erfgoedobject

Laatclassicistisch burgerhuis

bouwkundig element
ID
5106
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5106

Juridische gevolgen

Beschrijving

Laatclassicistisch burgerhuis uit de late 18de of de vroege 19de eeuw, mogelijk met een oudere kern. Henricus D’Ooge-Posseel (Antwerpen, 1824-Antwerpen, 1890), kaarsenmaker en talgsmelter, liet het pand in second-empirestijl verbouwen naar een ontwerp door de architect Henry Redig uit 1870. D'Ooge was in 1851 te Antwerpen gehuwd met Anna Catharina Posseel (Antwerpen, 1827-Antwerpen, 1909), en had zeven kinderen. De werken betroffen het verhogen van de tweede verdieping, het toevoegen van de derde verdieping en het schilddak. In 1881 engageerde D’Ooge-Posseel de architect Ernest Stordiau voor de verbouwing van de begane grond tot een klassieke winkelpui met zijportaal.

De verbouwing D’Ooge-Posseel behoort tot het rijpe oeuvre van Henry Redig, wiens loopbaan omstreeks 1840 van start was gegaan. Na een periode als stadsarchitect van Lier, vestigde Redig zich in 1855 in Antwerpen, waar hij tien jaar later tot de best beklante bouwmeesters van zijn generatie werd gerekend. Tot op hoge leeftijd actief, omvat zijn indrukwekkende productie vele tientallen burger- en herenhuizen in de betere wijken van de stad. Deze werden veelal opgetrokken voor kapitaalkrachtige opdrachtgevers in de geldende neoclassicistische stijl, zoals het hotel Bovie-Van Camp uit 1869 in de Britselei. Het eclecticisme met neobarokke inslag en het polychrome materiaalgebruik van de kunstenaarswoning Arnold Arens uit 1878, betekenden een belangrijke wending in de architectuur van Redig, die twee jaar eerder was ingezet met zijn verdwenen eigen woning aan de Amerikalei.

Rijwoning oorspronkelijk met dubbelhuisopstand van drie traveeën en vier bouwlagen onder een geknikt schilddak (kunstleien, nok loodrecht op de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema van rechthoekige muuropeningen, met de klemtoon op het middenrisaliet. Oorspronkelijk werd dit laatste gemarkeerd door een rechthoekig portaal en aansluitend balkonvenster, beide gevat in een omlijsting met gestrekte waterlijst. Daarbij onderscheidden de zijtraveeën zich door casementen op de borstweringen. Deze laatclassicistische opstand, die nog grosso modo bewaard is op de eerste en tweede verdieping, werd door Redig doorgetrokken in de toegevoegde derde verdieping. Hij voegde een smeedijzeren Frans balkon toe met de initialen "DP" van bouwheer D’Ooge-Posseel, en een markant klassiek hoofdgestel met rozetten in de fries en een houten kroonlijst en tandlijst op uitgelengde, gekoppelde voluutconsoles met guttae. Dit wordt boven het middenrisaliet onderbroken door een houten dakvenster met voluten, een driehoekig fronton en een Frans balkon met gekoppelde voluutconsoles en een smeedijzeren borstwering. De stucsleutels en ijzeren parapetten zijn sinds de registratie omstreeks 1979 verdwenen, de pui is volledig verbouwd.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1870#389 en 1881#1059.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Laatclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5106 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.