erfgoedobject

Kapucijnenklooster en -kerk

bouwkundig element
ID
86164
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86164

Juridische gevolgen

Beschrijving

HISTORIEK

De kapucijnen vestigden zich in 1626 te Maaseik, tussen de noordwal en de tegenwoordige Capucienenstraat. Met de bouw van het klooster werd begonnen in 1632. In 1635 werd een aanvang gemaakt met de bouw van de kerk, die in 1638 werd ingewijd.

De ommuurde kloostertuin (nog zichtbaar in de Atlas van de Buurtwegen, 1845) omvatte een pesthuis met kapel. In 1796 wordt het klooster opgeheven, in 1799 geveild en verkocht aan J. Nyssens. Het wordt in 1801 door Van der Meer, Van de Born, Kummel en Gessler teruggekocht voor de kapucijnen. In 1814 wordt de kloosterkerk terug geopend, en in hetzelfde jaar trekken er opnieuw kapucijnen vanuit Velp (NL) naar het klooster in Maaseik. De kapucijnen verblijven in het klooster tot 1840. In 1832 wordt er een bescheiden hospitaal opgericht. In 1838 wordt het klooster door schenking eigendom van het bisdom Luik.

In 1840 vestigen de zusters van Liefde van Tilburg zich in de gebouwen, en richten er een instituut in voor doofstomme en blinde meisjes, het Sint-Anna-instituut; school en klooster worden ondergebracht in het hospitaal, dat ophoudt te bestaan; van hieruit stichten de fraters van Tilburg in 1867 een nieuw instituut in de Bleumerstraat. In 1845 wordt de zuidvleugel van het klooster afgebroken voor de bouw van de huidige vleugel. Restauratie door E. Martens (Maaseik) in 2001.

Thans Instituut Onze-Lieve-Vrouw ter Engelen. De oorspronkelijke kloostergebouwen zijn aan alle zijden omgeven en gedeeltelijk ingebouwd door recente schoolgebouwen. Het klooster vertoont in zijn huidige vorm nog steeds een vierkante binnenplaats met omringende vleugels; de westzijde van het kloosterpand wordt ingenomen door de kerk.

BESCHRIJVING

Kloosterkerk

Eénbeukige zaalkerk met zuidgerichte voorgevel, gebouwd 1635-1638. De plattegrond beschrijft een schip van zes traveeën met vlakke sluiting; hierachter, koor der kapucijnen in een volledig afgesloten gedeelte van twee traveeën met vlakke sluiting, thans ingericht als kapel; ten westen van het afgesloten koor bevindt zich de sacristie onder lessenaarsdak; tegen de derde en vierde travee der westgevel is een zijkapel, toegewijd aan One-Lieve-Vrouw en Sint-Margaretha.

Bakstenen gebouw onder zadeldak (leien); achtzijdige dakruiter boven het koor. De zuidgevel is een puntgevel, afgewerkt met aandak, topstuk en schouderstukken; gecementeerde plint; smeedijzeren muurankers. Twee grote rondboogvensters met mergelstenen omlijsting; grote oculus met dito omlijsting en een recenter (19de-eeuws ?) getoogd venster in de geveltop. Verankerd, kalkstenen rondboogportaal met negblokken. Boven het portaal, tussen de twee rondboogvensters, barokke mergelstenen rondboognis met palmetmotief; sokkel op twee consoles; aan weerszijde van de nis pilastertjes, geflankeerd door volutevormige vleugelstukken; hierboven een entablement met gebogen fronton, waartussen een wapenschild en cartouche met datering 1635; in de nis, beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind. Links van het portaal bevindt zich de grafsteen van Denijs van Oeteren, oud-burgemeester van Luik, die de kerk bekostigde († 1643); de grafsteen lag tot 1913 voor het hoofdaltaar. Rechts van het portaal is de grafsteen van Godfried Reynders († 1727) en Catharina Houbie († 1720) ingemetseld.

Zijgevels afgewerkt met mergelstenen steigergaten en dito hoekbanden; rondboogvensters met mergelstenen omlijsting met negblokken. Zijkapel met puntgevel, voorzien van aandak, muurvlechtingen en schouderstukken. In de westgevel van de zijkapel, drie rondboogvensters met vlakke, mergelstenen omlijsting. Onder de zijkapel bevindt zich de crypte.

De kerk werd in 1956 vergroot door een aanbouw onder plat dak tegen de westgevel, tussen de Onze-Lieve-Vrouwekapel en de sacristie.

Volledig bepleisterd interieur. Overwelving door middel van een tongewelf.

Mobilair: Calvariekruis, gepolychromeerd hout (18de eeuw). Hoofdaltaar, beschilderd hout, Lodewijk XIV-stijl (circa 1626-1650) met altaarstuk met voorstelling van de Opwekking van Lazarus, olieverf op doek (17de eeuw) en expositietroon (eerste kwart 18de eeuw ?); altaar van de Onze-Lieve-Vrouwekapel, beschilderd hout, Lodewijk XIV-stijl (eerste helft 18de eeuw), voorzien van een schilderij met voorstelling van de Verheerlijking van Maria, olieverf op doek (17de eeuw); in de kapel achter het hoofdaltaar, barok altaar, eik met vergulde elementen (eerste helft 18de eeuw). Eiken biechtstoel, rococo (midden 18de eeuw). Tochtportaal (westen), régence, eik (eerste helft 18de eeuw); deur (zuiden), eik, régence (eerste helft 18de eeuw). Twee wijwatervaten in de kapel, aan weerszijde van het altaar, bruinrood marmer, gedateerd 1636, met inscriptie met de naam van de weldoener, Antonio della Riva uit Madrid, majoor in het Spaanse leger. Orgel, eik (18de en 19de eeuw).

Klooster

Van de oorspronkelijk drie kloostervleugels zijn enkel de noordelijke en oostelijke bewaard gebleven, terwijl de zuidelijke werd gebouwd in 1845 en later verhoogd. In de zijgevel merkt men nog duidelijk de oorspronkelijke dakhelling.

Noordvleugel: twee bouwlagen onder zadeldak (voorheen Vlaamse pannen, na de restauratie leien) met enkele dakkapellen. Bakstenen gebouw, voorheen witgekalkt, met mergelstenen banden, hoekbanden en steigergaten. Getoogde vensters. Zijgevels met aandaken, vlechtingen, top- en schouderstukken. Recent haaks gebouw tegen de noordgevel.

Oostvleugel: bakstenen gebouw van twee bouwlagen, voorzien van mergelstenen speklagen en steigergaten. Getoogde vensters; deze op de eerste bouwlaag zijn voorzien van kalkstenen onderdorpels.

Omlopende kloostergang van één bouwlaag onder lessenaarsdak (leien) aan de zijde der binnenplaats tegen de benedenverdieping van de noord- en oostvleugel, evenals tegen de oostgevel van de kerk; elke zijde telt vijf traveeën. Bakstenen constructie voorzien van getoogde vensters met ijzeren harnas en glas in lood.

  • BOONEN M., Huisnamen te Maaseik, 1980, p. 92, 96, 97.
  • DANIELS G.& SANGERS W., Maaseik. Architectuur en Historie, Maaseik, 1974.
  • GERITS J., Gids voor Vlaanderen, Antwerpen, 1985, p. 666.
  • HANSON M. in: Maaseik. Ontstaan en groei van een grensstad, Antwerpen, 1994, p. 313.
  • HEERE L., De Kapucijnen te Maaseik, (Limburg, 37, 6-7, 1958, p.142-152).
  • HEYMANS H., Onuitwisbaar 150 jaar "Klein Kloosterke" Maaseik. Zusters van Liefde van O.-L.-Vrouw, moeder van Barmhartigheid-Zonhoven, Maaseik, 1990.
  • HILDEBRAND P., De Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik, deel V, De Vlaamse kloosters, Antwerpen, 1950, p. 412-433.
  • JANSSEN R. in: Maaseik. Ontstaan en groei van een grensstad, Antwerpen, 1994, p. 279, 280.
  • SANGERS W., Maaseiker Kapucijnen, (De Maaseikenaar, 15, (3), 1984, p. 19-23).
  • S.N., Studiedag neogotiek in Noord-Limburg. Werkdocument 5/001. in Studiedag neogotiek in Noord-Limburg. Lommel, 1990.

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapucijnenklooster en -kerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86164 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.