Er bestaan twee vormen van de naam: Sluysbergh en Luysbergh; de eerste zou verwijzen naar het sluissysteem op de Cicindria, de tweede zou teruggaan op "lozen", en duiden op een afwatering naar dezelfde beek. Op het einde van de straat, waar deze kruist met de Ursulinenstraat, stroomt de thans overdekte Cicindria de stad binnen; hier bevond zich het Comisgaet, een versterking voorzien van sluizen, "cleyne nagelen" genaamd, bedoeld om het waterpeil in de stad te controleren.
De straat loopt met een duidelijke helling van de Naamsestraat naar beneden, waar ze uitgeeft op de Ursulinenstraat. De oorspronkelijke bestrating van kasseien bleef bewaard. De rechter zijde wordt beheerst door de 19de-eeuwse vleugel van het ursulinenklooster, terwijl de hoek met de Naamsestraat gevormd wordt door een vleugel van het voormalige refugiehuis van Averbode. De linker gevelwand is vrijwel volledig verdwenen; de bebouwing moest hier plaats ruimen voor parkeerterreinen. Door afbraak van deze gebouwen kwam een klein gedeelte van een zware, zandstenen muur vrij, mogelijk behorende tot de vroegere vestigingswerken.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)