Gebeurtenis

Inventarisatie bouwkundig erfgoed Kluisbergen

geografische inventarisatie
ID
565
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/565

Beschrijving

De inventaris bouwkundig erfgoed van de gemeente Kluisbergen, bestaande uit deelgemeenten Berchem, Kwaremont, Ruien en Zulzeke, werd gepubliceerd in 1998 in boekdeel 15n3 van de reeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Een inventaristeam van de Afdeling Monumenten en Landschappen binnen de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg (AROHM) maakte de inventaris op. De optekeningsperiode ter plaatse liep van zomer 1996 tot voorjaar 1998. De inventarisatie van bouwkundig erfgoed in Kluisbergen leverde 185 inventarisfiches op.

Context en doelstelling

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Ronse situeert zich in de hoogtijperiode van de grootschalige geografische inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in België. De inventaris vormde in de jaren 1990 een essentieel instrument binnen het beleid van de opeenvolgende ministers Johan Sauwens en Luc Martens. Allebei wilden ze een snelle afwerking en een actualisatie van de inventaris, om een optimaal beschermingsbeleid te kunnen voeren. Gedreven door deze beleidsvisie, publiceerden de inventaristeams in Vlaanderen in de jaren 1990 negentien boeken, dubbel zoveel als wat ze in het vorige decennium realiseerden. In Oost-Vlaanderen waren er twee inventaristeams aan de slag, die zes boekdelen publiceerden in de jaren 1990. Ze finaliseerden het arrondissement Gent met drie boeken (12n3, 12n4 en 12n5) en rondden het arrondissement Oudenaarde af, waarvan de inventaris in drie boekdelen wordt gevat. Het onderzoek dat voor dit arrondissement in 1994 startte, kon men op vier jaar tijd afronden met de publicatie in de boekdelen 15n1, 15n2 en 15n3.

De doelstellingen van de inventarisatie in de reeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen bleven doorheen de hele reeks steeds dezelfde:

  1. Vooreerst wil hij een beschermingsinstrument zijn als uitgangspunt voor de op te stellen lijsten van te beschermen monumenten, stads- en dorpsgezichten.
  2. Vervolgens wil de inventaris een gids zijn voor de architectuur van de streek.
  3. Ten slotte wil hij door een eerste, verbeterbaar overzicht te geven van het bouwkundig erfgoed, een uitgangspunt vormen voor verder wetenschappelijk onderzoek.

Methodologie

De werkwijze bij het opstellen van de inventaris van Kluisbergen bleef de basisprincipes van de inventarismethodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen volgen. Veldwerk vanop de openbare weg bleef de basis voor de evaluatie en de selectie van het bouwkundig erfgoed. Registratie van de visuele waarnemingen ter plaatse op een veldwerkfiche en fotografische opnames vulden elkaar aan. Waar onderzoek van de interieurs in de standaard methodologie beperkt bleef tot kerken en een aantal openbare gebouwen, probeerde men in dit kanton “in de mate van het mogelijke” interieurs van privé-gebouwen te bezoeken. Deze aandacht voor interieurs merken we op in alle inventarisprojecten in Oost-Vlaanderen in de jaren 1990.

Qua onderzoek bleef het inventaristeam dicht bij de standaard, maar ook hier voerde men aanpassingen door in functie van de eigenheid van het geregistreerde patrimonium. Om de belangrijkste gebouwen in hun context te situeren en eventueel hun vroegere functie en evolutie te belichten, consulteerde men standaard enkel de voornaamste bibliografische en archivalische bronnen. Omwille van tijdsefficiëntie behoorde een systematische consultatie van niet gepubliceerd archiefmateriaal nooit tot de methodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen. We merken echter op dat de onderzoekers voor Ronse en Kluisbergen de bewaarde bouwaanvragen systematisch bestudeerden tot 1940. Zoals in de andere inventarisprojecten in deze periode, consulteerde men ook het archief van het kadaster “als hulpbron” om de gebouwen te dateren.

Men nam het arrondissement steeds als studiegebied voor de geografische aanpak van het onderzoek en de selectie. Door de ruimere selectiecriteria was de publicatie van de inventaris van één arrondissement per boekdeel al snel niet meer haalbaar, waardoor men vanaf de jaren 1980 overschakelde naar kantons. Dat deed men ook voor het arrondissement Oudenaarde, dat bestond uit het kanton Oudenaarde en het kanton Ronse. Omwille van de grote rijkdom aan erfgoed, splitste men het kanton Oudenaarde nog eens op in twee boekdelen. Daarbij kreeg de stad Oudenaarde met de talrijke fusiegemeenten een eigen boekdeel, boekdeel 15n1. In boekdeel 15n2 werd het westelijke deel van het kanton Oudenaarde opgenomen, bestaande uit de gemeenten Maarkedal en Wortegem-Petegem. Boekdeel 15n3 ten slotte, omvat met Ronse en Kluisbergen het kanton Ronse.

De beschrijving van het erfgoed gebeurde volgens het stramien uit de inventarismethodologie. Die beschrijvingen werden, mee evoluerend met de professionalisering van de monumentenzorg, steeds uitgebreider en gespecialiseerder. Bij de eerste inventarissen maakte men een bondige beschrijving op basis van een visuele evaluatie en screening van het erfgoed ter plaatse. Vanaf de jaren 1990 vulde men dat aan met onderzoek van beschikbare literatuur en archiefonderzoek, waarbij het onderzoek in het archief van het kadaster steeds systematischer werd uitgevoerd. Deze bouwhistorische achtergrondinformatie kon de gebouwen in hun context situeren, hun vroegere functie en evolutie belichten, en op die manier de erfgoedwaarde extra motiveren. Deze contextuele aanpak resulteerde ook in de introductie van beschrijvingen van straatbeelden en (deel)gemeente-inleidingen. Bij het begin van elk boekdeel legde een algemene inleiding het verband tussen het bouwkundig erfgoed en de geografische, landschappelijke en historische en stedenbouwkundige omgeving en evolutie.

Bij boekdeel 15n3 maakte men een uitgebreide algemene inleiding voor de inventaris bouwkundig erfgoed van het kanton Ronse. Alle deelgemeenten van Kluisbergen kregen hun eigen inleiding.

Waarden en criteria voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed

Men selecteerde panden en constructies binnen de afgebakende geografische context steeds omwille van de op dat moment geldende erfgoedwaarden, vermeld in de wetgeving. De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Ronse gebeurde in 1996-1998. Men gebruikte bij de inventarisatie de criteria opgenomen in het decreet van 3 maart 1976 en gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Vanaf 1976 werd bouwkundig erfgoed geselecteerd op basis van de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, wat een zeer ruime interpretatie van de definitie van bouwkundig erfgoed mogelijk maakte. Er was grote aandacht voor straatbeelden en ensembles; naast religieuze, burgerlijke en industriële gebouwen selecteert men een ruim aantal doorsneewoningen en -constructies, representatief voor de basisbebouwing van een bepaalde gemeente of streek. Kleinere bouwkundige elementen, zoals straatmeubilair, kregen systematisch hun plaats in de inventarissen. In Kluisbergen kregen de voor de streek kenmerkende kasseiwegen kregen hun plaats in de inventaris bouwkundig erfgoed. Meestal heeft een geselecteerd inventarisobject niet één bepaalde erfgoedwaarde, maar gaat het om een wisselwerking tussen meerdere waarden.

Een ander belangrijk aspect bij de selectie dat het decreet van 1976 genereerde, was het achterwege laten van de chronologische limiet. In principe bestond er sindsdien geen chronologische limiet meer voor opname in de inventarissen. In praktijk pasten de inventaristeam deze weggevallen limiet echter met schroom toe. In de meeste gemeenten is er amper erfgoed geselecteerd jonger dan 1940. De optekening van recentere gebouwen was niet uitgesloten, maar beperkte zich doorgaans tot representatieve gebouwen, bijvoorbeeld kerken, gemeentehuizen enz.

Bij de selectie van bouwkundig erfgoed hield men rekening met volgende criteria: de zeldzaamheid, de herkenbaarheid, de authenticiteit, de representativiteit, de ensemblewaarde en de contextwaarde.

Deze waarden en criteria worden niet afzonderlijk beschouwd. Het is de globale beoordeling die het uitgangspunt vormt voor de evaluatie. Voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed dienen de waarden en criteria afgetoetst te worden binnen het geografische kader van het inventarisproject. Met andere woorden: de opname van een gebouw of object in de inventaris wordt nooit object per object besloten, maar steeds in het kader van de erfgoedwaarde-afweging van een groep van gebouwen of objecten per regio en/of per type.

Hoewel de inventaris van het kanton formeel in een apart boekdeel is gepubliceerd in de publicatiereeks, gebruikte het inventaristeam bij de selectie van het erfgoed de inventarisgegevens uit de toen lopende inventarisprojecten in het volledige arrondissement, om een weloverwogen en ruim selectiekader te creëren. De conclusies van deze evaluatie, tegen een landschappelijke en historische achtergrond, werden beschreven in de inleiding van het kanton Ronse.

Inventaris bouwkundig erfgoed in Kluisbergen

Op basis van deze waarden en criteria selecteerde het inventaristeam in 1996-1998 in Kluisbergen 185 panden en constructies met erfgoedwaarde voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed. 56 erfgoedobjecten zijn gelegen in Berchem, 41 in Kwaremont, 58 in Ruien en 30 in Zulzeke.

De gemeente Kluisbergen bleef haar 19de-eeuwse ruimtelijke structuur en bebouwingsbeeld overwegend behouden. Het typische landelijke karakter van de dorpen is afleesbaar in de inventaris bouwkundig erfgoed en uit de lijst van de beschermde monumenten en dorpsgezichten die daaruit voortvloeide. In de dichtbebouwde dorpskern van Berchem kregen de belangrijkste dorpsstraten en -huizen de status van beschermd monument en dorpsgezicht. In de markant gesitueerde dorpskern van Kwaremont verdienden de oude kasseiwegen een wettelijke bescherming.

De inventaris van Kluisbergen bevat vooreerst het evidente bouwkundige erfgoed dat de gemeente- en dorpscentra typeerde zoals parochiekerken en pastorieën, gemeentehuizen, scholen en onderwijzerswoningen, dorps- en notabelenwoningen, brouwerijen, herbergen en cafés. Daarenboven lezen we in de inventaris de aandacht voor kleine bouwkundige elementen af. Het inventaristeam registreerde behalve wegkapellen ook een bron, een Mariagrot en elektriciteitscabines. De aandacht voor industrieel erfgoed vertaalt zich in de opname van de elektriciteitscentrale in Ruien in de inventaris bouwkundig erfgoed, die net als de getuigen van de textielindustrie (weverijen, katoenspinnerijen) deze gemeente kenmerkt. De aanwezigheid van de textielindustrie zorgde ook voor de bouw van interessante villa’s en burgerhuizen voor de industriëlen. In de buurt van de textielbedrijven aan de spoorlijn in de gemeenten Berchem en Ruien werd arbeidershuisvesting voorzien, die omwille van de historische waarde in de inventaris werd geregistreerd.

Het agrarisch bouwkundig erfgoed in het kanton Ronse had erg te lijden onder vernieuwing en aanpassingen. Het aantal historische, omgrachte hoeven is zeer beperkt; enkel in Kwaremont en Zulzeke kwamen meerdere sites met walgracht voor. Architecturaal belangrijke hoeven uit de 18de eeuw zijn uitzonderlijk. Het merendeel van de gerepertorieerde hoeven zijn uit de 19de eeuw of kregen toen hun huidig uitzicht. De langgestrekte hoeve komt verreweg het meest voor, gevolgd door de hoeve met losse bestanddelen, en tenslotte de gesloten en de semi-gesloten hoeve. Typisch voor Kluisbergen zijn de 19de-eeuwse cichorei-asten, die steeds meer in onbruik raakten, maar waarvan er nog zeven in de inventaris zijn opgenomen. In Zulzeke registreerde men vier watermolens; drie ervan hoorden bij een meerdelige site met walgrachten in de noordelijke helft van de gemeente.

  • BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Verantwoording, in: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n3, Brussel – Turnhout, VII-X.
  • BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Kanton Ronse [online], https://id.erfgoed.net/themas/16228 (geraadpleegd op 24 maart 2022).
  • BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Berchem [online], https://id.erfgoed.net/themas/14129 (geraadpleegd op 25 maart 2022).
  • BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Kwaremont [online], https://id.erfgoed.net/themas/14130 (geraadpleegd op 25 maart 2022).
  • BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Ruien [online], https://id.erfgoed.net/themas/13447 (geraadpleegd op 25 maart 2022).
  • BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Zulzeke [online], https://id.erfgoed.net/themas/14131 (geraadpleegd op 25 maart 2022).
  • HOOFT E. 2021: Inventariseren van bouwkundig erfgoed in Vlaanderen. Historiek, methodologie, doelstellingen en resultaten, Onderzoeksrapporten Agentschap Onroerend Erfgoed 196 [online], https://id.erfgoed.net/infocat/publicaties/6372, 37-44 (geraadpleegd op 17 maart 2022).
  • KENNES H. 2020: Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/103 (geraadpleegd op 17 maart 2022).
  • MARTENS L. 1998: Woord Vooraf, in: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n3, Brussel – Turnhout, V-VI.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

Is deel van

Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bouwkundig erfgoed Kluisbergen [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/565 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.