Hoeve met losse, bakstenen bestanddelen van één bouwlaag onder gebogen zadeldaken met overstekende dakrand op houten modillons, rondom verhard erf met zuidwestelijke oprit. Vermoedelijk 18de-eeuwse kern, met 19de-eeuwse aanpassingen. Moestuin, vaalt en drenkput respectievelijk ten noorden, oosten en zuiden van erf. Omzomende doornhaag ten noordoosten.
Ten noordwesten, boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type: vier paardestaltraveeën + vier traveeën woonhuis + twee opkamertraveeën + twee koestaltraveeën onder mank, onderbroken zadeldak (mechanische pannen); klimmend dakvenster. Getoogde kelderopening met getralied kozijn onder de opkamer. Sporen van dichtgemetselde getoogde muuropening ter hoogte van eerste travee. Rechthoekige muuropeningen onder rollaag: onder meer beluikte kozijnvensters en -deur (stal-) met verdeeld en getralied bovenlicht en jaartal 1892 (1822 ?) in cartouche op tussendorpel. Behouden bol- en kloosterkozijn (getralied) in achtergevel. Vernieuwde linker zijgevel.
Ten oosten, 19de-eeuwse (?)-stalvleugel onder zadeldak (nok loodrecht op het huis, Vlaamse pannen). Oorspronkelijk getoogde, deels aangepaste muuropeningen.
Ten zuidoosten, dwarsschuur met wagenhuis onder rechts afgewolfd zadeldak (nok parallel aan het huis, golfplaten). Lange gevels: horizontale plankenbeschieting, deels door golfplaten vervangen, op bakstenen stoel, idem voor aanleunende stal onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen). Rechthoekige muuropeningen, onder meer wagenhuispoort met houten hek. Tegen linker zijgevel, lagere stalvleugel onder zadeldak (nok loodrecht in verlengde van schuur): bakstenen stoel; horizontale plankenbeschieting voor lange gevels en zijgeveltop.