Beschrijving
Deze bescherming betreft het graf en grafteken Huybrechts-Coppejans, grafperceel: BKE, rij 3, nummer 63.
Uit nieuw onderzoek blijkt dat niet Prudence Huybrechts (Gent, 1867 - Etterbeek, 1930) maar Prudentia Coppejans (+1904) in het graf is bijgezet. Prudentia Coppejans was vermoedelijk een zus van Virginie Coppejans.
Waarden
Het graf en grafteken Huybrechts-Coppejans is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door:
archeologische waarde
De menselijke resten van het echtpaar Huybrechts-Coppejans en hun dochter Prudence-Stefanie bleven in het graf bewaard. Menselijke resten in een duidelijk omschreven funeraire context zijn archeologisch belangrijk omdat bekend is wie zij waren, tot welke sociale laag ze behoorden, wanneer ze stierven, enzovoort. Zelfs voor de 19de en 20ste eeuw blijven skeletresten belangrijke onafhankelijke tot stand gekomen informatiebronnen die de geschreven archiefbronnen kunnen toetsen, aanvullen en nuanceren. Over grafrituelen en grafgiften werd weinig informatie overgeleverd in eigentijdse bronnen. Grafinhouden en skeletresten zijn dan ook belangrijk om de visie op leven en dood, de funeraire cultuur, levensverwachting, ziekte, biologische kenmerken, ... te onderzoeken.
culturele waarde
De locatie van het grafteken op het kerkhof van Sint-Amandsberg is een representatief voorbeeld van de christelijke burgerij, hier de Gentse christelijke burgerij, die zich ten tijde van de kerkhovenoorlog doelbewust buiten de stad op een kerkhof liet begraven.
Het grafteken getuigt door het gebruik van verschillende symbolen van de burgerlijke cultuur aan het einde van de 19de eeuw. Het kruis refereert naar de religieuze overtuiging van de familie Carpentier-Huybreghts. Hun keuze voor de in vrijzinnige en liberale milieus populaire Victor Horta is daardoor uitzonderlijk. Samen met het grafteken Carpentier-Huybreghts in Ronse is het Gentse grafteken Huybrechts-Coppejans het enige funeraire ontwerp waar Victor Horta een kruis in verwerkt, weliswaar op de zijkant van het grafteken en als decoratief element.
Het grafteken is door het gebruik van verschillende symbolen representatief voor de burgerlijke cultuur op het einde van de 19de eeuw. Het kruis refereert naar de religieuze overtuiging van de familie Huybrechts-Coppejans. De afbeelding van een papaver of slaapbol als symbool voor ‘troost’, ‘de slaap der doden’ of ‘eeuwige slaap’ is een representatief voorbeeld van een algemeen bekend symbool binnen de funeraire cultuur van de late 19de eeuw. De ‘taal der bloemen’ genoot grote bekendheid bij de burgerij tussen 1816 en 1914 en net tot die burgerij behoorde het gezin Huybrechts-Coppejans dat bekend stond als handelaars en industriëlen. De iris staat mogelijk voor Hades, god van de onderwereld.
architecturale waarde
Het grafteken, afgewerkt in 1895, is een uitzonderlijk voorbeeld van een grafteken in zuivere art nouveau in Vlaanderen. De art nouveau is vernieuwend binnen de funeraire kunst en komt bijzonder weinig voor op Vlaamse begraafplaatsen.
Het grafteken is een uitzonderlijke realisatie binnen het oeuvre van Horta waarin graftekens slechts sporadisch voorkomen. Hier past de architect zijn volgroeide art-nouveau-vormgeving toe op een grafteken van het zerk-met-stèletype. De curve en zweepslagmotief domineren in het grafteken, zowel in zijn algemene vorm als in het decoratieve detail.
Het gebruik van de zijkanten van de stèle als volwaardig decoratief onderdeel van het grafteken, een vernieuwing ingevoerd door Victor Horta, is uitzonderlijk in de funeraire vormgeving en wordt hier voor het eerst toegepast. Het zal een handelsmerk van Victor Horta worden.
De iris op de zijkanten van het grafteken is een veel voorkomend en representatief decoratief element binnen het oeuvre van Horta. Hetzelfde motief komt ook voor in het architecturale oeuvre van de architect.
historische waarde
Het grafteken is afgewerkt in 1895 en is niet alleen één van de vroegste ontwerpen van Victor Horta in zuivere art nouveau maar ook een zeldzaam voorbeeld van een grafteken in die stijl. Het grafteken werd ontworpen door de jonge Victor Horta voor het echtpaar Antoon en Virginie Huybrechts-Coppejans en hun dochter Prudence Huybrechts. Victor Horta volgde ook het volledige productieproces van het grafteken in het beeldhouwatelier Marin op. Mogelijk heeft dit grafteken ertoe geleid dat de schoonzoon van Antoon Huybrechts, Valère Carpentier vervolgens Victor Horta aantrok om zijn buitenverblijf in Ronse op te trekken.
De bijna identieke graftekens Huybrechts-Coppejans in Gent en Carpentier-Huybreghts in Ronse getuigen van de familiale en artistieke banden tussen de families Huybrechts, Carpentier en Victor Horta.
De menselijke resten van het echtpaar Huybrechts-Coppejans en hun dochter Prudence-Stefanie bleven in het graf bewaard.