Inhoudelijk thema

Sociale huisvesting: Nationale Werven

ID
122
URI
https://id.erfgoed.net/themas/122

Beschrijving

Geschiedenis en typering

De vernielingen van de Tweede Wereldoorlog bleven eerder beperkt in Vlaanderen. De bijna volledig stilgevallen bouwactiviteit tijdens de oorlog, samen met de tienjarige crisis in de bouw die deze oorlog voorafging, zorgde echter voor een grote woningnood. Daarom lanceerde de communistische minister van Wederopbouw Jean Terfve (1946-1947) reeds in 1946 een nationaal programma van woningen voor oorlogsslachtoffers in zwaar getroffen gebieden: de Nationale Werven. Het gaat vooral om kleine, traditionele wijken van grondgebonden woningen, zonder gemeenschappelijke voorzieningen. De aanvankelijke doelstelling was om ruim 10.000 woningen te realiseren maar onder Terfve werden slechts dertien werven opgestart met in totaal een paar honderd woningen, onder andere te Borgerhout, Deurne, Ertvelde-Rieme, Heist-aan-zee (voor vissersfamilies), Nieuwpoort en Oostende. De plannen voor een grotere wijk met ruim 200 woningen in Mechelen (Oud-Oefenplein) werden uiteindelijk door de stad en de lokale huisvestingsmaatschappij overgenomen. Als reden voor dit beperkte succes haalde men onder andere de geringe inspraak van de bewoners aan.

De meeste architecten van deze Nationale Werven werden gekozen op basis van een wedstrijd en de architectuur is over het algemeen gekenmerkt door een sober en regionaal geïnspireerd traditionalisme, bijvoorbeeld te Knokke-Heist, Oostende en Nieuwpoort. Een uitzondering hierop zijn de modern ogende wijken die Renaat Braem ontwierp in Borgerhout en Deurne. In 1947 organiseerde Tervfe nog een succesvolle architectuurwedstrijd om een ‘pool’ van architecten te creëren voor deze nationale werven (met onder de 28 laureaten Groupe EGAU en Isia Isgour) maar deze wedstrijd bleef verder zonder gevolg. Het project werd in 1947 wel voortgezet onder de katholieke minister De Man (met de opstart van tien nieuwe, kleine werven) maar omwille van het beperkte succes van de werven van zijn voorganger deed men vooral onderzoek naar het verwachtingspatroon van de bewoners. Hij introduceerde ook het gebruik van gestandaardiseerde bouwelementen zoals raamkaders en deuren om de kosten te drukken, en organiseerde tentoonstellingen met gemeubileerde modelwoningen. Toch stierf het project een stille dood.

Erfgoedwaarden en –criteria

De relicten en gehelen in deze categorie hebben een historische waarde omdat ze getuigen van de wederopbouw en dus ook van de oorlogsvernielingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De meeste Nationale Werven zijn te typeren als bescheiden maar kwalitatieve voorbeelden van de traditionele woningbouw uit de naoorlogse periode en hebben omwille van hun representatieve karakter een architecturale en stedenbouwkundige waarde. De wijken in Borgerhout en Deurne – waar Renaat Braem mee verantwoordelijk was voor de aanleg en de architectuur – zijn zeldzame voorbeelden van het vroege naoorlogse modernisme en hebben om die reden een hogere architecturale en stedenbouwkundige waarde. Ten slotte scoort een aantal wijken hoog op contextwaarde omdat ze deel uitmaken van een ruimere sociale woonwijk met erfgoedwaarde (Nieuwpoort, Knokke-Heist en vooral de Nationale Werf in Deurne die aansluit bij de latere Arenawijk van Braem, deze laatste wijk maakt geen deel uit van het thematisch onderzoek).

Erfgoedelementen

De inplanting van de woningen in deze kleine wijken is eerder traditioneel met beperkte groenzones aan de publieke ruimte (vaak kleine voortuintjes). Ook de architectuur is veelal traditioneel en homogeen qua schaal (laagbouw, in Borgerhout met middelhoogbouw appartementsgebouwen), silhouet (voornamelijk zadeldaken), volumewerking, materialiteit (baksteen en dakpannen) en gevelcompositie. Sommige van deze wijken hebben datum- en herdenkingsstenen die verwijzen naar de wederopbouw.


Bron: VAN HERCK K., VANDEWEGHE E., VERHELST J. 2016: Goed wonen voor iedereen: een rijke geschiedenis. Onderzoek naar de erfgoedwaarden van het sociale woningbouwpatrimonium in Vlaanderen, Onderzoeksrapport Onroerend Erfgoed 52, Brussel.
Auteurs: Van Herck, Karina; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten

Emiel Coppietersstraat 54-104, Gasstraat 14-16, 17-36, 38-48, Justus Van Clichthovenstraat 1-17, 18-37, 39-51, 52-95, 97-135, Oude Veurnevaart 50-80, Pieter Braeckelaan 7-39, 42-44, 45-54, 56-64, Rijkswachtstraat 2-46, Theo Goedhuysplein 1-42, 43 (Nieuwpoort)
Tuinwijk van 100 woningen, gerealiseerd in 1921 door de Dienst der Verwoeste Gewesten naar ontwerp van Albert Van huffel en Raphaël Verwilghen, aangevuld met een 100-tal arbeiderswoningen van de sociale huisvestingsmaatschappij De Goedkope Woning Nieuport (1935-1955) en een Nationale Werf (1947).


Gitschotellei 333-335, Jakob Smitsstraat 1-28, 30-32 (Antwerpen)
In september 1946 krijgt Braem een opdracht voor de Nationale Werf van Borgerhout, deze wijk die in totaal 30 eengezinswoningen en 2 appartementsgebouwen telt, wordt in de loop van 1948 en begin 1949 voltooid.


Emanuel Hielstraat 2-18, Knokkestraat 170-214, Matrozenplein 1-24, 25, Peter Benoitlaan 1-12, 14-24, Zuidstraat 1-26, 27-31 (Knokke-Heist)
Buurt met sociale woningen, tussen 1932 en 1959 gerealiseerd door sociale huisvestingsmaatschappij t’ Heist Best naar ontwerp van L. Hauters, Gust. Bailyu en Robert Neirynck, en een Nationale Werf uit 1947 met woningen voor oorlogsslachtoffers naar ontwerp van Gustave De Preter en Pierre De Groote.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale huisvesting: Nationale Werven [online], https://id.erfgoed.net/themas/122 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.