Achterin gelegen hoevecomplex, bestaande uit losse bestanddelen rondom een bekiezeld erf, waarvan de gebouwen teruggaan tot de 18de eeuw. Temidden van een weiland en verbonden met de straat door een dreef met populieren. Vermeld als "Hofstede mette bogaert" zie ommeloper van Groot-Reygaersvliet van 1567.
De losse bestanddelen zijn het woonhuis met geïncorporeerde stalvleugel, de schuur met wagenkot, de varkensstal en het bakhuis, het pomphuis en de aardappelkelder.
Woonhuis. Telt drie traveeën en twee opkamertraveeën met in het verlengde hiervan de paardenstal en de koeienstal. De gevels van het woonhuis zijn witbeschilderd boven een zwart gepekte plint. De gevel aan de kant van de erftoegang is opengewerkt met segmentboogvormige muuropeningen. De drie linkertraveeën zijn voorzien van bewaard schrijnwerk en zijn betralied. Het woonhuis kent in 1880 een niet nader te omschrijven uitbreiding aan de kant van het erf. Het zadeldak is gevat tussen twee puntgevels met aangepaste dakhellingen, afgewerkt met muurvlechtingen. In de plint, aan de kant van het erf, zitten twee betraliede segmentboogvormige muuropeningen. De top is opengewerkt met een rechthoekige beluikte muuropening.
Onder de opkamer zit een kelder met tongewelf toegankelijk via een trapje van blauwe gesinterde baksteen. De opkamer, eveneens toegankelijk via een trapje van blauwe gesinterde baksteen is de zoldering opgebouwd uit moer- en kinderbalken. In het laaghuis is het plafond opgebouwd uit een moerbalk en evenwijdig lopende balkjes met eenvoudige profilering.
Stalvleugel. De lagere, geïncorporeerde stalvleugel bestaat uit een paarden- en koeienstal. Deze stal is gedateerd door middel van een jaarsteen "1833" op een nu haast onbereikbare plaats. De witbeschilderde gevels met zwartgepekte plint zijn opengewerkt met kleine rechthoekige muuropeningen voorzien van schuivende luiken. De staldeur, bestaande uit twee delen, is voorzien van een inscriptie met name "Petrus van Houtte 1865".
Varkensstallen. Dit volume ten westen van het woonhuis had oorspronkelijk een tweeledige opbouw: een varkensstal en bakhuis. Het eenlaagsvolume van vier traveeën onder pannen zadeldak heeft een verankerde witbeschilderde lijstgevel boven een zwartgepekte plint. De gevel is opengewerkt met verschillende muuropeningen. Deels in de plint zaten oorspronkelijk twee beluikte segmentboogvormige muuropeningen, waarvan nu nog één is bewaard gebleven. Tegen de oostgevel staan twee massieve steunberen. De geveltop is opengewerkt met een beluikte muuropening. Het nu verdwenen bakhuis was voorzien van twee steunberen.
Aardappelkelder. Ten westen van het woonhuis: rode baksteenbouw onder pannen zadeldak bedekt met Vlaamse pannen gevat tussen twee puntgevels afgewerkt met muurvlechtingen. Deels ondergrondse kelder met bakstenen spitstongewelf.
Pomphuis. Klein volume, ten westen van het woonhuis. Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak. Witbeschilderd boven een zwart gepekte plint. Vroeger was dit gebouwtje voorzien van een pomp.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Koolkerke, 1880/22, 1991/16.
DEVLIEGHER L., De Zwinstreek, in: Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 4, 1970, p. 100.
WINTEIN W., Kaart van de oude gemeente Koolkerke met een bijhorende historische schets tot 1850, in: Rond de Poldertorens, jaargang 7, 1965, nummer 1, p. 9, nummer 33.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Koolkerke, Sint-Jozef en Sint-Pieters, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL12, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)