is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadhuis van Landen
Deze vaststelling is geldig sinds
Statig complex van stadhuis, gerechtsgebouw en gemeentelijke jongens- en meisjesschool van Landen, opgetrokken in neo-Vlaamserenaissance-stijl naar een ontwerp van 1882 van architect Emile Demany. In 1895 werd het gebouw met één bouwlaag verhoogd in aansluitende stijl naar ontwerp van architect A. Limage.
Het stadhuis van Landen en de Stationsstraat dateren beide uit de tweede helft van de 19de eeuw. Daarvoor, zelfs al in de 16de eeuw, werd het bestaande schuttershuis van de Sint-Joris- en Sint-Sebastiaangilde op de hoek van de oorspronkelijke Markt en Attenhovenstraat gebruikt als gemeentehuis. In 1762 werd ter hoogte van de Kerkstraat 26 een nieuw stadhuis gebouwd, waarbij het oude schuttershuis verdween. Tegen 1845 was dit stadhuis in slechte staat en omdat men ook op zoek was naar een grotere gemeenteschool, kwam de gemeenteraad tot het besluit om een nieuw gebouw te realiseren met een gecombineerde functie: gemeentehuis, gerecht en een lagere jongens- en meisjesschool. Drie jaar later, in 1848, werd er een subsidieaanvraag ingediend voor de bouw van een schoolzaal met woningen voor de onderwijzers, zaal voor de gemeenteraad en een vredegerecht. In 1849 werd het oude gemeentehuis in de Kerkstraat gesloopt en in 1871 begon men met de aanleg van de Stationsstraat.
De werkzaamheden voor het stadhuis gingen pas van start in 1882 onder leiding van de Luikse architect Emile Demany. Er werd een U-vormig complex van drie vleugels gebouwd. Aan straatzijde, in de lange, westelijke vleugel werden in de centrale traveeën het stadhuis en een vredegerecht met vergaderzaal ondergebracht. Deze vleugel werd geflankeerd door twee identieke, korte dwarsvleugels met een huis met tuin voor een hoofdonderwijzer (zuidwestelijke hoek) en een hoofdonderwijzeres (noordwestelijke hoek). Aansluitend bij deze woningen, bevond zich telkens een schoolvleugel, een voor jongens in de zuidvleugel en een voor meisjes in de noordvleugel. In 1895 werd de westvleugel verhoogd met een bijkomende bouwlaag, ditmaal volgens het ontwerp van de Luikse architect A. Limage. Hierdoor kon het gemeentehuis uitgebreid worden.
In 1967 werd de onderwijsfunctie opgeheven en werden de klaslokalen ingericht als administratieruimtes voor het gemeentehuis. Veertien jaar later werden ook de woningen en het gerecht tot administratieve gebouwen omgevormd. In 1990 werd een renovatie van het 19de-eeuwse stadhuis uitgevoerd waarbij de gevel werd gezandstraald en het vensterschrijnwerk vervangen door pvc. In 1997 was er een sloop van de klaslokalen en de helft van de voormalige onderwijzerswoningen, waardoor enkel de westvleugel en de westelijke helften van de noord- en zuidvleugels bewaard bleven. Een L-vormige aanbouw aan de noordoostelijke hoek werd opgetrokken naar het ontwerp van Architectenbureau Groep PSK. De eerstesteenlegging vond plaats op 19 december 1997. Het vredegerecht verhuisde in 2004 even verderop naar de Villa Vandeweyer op de watermolenbrouwerijcomplex Rufferdinge. Op dit moment staat het oorspronkelijke stadhuis gedeeltelijk leeg en wordt het deels gebruikt door de muziekacademie, terwijl de administratieve diensten van het stadhuis hoofdzakelijk in de laat-20ste-eeuwse aanbouw gehuisvest zijn.
Statig bakstenen gebouw van twee bouwlagen onder een gecombineerde rode pannen bedaking. Symmetrisch opgebouwde straatvleugel met een hoofdgebouw (stadhuis en vredegerecht) van zes traveeën, aan weerszijden geflankeerd door twee identieke dwarsvleugels met de onderwijzerswoningen van telkens twee op drie traveeën. Het gebouw heeft bakstenen lijstgevels op hardstenen plint met bossagewerk en keldergaten. De geprofileerde houten kroonlijsten staan aan straatzijde op klossen. Drukke versiering in blauwe hardsteen, met muurbanden, druiplijsten en diamantkoppen in verschillende afmetingen.
In het hoofdgebouw zijn de zes traveeën benadrukt door smalle pilasters, versierd met hardstenen diamantkoppen. Segmentbogige gevelopeningen, regelmatig in de traveeën geplaatst, en voorzien van doorgetrokken hardstenen lekdrempels en rollagen in natuursteen met hardstenen sluit- en hoekstenen. De nadruk ligt op de twee centrale traveeën van het hoofdgebouw door een bekroning met een breed driehoekig fronton, doorbroken door een verhoogd gebogen fronton in hardsteen, met bekronend bolornament. Het wapenschild van de stad staat centraal in het fronton. De zijdelingse toegangstraveeën van het hoofdgebouw zijn risaliterend uitgewerkt en bekroond door hoge afgeknotte leien tentdaken met omlopende smeedijzeren balustrades. De toegangsdeuren zijn gevat in zware hardstenen segmentbogige omlijstingen. Het schrijnwerk werd integraal vervangen door pvc. Twee gedenkstenen herdenken twee Landense gefusilleerden en veertien gesneuvelde soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog. De sobere, nog zichtbare binnenkoergevel van het straatvolume heeft een beige gevelpleister en segmentbogige vensters.
De dwarsvleugels, waarin oorspronkelijk de onderwijzerswoningen waren ondergebracht, tellen twee op drie traveeën. In de straatgevels zijn de deurtraveeën met een getrapt dakvenster geaccentueerd, de zijdelingse venstertraveeën worden afgelijnd door een kroonlijst.
De zijgevels van de woningen zijn identiek en combineren eveneens een getrapt afgewerkte travee met een kroonlijst. Bovenaan in de trapgevel bevindt zich een venster onder hardstenen latei. De drie traveeën worden op het gelijkvloers en de eerste verdieping geopend door vensters met hardstenen tussendorpel. De segmentbogen worden gevormd door een rollaag en natuurstenen sluit- en hoekstenen. De hardstenen lekdrempels van de voorgevel van het stadhuis worden doorgetrokken. Elke travee is duidelijk afleesbaar door de sierankers. In de centrale travee bevinden zich twee keldergaten met traliewerk. De achtergevels van beide dwarsvleugels verschillen grondig van elkaar sinds de verbouwingen in 1997. Aan de oostgevel van de zuidvleugel van het straatvolume is bij verbouwingswerken in 1997 een eenlagige bakstenen aanbouw onder een half schilddak toegevoegd. De gevel is aan de binnenkoer bekleed met een beige gevelpleister. Aan de noordoostelijke hoek is in 1997 een nieuw volume in een lichtere baksteen, van tien traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak toegevoegd, als nieuw administratief centrum voor de stadsdiensten. Aan de binnenkoergevel maakt deze aanbouw een connectie met het historische gebouw door middel van een glazen constructie in de noordoostelijke hoek. Het volume heeft een uitbreiding met plat dak tot een L-vormig volume aan de binnenkoer.
Auteurs: Dirix, Evelien; Cornelissen, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Landen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadhuis van Landen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307093 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.