Deze langgestrekte hoeve gaat in de kern terug tot de eerste helft van de 19de eeuw. Het gaat om een goed bewaard voorbeeld van een langgestrekte Kempische hoeve. Traditionele architecturale elementen en typische componenten van het boerenbedrijf bleven bewaard.
Historiek
De hoeve dateert in kern uit de eerste helft van de 19de eeuw, daar ze reeds wordt aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen (1845). Deze primitieve toestand, een langgestrekte hoeve, wordt voor de eerste keer kadastraal opgetekend in 1884 (schets nummer 18), waarbij de boerderij in de nieuwe toestand voor- en achteraan telkens een uitbouw kreeg, die op hun beurt respectievelijk in 1916 en 1907 kadastraal verdwijnen (schets nummer 3 en nummer 20). Aan de voorzijde verschijnt in 1916 een losstaand L-vormig dienstgebouwtje.
Volgens de eigenaar ten tijde van de bescherming, werd de hoeve in 1916 na een brand heropgebouwd, verbreed en opgehoogd aan erfzijde. Ze werd ook uitgebreid met een linkertravee, waarvan de bouwnaden getuigen.
Beschrijving
De hoeve is gelegen in open velden en in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Ze ligt in de van de Vallei van de Abeek stroomopwaarts van Bocholt.
Het gaat om een langgestrekte hoeve die in de nabijheid van de Veeweiderloop is opgetrokken en aan de straatzijde is voorzien van een beukenhaag en rondom van enkele vlierstruiken en fruitbomen.
De hoeve heeft als ordonnantie: woonhuis met enkelopstand-voormalige koeienstal-dwarsschuur-voormalige paardenstal, van oorspronkelijk zeven, ten tijde van de bescherming acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak. De nok van het dak is evenwijdig met de weg en het dak is voorzien van mechanische pannen. De boerderij is een verankerde baksteenbouw met bewaard houtwerk en voor- en achteraan aflijnende, overhoekse muizentand. De getoogde muuropeningen op beschilderde gecementeerde lekdrempels waren eertijds beluikt, getuigen de ogen. De rechthoekige stalvensters werden aangepast. Staldeuren en schuurpoort bevinden zich onder houten lateien. De zijpuntgevels vertonen vlechtingen, de westelijke met twee getoogde venster in de geveltop, de oostelijk blind met recente aanbouw van betonblokken onder een lessenaarsdak van golfplaten. De recente aanbouw verving de voormalige open schob, waarvan de balkgaten getuigen.
De achtergevel aan straatzijde telt twee rechthoekige vensters en één betralied rechthoekig keldergat, waarboven de opkamer is gelegen. Achteraan is er een latere aanbouw van cementstenen en cementblokken onder een lessenaarsdak van golfplaten, eertijds varkensstallen met rechthoekige staldeuren en een haaks aangebouwd bakhuis van cement- en baksteen onder een zadeldakje van mechanische pannen. Aan erfzijde treft men een recente losstaande garage van betonblokken aan, onder een lessenaarsdak van golfplaten.
Voor zover waarneembaar bleven de innerlijke structuur en de afwerking van de hoeve op het moment van de bescherming deels behouden. De voordeur geeft uit op een halletje, van waar men links het huus betreedt. Hier staat een eertijds open schouwmantel en bevindt zich een recent beklede moerbalk. Verderop links is de goede kamer. In het woonhuis bleven de oude binnendeuren en de veelkleurige cementtegelvloeren bewaard. In de schuur is het oude gebint zichtbaar.
B.P.A. Herwaardering oude landbouwnederzettingen. Selectie van sites op te nemen in de eerste fase van het B.P.A., onuitgegeven studie, Peer, 2001, nr. ER 15, afbn.
PAUWELS D., Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 19n3. Provincie Limburg. Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Turnhout, 2005, p. 289-290.
Bron: Archief Onroerend Erfgoed Limburg, DL002577, Beckershofweg 3, langgestrekte hoeve, beschermingsdossier (S.n., 2009). Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)