1600). Op deze kaart bestaat de hoeve uit drie delen: een groot langshuis met poortdoorgang onder zadeldak met aandaken en twee kleinere bijgebouwen onder zadeldak. Op de tiendkaart van Rotselaar uit 1659 (kaartboek van Averbode) wordt de hoeve benoemd als “Groote hoeve van Scraven Hoven”. De hoeve is er afgebeeld als een volwaardige vierkantshoeve met poortgebouw. De hoeve lijkt opgebouwd in traditionele bak- en zandsteenstijl. Op de wandkaart van Aarschot (1759-1775) is de hoeve weergeven met een hoofdgebouw in het westen en een L-vormig gebouw in het oosten. Het westelijke gedeelte van het woonhuis wordt weergeven als een toren. Ook op de Villaretkaart (1745-1748) en de Ferrariskaart (1771-1778) vinden we deze L-vormige constellatie met losstaand gebouw in het westen terug, alleen is de hoeve bij de eerste kaart volledig omgracht waarbij het westelijk gebouw bijna buiten de gracht wordt ingeplant. Op het primitief kadaster (omstreeks 1815) bestaat de hoeve uit twee parallelle delen: de zuidelijke vleugel en het noordelijke woonhuis. Er zijn geen mutaties in de 19de en vroege 20ste eeuw behalve de bouw van een stal in het zuidoosten in 1889. De eigenaar was toen Demoor Fransisca, rentenierster. Van Bisschop kocht het pand in 1928. Het pand wordt zo ook “huis Van Bisschop” genoemd. Het poortgebouw werd niet gekadastreerd in 1815 noch in 1889 en is vandaag nog steeds niet gekadastreerd. Op de kaarten van het MGI verschijnt het poortgebouw pas op de kaart van 1936/1941 en nog niet op deze van 1864 en 1896/1897. Maar deze oudere kaarten waren echter gebaseerd op het gereduceerd kadaster (1848). Qua stijl en materiaalgebruik zou het poortgebouw eerder in de 19de eeuw kunnen geplaatst worden.

De zuidelijke vleugel van de hoeve brandde af in de Eerste Wereldoorlog en werd nadien niet heropgebouwd maar wel hergebruikt als garage.

Vandaag is de hoeve uitgegroeid tot een gesloten geheel.

Beschrijving

De hoeve is gelegen op de Kwellenberg, op een iets hoger gelegen perceel ten oosten van de Leibeek met toegang tot zowel het akkerland als de lager gelegen broeken. Het domein bestaat uit een nat gebied ten zuiden en ten westen van de hoeve langs de Leibeek. Ten zuiden van de hoeve zijn er historische afwateringskanaaltjes (al weergeven op de Ferrariskaart) en een grote historische (vis)vijver ten zuidwesten van de hoeve (al weergegeven op de wandkaart van Aarschot).

Het hoevecomplex bestaat uit gebouwen in een U-vormige opstelling rondom een gekasseide binnenplaats. De boerenwoning, bestaande uit twee aaneensluitende delen uit de 17de of 18de eeuw, is gelegen aan noordzijde van het erf. Het poortgebouw, vermoedelijk uit de 19de eeuw ligt in het oosten, met de toegangsweg vanaf de Astridstraat. In het zuiden ligt de zogenaamde “conciërgewoning” onder steil zadeldak daterend uit de 17de of 18de eeuw. De originele functie van dit gebouw is niet gekend. Tegen de conciërgewoning lag in het westen de afgebrande zuidvleugel, die werd omgevormd tot garages na 1918. Ten zuidoosten van de conciërgewoning ligt een stal daterend uit 1889.

De koer wordt in het westen afgesloten van de meer westelijk gelegen tuin door een kleine poort tussen twee pijlers met hardstenen bekroning. Ten zuiden sluit een hondenhok het erf af.

Het gehele complex bestaat uit witgeschilderde verankerde bakstenen gebouwen onder leien bedaking, met doorgaans rechthoekige muuropeningen met grijs geschilderde omlijstingen die in regelmatige traveeën zijn geplaatst. Onversierde gevels, met uitzondering van het poortgebouw dat een neoclassicistische uitwerking kreeg, zowel aan de straat- als aan de erfgevel.

Aan de straatzijde is de oprit afgesloten door een smeedijzeren hek tussen twee hekpijlers met stootstenen. De pijlers zijn bepleisterd met banden in hardsteen en worden bekroond door een hardstenen kapiteel.

Het neoclassicistische poortgebouw bestaat uit vijf traveeën en twee bouwlagen onder kunstleien zadeldak. Centraal in de overigens blinde straatgevel bevindt zich een rondboogpoort met imposten en sluitsteen, gevat in een sobere, geschilderde entablementomlijsting. De houten poort met sluitwerk is vermoedelijk authentiek. Aan de erfzijde van het poortgebouw is de poortopening rechthoekig. De zijdelingse traveeën zijn op het gelijkvloers gemarkeerd door een rondboogarcade op pilasters, met hardstenen kapitelen. In de eerste travee zit een deur onder houten latei, in de tweede travee een klein stalvenster, in de vierde travee een rechthoekig venster en in de vijfde travee een klein venster. Op de verdieping zitten er rechthoekige vensters, waarvan twee blind en twee beluikt. In de poortdoorgang is een deuropening met toegang tot de zuidzijde gelegen.

Aansluitend bij het poortgebouw in het zuiden is er de “conciërgewoning”, een kort volume onder een steil dak tussen zijtuitgevels met aandaken. In de noordgevel is er een deur onder houten latei met toegang tot het erf. In de tuitgevel is één kleine zolderopening onder houten latei aanwezig.

Rechts aansluitend bij de conciërgewoning is er in het westen het oude afgebrande schuurvolume dat na de Eerste Wereldoorlog werd omgevormd tot garage. Het is een eenvoudig wit geschilderd volume van één bouwlaag onder golfplaten bedaking.

De boerenwoning die de noordelijke vleugel van het hoevecomplex vormt, bestaat uit twee delen. Het meest westelijke gedeelte op vierkante plattegrond is op de wandkaart (1759-1775) aangegeven als toren. Dit deel bestaat uit twee bouwlagen en twee op drie traveeën onder een half schilddak. In zuid- en noordgevel is een toegangsdeur met rechthoekige hardstenen omlijsting. Aan de noordzijde heeft de toegangsdeur een rechthoekig bovenlicht, aan de zuidzijde wordt de toegangsdeur bereikt door een trapje van drie treden. De hoge vensters in deze gevels hebben lateien en lekdrempels in grijs beschilderde hardsteen. De vensters op het gelijkvloers zijn beluikt. Aan de westelijke zijgevel zijn er overblijfselen van rondbogige ontlastingsbogen en dubbele ontlastingsbogen van vermoedelijke kruiskozijnen op de verdieping bewaard. De vensters zijn dichtgemaakt. Deze sporen wijzen op een oudere oorsprong, die mogelijk teruggaat tot de 17de eeuw. In de hoek van de noordwestzijde zijn er bovendien gewitte hoekkettingen aanwezig. Onder de daken zijn de steigergaten nog aanwezig (dichtgemaakt). Het oostelijk gedeelte van het woonhuis, gelegen tussen het vroegere torenvormige volume en het poortgebouw, bestaat uit vijf traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Aan de erfzijde is een deur in een vlakke hardstenen omlijsting aanwezig in de centrale derde travee. De twee westelijke traveeën bevatten hoge vensters, in de twee oostelijke traveeën is er eerst een klein venster met erboven een hoog venster, vervolgens een klein venster met eronder een rondboogdeur.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Leggers Rotselaar, Afdeling I (Rotselaar), artikel 1183 en 3091.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Rotselaar, Afdeling I (Rotselaar), 1889/31.
  • K.U. Leuven, Arenbergarchief, nr. 2416, Album de Croÿ: Baronie de Rotselaar, prekadastrale kaart “Quellenberch” (f°25r).
  • Rijksarchief, Abdij van Averbode, nr. 5009, Kaartboek van de Abdij van Averbode: “de tiende van Averbode tot Rotselaer”.
  • MINNEN B. 1985: Hertog, heer en hereboer. Een oorkonde in het ‘Spechtboek’ van hertog Jan I aan de erfdrossaard van Brabant (12 september 1293’), De Brabantse folklore 247, 210-230.
  • MINNEN B. 1985: Hertog, heer en hereboer. Een oorkonde in het ‘Spechtboek’ van hertog Jan I aan de erfdrossaard van Brabant (12 september 1293’), De Brabantse folklore 248, 298-327.
  • TECHNUM. 2008: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan: Zonevreemd Wonen, Gemeente Rotselaar en Provincie Vlaams Brabant, Toelichtingsnota 113-118.
  • VAN ERMEN E. 1998: De wandkaarten van het Hertogdom Aarschot 1759-1775, Baronie van Rotselaar.

Auteurs: Van de Sijpe, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schravenhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306884 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Rotselaar

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.