Huidenpakhuis in eclectische stijl op de hoek van Van de Wervestraat en Cassiersstraat, volgens de bouwaanvraag uit 1872 opgetrokken in opdracht van P. Mariano & Co, voltooid in 1873. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Later was hier de Tabak Natie gevestigd, opgericht in 1896 en gefusioneerd tot de Tabak- en Melk Natie in 1919. Het pakhuis werd gerenoveerd tot kantoren naar een ontwerp door de architect Frédéric Staquet uit 1993.
Het afgeschuinde hoekgebouw met een gevelbreedte van negen traveeën, omvat drie bouwlagen onder een schilddak (nok parallel aan de Van de Wervestraat, pannen). De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvogen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, puilijst en lekdrempels, en witte natuursteen voor de pui, architraaf en jaarstenen. Horizontaal geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een tweeledig schema, opgebouwd uit de sokkelvormende pui en de bovenbouw in kolossale orde. Geritmeerd door geblokte pilasters, werd de pui oorspronkelijk alternerend geopend door steekboogpoorten (eerste, derde, hoek- en laatste travee) en steekboogvensters gevat in een bakstenen spaarveld. Deze ordonnantie onderging meerdere wijzigingen, zoals het openen van de spaarvelden en het vergroten van de poorten tot rechthoekige openingen, en werd eenvormig gereconstrueerd bij de recente renovatie. De bovenbouw wordt geritmeerd door getoogde spaarvelden in kolossale orde, waarvan de lisenen zijn verankerd door smeedijzeren lelie-ankers. Oorspronkelijk werden de eenvormige registers van getoogde vensters met individuele lekdrempels en een booglijst in metselwerk, in de derde, hoek- en laatste travee onderbroken door lagere laadluiken. Deze ordonnantie is intact op de tweede verdieping, maar verstoord op de eerste verdieping, door het later verlagen of vergroten van de vensters. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, samengesteld uit een architraaf, een fries met casementen en een geprofileerde houten kroonlijst, in de hoektravee uitgewerkt tot een driehoekig fronton. Dakvensters met een puntgevel markeren de derde en de voorlaatste travee, geopend door een laadluik en balkgat en afgewerkt met een kepervormige houten kroonlijst. Zij dragen een jaarsteen met de inscriptie “ANNO 1873”.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1872#782, 86#8722275 en 86#930544.
- FIERENS J. 1977: Antwerpse Stapelhuizen: een balans van 1850 tot 1910, onuitgegeven verhandeling Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw, Antwerpen, 82.