Hoeve met losse bestanddelen gelegen rond een deels met grint bedekt, deel begraasd erf. Zogenaamd "Lampaerts hof", volgens kadaster opgetrokken circa 1861 door Ferdinand De Muynck-Lampaert, volgens de literatuur door de kinderen De Muynck in 1868. De bijhorende kapel wordt circa 1883 opgericht door de kinderen De Muynck.
Toegang via beschilderde, ijzeren hekken gevat in betonnen pijlers. Laag woonhuis van zes traveeën onder zadeldak met geknikte dakhelling (zwarte mechanische pannen), zowel aan erfzijde als aan straatzijde voorzien van een stoep in cementtegels. Licht getoogde muuropeningen met onderdorpels in Doornikse kalksteen en vernieuwd houtwerk naar oud model (grote roedeverdeling). Zijgevel met rondboogvormige muuropeningen, het bovenste met een omlijsting in gesinterde baksteen. Ten westen van het woonhuis, zomerkeuken onder schilddak (Vlaamse pannen), met rechthoekige muuropeningen en twee dichtgemetselde nissen. Schuurstalvleugel parallel aan het woonhuis, eveneens onder licht geknikt zadeldak (Vlaamse, zwarte pannen), met grote korfboogpoort.
Het geheel wordt van de straat afgescheiden door een gemengde haag (onder andere meidoorn en haagbeuk). Ten zuiden van de oprit bevindt zich een boomgaardje met hoogstammige fruitbomen.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1865/92.
- DEGUFFROY G., Ruiseleedse kapellen en kruisen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 12, nr. 3, 1995, p. 109.
- DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nr. 4, 1993, p. 179.