Tijdens de vlakdekkende opgraving werden in totaal drie archeologische sporen en 23 muurresten aangeduid en beschreven. Ter hoogte van werkput 1 werden enkel relatief recent uitgegraven kuilen waargenomen in het relevante archeologische niveau. De sporen uit het vooronderzoek werden waargenomen, maar blijken na het couperen een natuurlijke oorsprong te kennen. De archeologische sporen zijn als kuilen en een beerkuil(?) te interpreteren. De muurresten behoren toe tot funderingen van oudere bewoningsfasen op het terrein, alsook van kelders, een beerput
en andere putten waarvan de functie eerder onduidelijk is. De structuren dienen in verband gebracht te worden met laatmiddeleeuwse tot post-middeleeuwse bewoning langsheen de Witherenstraat.
Het gros van de muren zijn zowel opgebouwd uit baksteen als natuurstenen. De muren werden opgetrokken met behulp van kalk- of cementmortel. Enkele muren en een restant van een aangestampte vloer zijn allicht afkomstig van een achterbouw. Hierbinnen bevond zich een beerput met onder- en bovenaan respectievelijk laatmiddeleeuws en 16de/17de-eeuws materiaal. Binnen het vondstensemble uit de beerput werd hoogstaand aardewerk en luxeglas aangetroffen, wat duidelijk wijst op een rijkere context. De onderste vulling van deze beerput is bemonsterd voor archeobotanisch onderzoek. Uit het waarderend archeobotanisch onderzoek blijkt dat de pollen en zaden en vruchten uit het staal zich lenen voor analyse. Die analyse werd echter niet uitgevoerd.
Ook de structuren in de ‘tuinzone’ kunnen vermoedelijk ergens in deze periode (late middeleeuwen tot vroeg-Nieuwe Tijd) geplaatst worden. Muren M5 en M6 lijken namelijk deels uitgebroken te zijn voor de aanleg van muur M7 (achterbouw). De sporen en structuren leverden bovendien zowel grijs- als roodbakkend aardewerk op.
In de 18de eeuw verschijnt wellicht een gebouw binnen het onderzoeksgebied waarvan de muurresten teruggevonden zijn, zowel van het voorliggende gedeelte met kelder als de achterbouw werd hiervan teruggevonden. Deze muurresten verwijzen mogelijk naar het gebouw dat weergegeven is op de Ferrariskaart (ca. 1777). De beerput wordt daarbij geïntegreerd en mogelijk nog tijdelijk in gebruik genomen en nadien aangewend om afval in dumpen.
In het midden van de 19de eeuw wordt er vermoedelijk een (deels) nieuw gebouw opgetrokken waarbij de toenmalige muren deels verstoord of verwijderd worden. Op de Popp-kaart is te zien dat er een centrale zone is waar geen bebouwing weergegeven is. Hierbij wordt vermoedelijk muur M12 verwijderd en wordt er nadien een nieuwe kelder en een waterput aangelegd. De waterput bevindt zich daarbij zowat centraal in de zone die niet bebouwd is op deze kaart en de kelder bevindt zich ter hoogte van het zuidelijke deel van het gebouw. Later wordt er ook een riool voorzien.
Auteurs: Claesen, Jan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARCHEBO bvba
Beschrijving:
In beerput M18 werd grijs aardewerk, rood aardewerk, wit geglazuurd aardewerk, Rijnlands steengoed, faience, majolica en Delfts Blauw aardewerk teruggevonden. Het gaat daarbij vnl. om keukengerei of tafelgerei. Deze werden vooral ingezameld uit de bovenste lagen van de opvulling. Het materiaal in deze opvullingslagen is ruim te dateren in de 16de-17de eeuw. Het materiaal dat werd gerecupereerd uit de onderste lagen van de beerput is eerder te dateren in de 15de-vroeg 16de eeuw.