Historische hoeve "Het Goed te Marke", gelegen ten westen van de dorpskern en gelegen op het grondgebied van de voormalige dorpsheerlijkheden van Blommeghem en Marke, die steeds samen verpacht werden.
Vanaf 1665 bewoonde de familie Van Belleghem het hof van Marke en bestuurde de dorpsheerlijkheid Blommegem. Tijdens het ancien régime speelt deze baljuwsfamilie een belangrijke rol in het dagelijkse leven van Marke. Jarenlang leverde zij de dorpsheren en na de Franse revolutie werd Zacharias Van Belleghem de eerste "agent municipal" en in 1801 de eerste "maire" van Marke. Tot 1899 zou telkens een lid van de familie, met uitzondering van een korte onderbreking tussen 1821 en 1830, burgemeester van Marke zijn. In 1899 neemt de familie (de) Bethune, met Emmanuel (de) Bethune, deze functie over.
De oudste vermelding van de hoeve gaat terug tot 1345 wanneer de heerlijkheid vermeld wordt in de oorkonden van de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
De oudste weergave van de hoeve dateert van 1637, in het fonds d'Ennetières. Aangegeven als volledig omwalde hoeve met losse bestanddelen met een lange dreef die het centrum van het dorp en kerk met de hoeve verbindt. De erfingang wordt dan waarschijnlijk al gemarkeerd door een poortgebouw. De site wordt eveneens aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) en de Atlas der Buurtwegen (1843) als volledig omwalde hoeve met losse bestanddelen. Ook nu nog valt de lange dreef op. In 1921 worden de gebouwen zwaar beschadigd door brand. Het woonhuis en de schuur worden vernieuwd. Vermoedelijk bleef de 18de-eeuwse gevel van de stalvleugel behouden alsook het poortgebouw. Na de Tweede Wereldoorlog wordt door verkavelingen het landbouwareaal van de hoeve drastisch teruggedrongen. De hoeve is thans gelegen in een woonbuurt en heeft zelf ook enkel een woonfunctie.
Nu, twee tegenover elkaar geplaatste volumes op L-vormige plattegrond gelegen binnen een deels bewaarde omwalling, aangeduid door wilgen in het noordwesten. Bakstenen bestanddelen gegroepeerd rondom een deels gekasseid erf. De meeste bestanddelen werden na brand van 1921 herbouwd. Het poortgebouw en een deel van de stallingen dateren vermoedelijk uit de 18de eeuw.
Ten oosten van het erf imposant 18de-eeuws poortgebouw. Vermoedelijk in oorsprong vakwerkstructuur en later versteend, zie de houten balk en stijl in de linker zijgevel. Nu, verankerde baksteenbouw onder zadeldak bekleed met Vlaamse pannen. Gewitte straatgevel op gepikte plint. Korfbogige poortdoorgang onder waterlijst; sluitsteen. Ten noorden van het erf, woonhuis met vernieuwd parement van rode baksteen. Dubbelhuis van vijf traveeën. Licht getoogde muuropeningen. Op oude prentbriefkaarten met schijnvoegen gecementeerde lijstgevel. Aansluitende bij het woonhuis langgestrekte stalvleugel met bakhuis vermoedelijk in kern teruggaand tot de 18de eeuw, thans verbouwd tot woonhuis. Voorliggende merkwaardige overdekte mestvaalt onder pannen schilddak. Langsgevels geritmeerd door pijlers waartussen houten hekwerk rustend op bakstenen voeting. Ten zuiden dubbele dwarsschuur van 1921. Bakstenen gevel gemarkeerd door twee steunberen.
BONCQUET P., DECALUWÉ C., Marke, in Landelijk leven en hoevengids Groot Kortrijk, deel 2, Tielt, 1986, p. 68-69.
DESPRIET P. (red.), Marke, in Archeologische en Historische Monografieën van Zuid-West-Vlaanderen, Kortrijk, 1980.
DESPRIET P., Twintig Zuidwestvlaamse hoeven, deel 3, Kortrijk, 1986, p. 68-69.
Bron: DE GUNSCH A. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T. & VAN DEN MOOTER M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IIA: deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem en Heule, Deel IIB: deelgemeenten Kooigem, Marke en Rollegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)