is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Wederopbouwhoeve
Deze vaststelling is geldig sinds
Gaaf bewaarde wederopbouwhoeve uit de jaren 1920, bestaande uit drie gebouwen in U-opstelling. Hoewel gelegen in de stadsrand van Ieper is de hoeve nog door weides omringd, waardoor de ensemblewaarde van de gebouwen in regionalistische baksteenarchitectuur is bewaard gebleven.
De vooroorlogse hoeve is reeds weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1778). Hierop zijn twee gebouwen afgebeeld in L-opstelling, een groot zuidwest-noordoost georiënteerd volume en een kleiner volume met noordwest-zuidoost oriëntatie. Dezelfde opstelling is afgebeeld op de Atlas der Buurtwegen (1841), maar met een meer nauwkeurige intekening van de gebouwen. Het gebouw met zuidwest-noordoost opstelling heeft aan de achterzijde een uitbouw die ook is weergegeven op de Vandermaelenkaart (1846-1854) en de Poppkaart (circa 1850). De hoeve bleef in deze toestand bewaard tot voor de Eerste Wereldoorlog. Na de verwoesting tijdens de oorlog volgde de heropbouw in de jaren 1920, wellicht in de eerste helft van het decennium. De nieuwe hoeve werd gebouwd ten zuiden van de vooroorlogse hoeve en dichter bij de straat. De kadastrale intekening gebeurde in 1928, toen H.H.J. Dansette de Forceville eigenaar van de hoeve was. In de tweede helft van de 20ste eeuw werd aan de noordzijde van het erf een loods opgetrokken en werd ten oosten van het woonhuis een varkensstal gebouwd. De drie hoevegebouwen uit de jaren 1920 bleven evenwel ongewijzigd.
De wederopbouwhoeve omvat drie bakstenen gebouwen met trekankers en gecementeerde plint, opgesteld rond een erf met gedeeltelijke verharding in kasseien, hergebruikt bouwpuin en abristenen. Aan de zuidzijde staat het woonhuis, aan de westzijde de stal en aan de oostzijde de schuur met het wagenhuis. Regionalistische architectuurvormen zijn de zadeldaken (platte pannen) met onderaan beplankte dakranden op modillons, het fries van baksteenstrekken in de puntgevels en de dakkapellen, en de korfbooglijsten en blinde boogvelden van de deuropeningen, vensters en stalvensters. De witte beschildering van de omlijstingen en de overspanningen van de doorbrekingen is vermoedelijk niet origineel.
Het woonhuis heeft naar traditioneel gebruik een opkamer aan de oostzijde van de dwarsgang. De kelder bevindt zich aan de noordzijde van het woonhuis, zoals aangeduid door het getraliede keldergat aan de linkerzijde van de achtergevel. In de noordwesthoek van het woonhuis bevindt zich de paardenstal met staldeur, stalvenster en verluchtingsroosters. De voorgevel bevat een asymmetrisch geplaatste dakkapel met zoldervenster, vijf vensters waarvan één voor de opkamer, en een voordeur met bovenlicht. In de achtergevel staat de dakkapel met laadopening wel centraal op de dakhelling. Tussen het venster van de opkamer en de paardenstal bevat de achtergevel een achterdeur met bovenlicht, één groot venster en twee kleine vensters met betonnen latei. De zijgevels van het woonhuis bevatten een centraal zoldervenster. De deuren en vensters van het woonhuis bewaren het oorspronkelijke houtwerk (schrijnwerk, venster- en deurluiken).
De zuidelijke puntgevel van de stal fungeert met de niskapel en de beglaasde oculus als een representatieve straatgevel. In de noordelijke puntgevel is alleen een œil-de-bœuf aangebracht. De erfgevel van de stalvleugel bevat afwisselend staldeuren en stalvensters, grotendeels nog met het originele houtwerk. In het baksteenmetselwerk zijn verluchtingsroosters verwerkt. Onder de dakkapel met laadopening bevindt zich een poort met metalen draagbalk. Tegen de noordelijke puntgevel staat een lage aanbouw met wolfsdak (wagenhuis?). De stallen hebben een vlakke betonnen overdekking op metalen draagbalken. De hardstenen scheidingswanden voor het vee zijn nog bewaard.
De schuur heeft aan de erfzijde een gevelhoge schuifpoort en een lage en brede poort onder een metalen draagbalk. Onder de dakrand zijn twee verluchtingsspleten uitgespaard, waaronder oorspronkelijk evenveel deuropeningen. Hiervan is alleen het linker exemplaar bewaard, met beglaasd bovenlicht onder betonnen latei. Het wagenhuis tegen de noordelijke zijgevel wordt overdekt door een wolfsdak (platte pannen).
Auteurs: Debonne, Vincent
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Ieper
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wederopbouwhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307462 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.