Tijdens rioleringswerken in het bestaande wegtracé van de Ieperstraat in Wijtschate werd een houten tunnelconstructie doorbroken. Het onderzoek wees uit dat het een Duitse tunnel betreft die het wegtracé kruiste. Vermoedelijk verschafte de constructie toegang tot een groter complex dat zich ten westen van de weg bevond. Omdat de vloerpas langzaam steeg in oostelijke richting wordt vermoed dat de eigenlijke ingang zich op geringe afstand net ten oosten van de weg bevond.
Het vondstenensemble is zeer beperkt en draagt weinig bij tot de interpretatie van de functie van de tunnel. Het gaat om algemeen rondslingerend materiaal dat overal op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog kan aangetroffen worden. De mix van Duits en geallieerd materiaal is ook niet verwonderlijk daar het dorp tussen juni 1917 en september 1918 tot vier maal toe van zijde is gewisseld. Het betreft drie emmers, één in hout en twee in metaal, het wiel van een kruiwagen, een Duitse Stielhandgranate, de interne buis van een kartetsgranaat, een stuk communicatiekabel en een Britse General Service schop.