Belangrijke landbouwuitbating opgericht als ontginningshoeve door het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal van Oudenaarde in de eerste helft van de 13e eeuw en voorbeeld van een typisch "einzelhof". In de 19de eeuw onder meer stokerij. Oorspronkelijk vierkant omgrachte hoeve met losse bestanddelen, met doorrit in oostelijk poortgebouw.
Ten oosten, poortgebouw met doorrit en wagenhuis, met verankerde gewitte gevels onder zadeldak. Straatgevel met hooggeplaatste venstertjes; erfgevel met grote poorten en getoogde openingen van het vroegere wagenhuis.
Ten noorden, woonhuis van elf traveeën onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat), minstens opklimmend tot de 18de eeuw. Tot begin 20ste eeuw linker travee in vakwerkbouw; sporen van vlechtingen in linker zijpuntgevel. Verankerde gekalkte erfgevel met deels gedichte en vernieuwde rechthoekige vensters met nieuwe luiken; rechts twee opkamervensters. Rechthoekige deur.
Vroegere smidse met aangebouwde bakoven in noordoosthoek: gewit bakstenen gebouw (gecementeerde erfgevel) van drie traveeën onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) met sporen van vlechtingen in puntgevels, uit de 18de eeuw en ovaalvormige bakoven gestut door afgeschuinde steunberen, onder zadeldakje (pannen) en houten bebording in de puntgevel.
Ten zuiden, gewitte stallen onder zadeldak (pannen) met voormalige overdekte mestvaalt ervoor: opengewerkte bakstenen constructie onder schilddak (pannen).
Ten westen, grote schuur van zeven traveeën met onder meer luchtgaten in zijpuntgevels.
- THOEN E. 1990: Een model voor integratie van historische geografie en ekonomische strukturen in Binnen-Vlaanderen, in Heemkring Scheldeveld, Jaarboek XIX, 21.