Straat ten (zuid)oosten van het centrum van Oostkamp, gelegen in het gehucht Moerbrugge. Vrij rechte landelijke baan die loopt van de Everaertstraat naar de Hazelaarstraat. De straat vertrekt naast de spoorweg Brussel-Brugge, in het verlengde van de Everaertstraat, en loopt vlak vóór de Hazelaarstraat via een viaduct over de autosnelweg Brussel-Oostende (E40) tot aan de Hazelaarstraat. Een noordoostelijke zijarm verbindt de Gevaartsestraat, via een viaduct onder de spoorweg met de Stuivenbergstraat. De straatnaam verwijst naar een zeker eind 18de-eeuwse wijk, liggend ten westen van het "Gruuthusekasteel" (zie Stationsstraat nummer 196) zie op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778).

De straat wordt al afgebeeld op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601), met enkele verspreid gelegen hoeves. De straat loopt vanaf de brug over het kanaal Gent-Brugge, ter hoogte van de huidige Moerbrugsestraat, over het tracé van de later zogenaamde Patersonstraat, tot op het tracé van de Halvemaenstraat op grondgebied Oedelem (Beernem). Op een kaart van 1770 uit het Rijksarchief te Brugge aangeduid als "Audenaerschen heirwegh" en in een verslag van 1805 als "Audenaerde Aerdeweg". Op de laat 18de-eeuwse Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), loopt de straat langs het gehucht Stuyvenberghe, dat zich ongeveer situeert ter hoogte van de Gevaartsestraat en Defruytstraat, via een als "Klein Kercke Goedt" aangeduide hoeve naar het op Beernems grondgebied gelegen "Biscop Veldt" (Bulskampveld) (zie Algemene geschiedenis van de veldontginningsgebieden). Op het primitief kadasterplan (circa 1835) wordt de lange weg voor het eerst aangeduid met "Ruysseleedschen heyrweg". Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) verschijnt de straat als "Chemin n° 3", met vermelding "Chemin du hameau de Moerbrugge à Beernem (lieu dit Trois Rois)" ofte "Ruisseleedschen Heerweg"). Een 19de-eeuwse kadastrale kaart uit het Rijksarchief van Brugge registreert "Oude Ruisseleschen weg".

Het uitzicht van de straat zal grondig veranderen met de aanleg van de spoorlijn Gent-Oostende in de jaren 1830 en met de aanleg van de autosnelweg Brussel-Oostende eerst in de jaren 1930, hernomen in de jaren 1950. In 1955 wordt er aangedrongen bij het Ministerie van Verkeerswezen te Brussel om de overweg op de wijk Stuivenberg, die men van plan was af te schaffen, te vervangen door een tunnel voor klein verkeer. Onder die kleine spoorwegbrug bestaat het wegdek uit kasseien; één van de laatste strookjes kasseien van de gemeente.
Lange, geasfalteerde landweg, met vrij recht verloop in zuidwestelijke richting, grosso modo halverwege onderbroken door de Bornebeek. Verspreid gelegen bebouwing met kleine concentratie ter hoogte van de Stuivenberg- en de Erkegemstraat. Nummer 1, voormalig hoevetje, gelegen langs de spoorweg, vermoedelijk daterend uit het eerste kwart van de 19de eeuw zie eerste afbeelding op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843). Voorts weinig belangrijke woonhuizen uit de eerste helft van de 20ste eeuw zoals nummer 14, van twee bouwlagen doch met achteraf bepleisterde voorgevel en aangepaste openingen. Nummer 56, recent zwaar gerenoveerde woning van anderhalve bouwlaag voorzien van decoratieve muurankers. Nummer 58, door jaarankers gedateerd "1914". Enkele langs zijarmen gelegen hoeves, vaak tot op heden met agrarische functies; soms opklimmend tot de 18de eeuw (zie nummers 112 en 128).