Vóór 1500 eigendom van Theodoor Van den Burgh; in 1670 werd het door Franciscus Neesen verkocht aan het augustijnenklooster van Bree. Het werd met de goederen van het klooster in 1797 verkocht.
Hoeve met oude kern, reeds aangeduid als een L-vormige hoeve op de Ferrariskaart (1771-77); deze oorspronkelijke vleugel bleef behouden in de tweeledige hoeve die aangeduid staat in de Atlas van de Buurtwegen (1845, Paters Borger, Ferme). De huidige hoeve is nog steeds tweeledig; zij dateert in haar huidige vorm van 1876 (muurankers, gevelsteen). De huidige bakstenen gebouwen vervangen mogelijk gebouwen in stijl- en regelwerk.
Woonhuis met stal en dwarsschuur in de zuidvleugel. Bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak (kunstleien). Muizentandfries onder de dakrand. Het woonhuis is een dubbelhuis van drie traveeën. Onder de dakrand een gevelsteen met de voorstelling van een ploeg en een ster, de initialen L K I C, en het jaartal 1876. Getoogde muuropeningen, de vensters beluikt; de deur werd gewijzigd. De rondboogvormige schuurpoort werd gedicht. Zijgevels met aandak, vlechtingen en schouderstukken, rechts een topstuk. In de linkerzijgeveltop het jaartal 1876 aangeduid door muurankers. Tegenover deze vleugel bevindt zich een langsschuur, waarschijnlijk uit een recentere periode. Bakstenen gebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen). Recente aanbouwsels tegen de gevel aan erfzijde. Getoogde schuurpoort in de oostelijke zijgevel.
- MAES S.F., De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse revolutie, 1952, pagina 239.