Watermolen op de Overslag, die van 1903 tot 1978 als hydraulisch pompstation fungeerde voor het Tongerse drinkwater, afkomstig uit de Daalbron te Lauw.
Het eind 19de-eeuwse molenhuis van twee traveeën en één bouwlaag bevat zijn volledige installatie: een ijzeren middenslagrad met houten schoepen (1903), een kamwiel, dat de beweging van het rad overbrengt naar twee zuigerpomen, die het drinkwater voortstuwen naar het expansievat, waaruit het water via een ondergrondse leiding naar de watertorens gaat. Deze pompinstallatie, daterend van 1903 werd gebouwd door J. Heinrichs, Hodimont-Verviers. Vanaf 1936 begon de electrificatie, met twee electropompen (Ateliers de construction Pepinster d'Ensival). In 1958 werd tussen de eerste twee pompen een nieuwe zuigerpomp geplaatst (BAMAG-MEGUIN A.G. Berlin NW 67, 30-er jaren). In 1957-1958 werden electropompen ACEC geplaatst. Ook het sluiswerk bleef bewaard.
In het verlengde van het molenhuis, een woonhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van VANTHILLO C. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Riemst - Tongeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
De watermolen bevindt zich aan de rand van de stad, in de onmiddellijke omgeving van de 'de Motten'. De molen is gelegen aan 'de Overlag' of 'Aldemoeder', een arm van de Jeker die in het noorden wordt begrensd door de Dijk, in het oosten door de Dirikenlaan, in het zuiden door de aangrenzende percelering en in het westen door de Luikersteenweg.
Archief Onroerend Erfgoed Limburg, DL000302, Dijkweg 116: Motmolen (gebouw waterrad, gebouw pompen, sluiswerk en hekwerk met bijhorende bedieningstuigen, waterrad en keermuren, brug en hekwerk, pompen), inspectieverslag (J. De Schepper, 1982)