Op basis van een eerder uitgevoerde prospectie met ingreep in de bodem waren namelijk resten vastgesteld van de vermoedelijk eerste stadsomwalling van Dendermonde. Gezien het eerder beperkte beeld hierop en het feit dat deze versterking nog niet eerder archeologisch onderzocht kon worden, was verder onderzoek noodzakelijk.

Tijdens het onderzoek konden heel wat nieuwe inzichten in de eerste stadsversterking van Dendermonde verkregen worden. Zo kon vastgesteld worden dat het oorspronkelijke wallichaam zeer goed bewaard was gebleven. De wal had een bewaarde hoogte van ca. 1,5 m. Het weinige vondstmateriaal doet een datering in de late 12de - vroege 13de eeuw vermoeden. De bijhorende stadsgracht kon ook gedeeltelijk onderzocht worden. De volledige gracht kon helaas niet in de profielsleuven onderzocht worden aangezien de veldzijde buiten het plangebied lag en de gracht dieper ging dan de te verstoren zone. Er werd getracht het profiel met boringen aan te vullen, maar dit lukte niet overal. In totaal konden vijf grote fasen in de profielen waargenomen worden.

Naast sporen van de stadsversterking werden ook nog verschillende andere sporen aangetroffen. Het ging hierbij om verschillende kuilen, een ovenstructuurtje en een dubbele begraving. In één van de kuilen werd vermoedelijk een afvalpakket van het nabijgelegen prinsenhof aangetroffen. Er konden tussen het botmateriaal fragmenten van hert, everzwijn en bruine beer herkend worden, diersoorten die enkel via jacht te verkrijgen waren en dus aan een elitaire context konden gelinkt worden.