Voormalige watermolen op de Berwinne, eigendom van de tiendheer van Moelingen. Op de Ferrariskaart (1771-1777) aangeduid als een L-vormig gebouw, de hoofdvleugel nok loodrecht straat, op de plaats van het huidige gebouw en schuur, met twee kleine dienstgebouwen; in de Atlas der Buurtwegen (1848) uitgebreid met een vleugel aan de noordoostzijde. Huidige ordonnantie: dwarsschuur-molenhuis-woonhuis in de vleugel straat, recentere dienstgebouwen in de haakse vleugels achteraan het erf.
Alleen de schuur rest van het oorspronkelijke gebouw, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog afbrandde; ook het molenwerk werd vernield. De overige gebouwen dateren van de wederopbouw, naar ontwerp van C. François, Luik, aangeduid door een gevelsteen met jaartal 1920.
De wederopbouw gebeurde in neotraditionele stijl: bakstenen gebouwen, voorzien van rechthoekige, gekoppelde vensters, een getoogde vleugeldeur met bovenlicht in hardstenen omlijsting in het woonhuis, en een hardstenen rondboogdeur, waarboven twee laadvensters in het molenhuis. Bakstenen dwarsschuur onder zadeldak, voorzien van de originele bakstenen korfboogpoort met kalkstenen sluitsteen, waarop het jaartal 1744.
- Rijksarchief Brussel, Archief van het Office des Régions dévastées, nummer 10327.
- NIJSSEN J. & VANDENABEELE E., Molenboekje voeren en omliggende , in V.V.V. Voerstreek en Opbouwwerk Voeren, Voeren, 1991, 2de uitgave.