Lozer, het voornaamste gehucht van Huise werd bij de fusie van 1977 bij Kruishoutem gevoegd. De dorpskern werd een deelgemeente van Zingem.
Lozer, circa 1185 losere genoemd is mogelijk een prehistorische waternaam. Intensieve prospectie van lokale amateurs gevolgd door verscheidene opgravingscampagnes door de RUG in de jaren 1960-70 bevestigden de occupatie van de streek in de Steentijd en bewoning en begraving vanaf de Late IJzertijd en in de Romeinse periode, onder meer door het blootleggen van een grafveld met 39 brandrestengraven.
Sinds 1654 is de naam verbonden met de familie della Faille door de aankoop door J.-B. della Faille van de heerlijkheid Huise met foncier te Lozer. Sinds 1736 draagt de familie de naam van baron della Faille d' Huysse. Uitbouw van het gehucht en de nieuwe parochie door de familie della Faille d' Huyssemet de oprichting van een kerk met kerkhof en pastorie in 1844, een jongensschool en talrijke hoeves en boerenarbeidershuizen.
GOEMINNE J. De familie van Machelen-Ayshove te Huise en te Kruishoutem, 1157-1369, in Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde. Kunst- en Oudheidkundige Kring-Deinze, XXXVI, 1969, p. 9-135.
VERMEULEN F. - ROGGE M. - VAN DURME L., Terug naar de bron, Kruishoutem archeologisch doorgelicht, Kruishoutem, 1993, p. 26-29.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)