Gebeurtenis

Inventarisatie bouwkundig erfgoed Ichtegem

geografische inventarisatie
ID
927
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/927

Beschrijving

De inventaris van het bouwkundig erfgoed in Ichtegem en deelgemeenten Eernegem en Bekegem werd opgemaakt in 2009-2010. Een inventaristeam van de Afdeling Monumenten en Landschappen inventariseerde van juli 2009 tot juni 2010 op basis van veldwerk en fotografische registratie 368 panden en constructies met erfgoedwaarde. Op basis van archief- en literatuuronderzoek schreef men de inventaristeksten uit. De gegevens werden in 2010 verspreid via een papieren, maar niet uitgegeven bundel, binnen de reeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Het project werd gefinaliseerd in maart 2011 met het publiceren van de inventaristeksten op de inventariswebsite. Het was de laatste gemeente waarvan de inventaris werd toegevoegd aan de inventariswebsite. Hiermee was de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed in Vlaanderen voor het eerst gebiedsdekkend.

Context en doelstelling

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Ichtegem situeert zich aan het eindpunt van de grootschalige geografische inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in België. In het jaar 2000 valt de beslissing de boekenreeks Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen stop te zetten. Vanaf 1975 verschenen alle in Vlaanderen opgemaakte inventarissen bouwkundig erfgoed in deze boekenreeks. In totaal publiceerde men 56 boekvolumes, waarin de inventarissen van 243 van de toen 308 Vlaamse gemeenten verschenen. De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant werkte men helemaal af binnen deze reeks. In Oost-Vlaanderen moest men nog de inventarissen van 22 gemeenten opmaken, in West-Vlaanderen nog van 43 gemeenten, waaronder Ichtegem. Die inventarissen zijn niet meer in boekvorm gepubliceerd maar stelde men rechtstreeks op de inventariswebsite van de Afdeling Monumenten en Landschappen ter beschikking.

Zo goed als alle inventarissen van de 43 West-Vlaamse gemeenten werden door de Afdeling Monumenten en Landschappen uitgevoerd, die daarvoor ook externe onderzoekers inschakelde.

In West-Vlaanderen streefde men naar een optimale ontsluiting van de inventarisgegevens naar geïnteresseerden en naar lokale besturen toe. De teams zorgden voor een snelle publicatie van hun teksten en foto’s op de inventariswebsite, en kozen ervoor de gegevens per gemeente ook op papier aan te bieden, in eenvoudige, afgeprinte en geringde A4-bundels. Deze documenten werden nooit uitgegeven, maar konden besteld worden bij de administratie. De 43 resterende gemeenten werden tussen 2001 en 2011 verzameld in 50 genummerde bundels. Omdat de deelgemeenten van Brugge deels een eigen volgnummer kregen, is er een discrepantie tussen aantal volgnummers en aantal gemeenten. De inventaris van Ichtegem werd in 2010 als één van de laatste inventarissen verspreid onder het volgnummer WVL48. Alle teksten en beelden werden in 2011 op de inventariswebsite ontsloten.

Zeer interessant bij die gedrukte bundels is vierde doelstelling die men bij elk West-Vlaamse deel insloot. Van het eerste tot het laatste gepubliceerde boekdeel van Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen lazen we dat:

  • de inventaris het uitgangspunt vormde voor beschermingen,
  • een gids is voor de architectuur in de streek
  • en een uitgangspunt voor verder wetenschappelijk onderzoek.

Daar wordt in alle apart gedrukte bundels een vierde doelstelling aan toegevoegd:

  • de inventaris wil een hulpmiddel zijn voor het gemeentelijk beleid betreffende het architecturaal patrimonium.

Methodologie

Ook voor de laatste reeks inventarissen in West-Vlaanderen hield men vast aan de basisprincipes van de inventarismethodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen. Veldwerk vanop de openbare weg bleef de basis voor de evaluatie en de selectie van het bouwkundig erfgoed. Registratie van de visuele waarnemingen ter plaatse op een veldwerkfiche en fotografische opnamen vulden elkaar aan. In Ichtegem werkte het inventaristeam samen met heemkundigen, die de verzamelde gegevens konden aanvullen en duiden.

Bij de eerste inventarissen maakte men de beschrijving op basis van een visuele evaluatie en screening van het erfgoed ter plaatse. Vanaf de jaren 1990 vulde men dat aan met onderzoek van beschikbare literatuur en archiefonderzoek, waarbij het onderzoek in het archief van het kadaster steeds systematischer werd uitgevoerd. De onderzoekers consulteerden voor het belangrijkste erfgoed de mutatiegegevens in het kadaster. De fondsen met historische kaarten in het Rijksarchief in Brugge zorgden voor de historische hoeves voor waardevolle informatie. Men maakte in Ichtegem dankbaar gebruik van het vele onderzoek dat al gepubliceerd werd in heemkundige studies, tijdschriften en websites. Deze bouwhistorische achtergrondinformatie kon de gebouwen in hun context situeren, hun vroegere functie en evolutie belichten, en op die manier de erfgoedwaarde extra motiveren. Voor het inventarisproject in Ichtegem putte men heel veel informatie uit de publicatie van de heemkundige kringen.

Aanvankelijk nam men bij de inventarisatie het arrondissement als studiegebied voor de geografische aanpak van het onderzoek, de selectie en de publicatie in boekdelen. Door de ruimere selectiecriteria was de publicatie van de inventarissen per arrondissement al snel niet meer haalbaar, waardoor men overschakelde naar kantons. Toen men rond 2000 stopte met de publicatie van de inventarissen in de boekenreeks, liet men ook de afbakening per kanton varen. De inventarissen werden per gemeente opgemaakt, afgewerkt en gepubliceerd op de inventariswebsite.

De beschrijving van het erfgoed in deze gemeentelijke inventarissen bleef gebeuren volgens het stramien uit de inventarismethodologie. Sinds de jaren 1990 werden die, mee evoluerend met de professionalisering van de monumentenzorg, steeds uitgebreider en gespecialiseerder. Historiek, context, volume, materialen en details kregen een plaats in de gestructureerde beschrijving. De contextuele aanpak die in de jaren 1990 werd uitgewerkt, met introductie van beschrijvingen van straatbeelden en (deel)gemeente-inleidingen, werd eveneens aangehouden. In Ichtegem maakten de onderzoekers beschrijvingen van alle deelgemeenten en straten waar men erfgoed registreerde.

Waarden en criteria voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed

Men selecteert panden en constructies binnen de afgebakende geografische context steeds omwille van de op dat moment geldende erfgoedwaarden, vermeld in de wetgeving. De selectie en registratie van het bouwkundig erfgoed in Ichtegem gebeurde in 2009-2010. Men gebruikte bij de inventarisatie de criteria opgenomen in het decreet van 3 maart 1976 en gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Vanaf 1976 wordt bouwkundig erfgoed geselecteerd op basis van de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, wat een zeer ruime interpretatie van de definitie van bouwkundig erfgoed mogelijk maakte. Er is grote aandacht voor straatbeelden en ensembles; naast religieuze, burgerlijke en industriële gebouwen selecteert men een ruim aantal doorsneewoningen en -constructies, representatief voor de basisbebouwing van een bepaalde gemeente of streek. Kleinere bouwkundige elementen, zoals straatmeubilair, kregen systematisch hun plaats in de inventarissen. Meestal heeft een geselecteerd inventarisobject niet één bepaalde erfgoedwaarde, maar gaat het om een wisselwerking tussen meerdere waarden. Een chronologische limiet wordt sinds het decreet van 1976 volledig achterwege gelaten. Verder hield men rekening met volgende criteria: de zeldzaamheid, de herkenbaarheid, de authenticiteit, de representativiteit, de ensemblewaarde en de contextwaarde.

Deze waarden en criteria worden niet afzonderlijk beschouwd. Het is de globale beoordeling die het uitgangspunt vormt voor de evaluatie. Voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed dienen de waarden en criteria afgetoetst te worden binnen het geografische kader van het inventarisproject. Met andere woorden: de opname van een gebouw of object in de inventaris wordt nooit object per object besloten, maar steeds in het kader van de erfgoedwaarde-afweging van een groep van gebouwen of objecten per regio of per type. Hoewel de inventaris van Ichtegem formeel als een apart project is gepubliceerd op de inventariswebsite, gebruikte het inventaristeam bij de selectie van het erfgoed de inventarisgegevens uit de toen lopende inventarisprojecten in omliggende gemeenten om een weloverwogen en ruim selectiekader te creëren.

Op vlak van selectie op basis van de waarden en criteria bij de vanaf 2000 los verspreide bundels in West-Vlaanderen bevat de verantwoording die men bij elk West-Vlaamse deel insloot een interessante passage. Daar lezen we een aantal principiële wijzigingen tegenover de selectie van bouwkundig erfgoed letterlijk af. In de gedrukte boeken hield men tot op het einde grotendeels vast aan een chronologische grens van 1940, maar schaars uitgebreid met voorbeelden van meer recente architectuur. Bij de inventaris “nieuwe stijl” liet men deze limiet vallen: “Er bestaat in principe geen chronologische limiet voor de opname in de inventaris.” De collectie 20ste-eeuwse architectuurtijdschriften die de bibliotheekcollega’s ontsloten, gaf een basis voor een ruimere, beter onderbouwde selectie van recente, ook naoorlogse architectuur. Een andere limiet die wegviel was die van het maximaal aantal lettertekens per gepubliceerd boekdeel. In een online publicatievorm konden alle panden en constructies met erfgoedwaarde een eigen fiche krijgen in de gemeentelijke inventaris. Een merkbaar verschil is dat men daardoor ook voorbeelden van eerder bescheiden, alomtegenwoordige erfgoedtypes selecteerde als apart erfgoedobject, terwijl die bij een publicatie in boekvorm doorgaans in een straatinleiding werden verwerkt. Deze evolutie van ruimere selectie van representatieve, bescheiden basisbebouwing met erfgoedwaarde dient gekaderd te worden in de steeds groeiende aandacht voor nieuwe architectuurtypes in de wetenschappelijke wereld. Ook het toen zeer positieve klimaat ten opzichte van erfgoed en monumentenzorg maakte de aandacht voor kleinere, bescheiden erfgoedtypes in die tijd vanzelfsprekend.

Door een ruime blik op literatuur en archief en gevoed door collega’s uit andere teams, werden begin 21ste eeuw steeds meer erfgoedtypes geselecteerd voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed. De specialist industrieel erfgoed gaf per gemeente tips en documentatie mee aan de inventaristeams. In Limburg en Vlaams-Brabant liepen in die tijd de inventarisaties van historische tuinen en parken. Dit project inspireerde de bouwkundigen in West-Vlaanderen om waardevolle tuinen en parken mee op te nemen in de beschrijving van de bouwkundige objecten die ze selecteerden.

De inventaris bouwkundig erfgoed in Ichtegem

De fusiegemeente Ichtegem bestaat uit de hoofdgemeente Ichtegem en de deelgemeenten Bekegem en Eernegem. Er werden 368 bouwkundige relicten geregistreerd, gekaderd door 84 straatinleidingen en door een algemene typering van elke deelgemeente.

Spilgemeente Ichtegem is een landelijke gemeente met een dorpskern die voornamelijk bestaat uit eenvoudige woningen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. De imposante Sint-Michielskerk staat bekend om het romaanse koor dat als portaal in de neogotische uitbreiding werd ingepast. Vermeldenswaard in het centrum zijn de als monument beschermde notariswoning, twee 19de-eeuwse brouwerijen en de in kern eind-18de-eeuwse herberg De Zwaan. Andere eind-18de-eeuwse afspanningen zijn te vinden langs de vroegere Oostenrijkse steenwegen, die nog steeds belangrijke verkeersassen zijn in Ichtegem: De Reiger op de hoek van de Diksmuidebaan met de Keibergstraat, De Engel op de hoek van de Torhoutbaan met de Zuidstraat. In het omringende landelijke gebied vormt het kasteeldomein Rosendahl samen met de boswachterswoning, de hoeve en de kapel een mooi geheel. De hoeves in dit gebied dateren bijna allemaal uit de 19de eeuw. Zeldzame 18de-eeuwse hoevegebouwen zijn de schaapskooi in de Veldstraat, en de schuur van de hoeve in de Ruidenbergstraat. De talrijke kapellen vormen een rode draad doorheen de landelijke wegen van Ichtegem.

De als dorpsgezicht beschermde Sint-Amanduskerk met omringend kerkhof en pastorie vormt het hart van de deelgemeente Bekegem. De bebouwing van de dorpskern bestaat uit eenvoudige dorpswoningen. Een typisch element in dit kader is de eind-19de-eeuwse kloosterschool. Het landelijke gebied rondom is bezaaid met kleine kapellen, waarvan de Boskapel de belangrijkste is. De hoeves met losse bestanddelen, vaak met een eind-18de-eeuwse kern, zijn meestal sterk verbouwd.

Centraal in deelgemeente Eernegem torent de Sint-Medarduskerk boven de heterogene 19de- en 20ste-eeuwse bebouwing uit. Behalve eenvoudige dorpswoningen, zijn er panden die opvallen door hun meer uitgewerkte gevel: een aantal herenhuizen en notariswoningen, scholen, herbergen, brouwerijen en herbergen, een onderpastorie en het Gildhof. De Dorpsmolen is een restant van het eind 19de-eeuwse dorpsbeeld.

In het gehucht Moerdijk zijn een aantal historische panden bewaard, onder meer het Torenhofcomplex. Verder in het landelijke gebied zijn verspreide hoeves te vinden, met meestal 19de-eeuwse hoevegebouwen in een L- of U-vormige opstelling. Een aantal van deze hoevesites gaat eeuwen terug en is op historische kaarten herkenbaar door de omwalling. Het Bourgogne Leenhof is in kern 17de-eeuws; verder in de Streulestraat springt de traptoren van de "Torenhoeve" in het oog. Behalve de in heel Ichtegem zeer talrijk aanwezige kapellen, wordt het landelijke gebied van Eernegem getypeerd door kasteeldomeinen met eind 19de- of begin 20ste-eeuwse gebouwen en parkaanleg.

Auteurs: Vanneste, Pol; Gilté, Stefanie; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

Is deel van

Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen


Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten

Diksmuidebaan 49, Fonteinstraat (Ichtegem), Fonteinpad, Oostendestraat 388-396 (Torhout)
Domein met omwald kasteel, hoeve, paardenstallen en koetshuis met flankerende hoveniers- en koetsierswoning, ijskelder, portierswoning en in het vierkant gebouwde omheiningsmuur met torens en poorten. Buiten de omheiningsmuur liggen nog de ijskelder en het kapelletje van Wijnendale ten zuiden. Binnen de omheiningsmuur bevinden zich nog een moestuin, zaaibedden, kweekterreinen en de zuidgerichte halfronde druivenserre. De binnenkoer is deels gekasseid, deels grasplein met hagen, aangelegd door tuinarchitect Mien Ruys. Bos met heel wat restanten van de zeer oude beheersvormen en een zeer grote floristische waarde met 'oudbosplanten'.


Oostendesteenweg 276 (Ichtegem)
Historische hoeve, waarvan de site al herkenbaar is op 16de-eeuwse kaarten, meer bepaald gelegen langsheen de Moerdijkvaart en bereikbaar via een brug over deze vaart. De erftoegang bestaat uit een ijzeren hek tussen beschilderde betonnen pijlers, vermoedelijk daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.. De hoevegebouwen klimmen op tot de 18de eeuw, meer bepaald de boerenwoning ten noorden, bestaande uit drie volumes in elkaars verlengde, en de dwarsschuur in vakwerkbouw ten zuiden. De stal ten westen van het erf klimt op tot eind 18de of vroeg 19de eeuw.


Fazantstraat 3 (Ichtegem)
Uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Rode baksteenbouw onder pannen zadeldak, haaks op de straat geplaatst.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bouwkundig erfgoed Ichtegem [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/927 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.