Hoeve uit het laatste kwart van de 19de eeuw, gelegen nabij de straat. Losse, lage bestanddelen onder zadeldaken (Vlaamse pannen) met overstekende dakrand op houten modillons, gegroepeerd rondom een met gras begroeid en deels met grint bedekt erf. Een mestvaalt bevindt zich vóór het stalgedeelte van het boerenhuis. Het huis leunt aan bij het langgestrekte type als gevolg van normale uitbreidingen. Een respectievelijk gekasseide en bakstenen stoep zijn gelegen vóór de stal en het woongedeelte. Ten noorden van het boerenhuis ligt een moestuin beschut door een doornhaag. Aan de straatzijde staat een toegangshek met een behouden rechthoekige pijler van baksteen.
Ten noordwesten van het erf: boerenhuis met stal van zes traveeën links + volgens de bouwnaad ouder dubbelhuis van vijf traveeën. Het jaartal 1896 is in uitstekende baksteenkoppen ingewerkt in de rechter zijpuntgevel; doorlopende bedaking (nokrichting loodrecht op de straat). Verankerde donkerrode baksteenbouw. Woongedeelte: rechthoekige muuropeningen onder strekse latei; onderdorpels van zwarte tegels; deurbordes van twee treden. Een Marianisje situeert zich links boven de deur. Kozijnvensters met kruis- en grote roedeverdeling; luiken. Licht verdiepte kozijndeur met eenvoudig bovenlicht. De stal heeft getoogde muuropeningen. Meer gesloten achtergevel met één opkamertravee links. Rechter zijpuntgevel: laag aanbouwsel onder aanleunend lessenaarsdak.
Ten zuidwesten: dwarsschuur (nokrichting loodrecht op het boerenhuis). Stijl- en regelwerk met groenbeschilderde horizontale plankenbeschieting op bakstenen voeting. Rechthoekige schuurpoort met accoladeboogdeurtje in een poorthelft. Verankerde bakstenen zijpuntgevels met radvormig uilengat in de top.
Ten oosten nabij de straat: voormalige hopast (nokrichting loodrecht op het boerenhuis). Bakstenen gebouwtje van één bouwlaag; muurankers ter hoogte van de droogvloer. Afdak en lagere aanbouwsels.
Alleenstaand bakhuis achter het boerenhuis.