Hoeve zogenaamd "PALEPUTHOF" zie houten naambord op de schuur. De benaming van de hoeve verwijst naar het toponiem "Paelpitten" dat voor de eerste maal voorkomt in 1660 (zie K. De Flou). Dit verwijst naar de vijver zogenaamd "den Paeleput" aan de Paleputbeek, echter niet (meer) aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). De hoeve is als site met meerdere losse bestanddelen reeds aangeduid op de Ferrariskaart, en op de Atlas der Buurtwegen (1846). Erftoegang met grote eik. Ten westen van de schuur, poel.
Losse bestanddelen onder zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen, golfplaten, deels ter vervanging van een strooien bedaking).
Ten noorden van het erf, boerenhuis met aansluitende stalling onder lager zadeldak.
Boerenhuis mogelijk met oudere 18de-eeuwse kern, zie in de hooiberg herbruikte moerbalk met jaartal "1781". Witgeschilderd boerenhuis boven gepekte plint, vijf traveeën + rechts één recentere travee (naar verluidt van circa 1946). Rechthoekige muuropeningen, vernieuwd houtwerk met luiken. In achtergevel, verbouwde opkamer. Interieur: bewaarde brede schouw met schouwmond- en wangen van beschilderde baksteen met ingebouwde kleine schouw, schouwbalk met (recent) opschrift en bordenplank. Deels bewaard getelmerkt gebint.
Aansluitende roodbakstenen stalling uit de 19de eeuw (reeds aangeduid op de Atlas der Buurtwegen, 1846), zie opschrift en jaartal "IH(S)/ 18..." (verder onleesbaar, recentere stalling voorgebouwd) in de linker zijgevel. Achter het boerenhuis, lage stalling met geïncorporeerd bakhuis en voederkeuken: enkelvoudige balkenlaag, bewaarde bakstenen schouw. Bewaarde bolkozijnen, naar verluidt recuperatie van het boerenhuis.
Ten zuiden van het erf, 19de-eeuwse dwarsschuur met geïncorporeerd wagenhuis. Bakstenen zijgevels met asemgaten in de linker zijgevel. Lange gevels met beplanking boven bakstenen voeting, aan de achterzijde deels vervangen door golfplaten. Constructie in stijl- en regelwerk, deels bewaarde schuurpoorten. Samengesteld gebint van schaar- en nokgebint.
Ten oosten van het erf, klein, verlaagd schuurtje, naar verluidt teruggaand op een hooiberg (zogenaamd 'mikke' in het plaatselijk dialect), een nutsgebouwtje in stijl- en regelwerk (deels bewaarde beplanking) op vierkante plattegrond. Meerdere bouwlagen, op de begane grond paardenstal, overige niveaus voor het bewaren van hooi. Oorspronkelijk strooien bedaking. Gerecupereerde moerbalk van het huis (zie boven). Op het erf bevond zich oorspronkelijk ook een drieledige wagenschuur in stijl- en regelwerk onder strooien bedaking (zie oude foto).
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Torhout, 1931/103.
- DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, deel 12, 1931, kolom 212-213.