Beschermd monument

Herenhuis en achterbouw

Beschermd monument van tot heden

ID
3713
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/3713

Besluiten

Herenhuis
definitieve beschermingsbesluiten: 31-05-2002  ID: 3868

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van beschermingen vind je op onze website.

Beschrijving

Het herenhuis van circa 1845 is, met inbegrip van de achterbouw van circa 1879, beschermd als monument.



Waarden

Het herenhuis en de achterbouw zijn beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:

historische waarde

in casu architectuurhistorische waarde: Het pand is opgetrokken in 1845, in een zeer sobere, neoklassieke vormentaal, met referenties naar de vroeg 19de-eeuwse lokale bouwstijl. Vermoedelijk was het in oorsprong reeds een gecombineerde koopmans- en burgerwoonst, die in de 20ste eeuw deel is gaan uitmaken van een groter woon- en winkelcomplex.
Het gebouw is opgevat als een ruim breedhuis, opgetrokken in baksteen op een kalkstenen plint, met acht traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De witgekalkte gevel volgt een bocht in de straat en wordt geritmeerd door twee risalieten en krijgt een levendiger karakter door de afwisseling van venstervormen, het gebruik van kalkstenen omlijstingen en drempels in cordon. Het monumentale accent ligt hierbij op het gelijkvloers, met een zwaar omlijste ingangspartij met bovenliggend smeedijzeren balkon in de eerste travee en een soberder omlijste, korfbogige inrijpoort in de zesde travee. Van de rondbogige ramen op het gelijkvloers resteren slechts twee exemplaren in de uiterste rechtse traveeën.
De indeling van het huis wordt bepaald door de centrale poortdoorgang, aan weerszijden waarvan zich twee dubbelhuizen bevinden, het noordelijke parallel met de straat en oorspronkelijk van daaruit toegankelijk, het zuidelijke dwars op de straat en toegankelijk via de centrale doorgang. Het zuidelijke huis vertoont een klassieke dubbelhuisindeling met een centrale vestibule met annexe traphal, waarop aan weerszijden ruimten aansluiten. De indeling van het noordelijke huis is gewijzigd op gelijkvloers niveau, maar moet blijkens het exterieur over een laterale hal hebben beschikt. De verdiepingen vertonen merkwaardig genoeg een dubbelhuisstructuur.
De interieurdecoratie van het ensemble is sober, met een nadruk op het gelijkvloers. Hier zijn slechts een eenvoudige Louis-Philippe-staatsietrap en een neobarokke schoorsteen op het gelijkvloers van het zuidelijke huis vermeldenswaardig. De verdere afwerking is sober 19de-eeuws.

historische waarde

Het pand is opgetrokken op het gecombineerde perceel van het oude kanunnikenhuis VIII, het domus fabricae, de brouwerij, de proosdij en de proostenhof van het Onze-LieveVrouwekapittel.
Het achtste kanunnikenhuis werd opgetrokken in het uiterste oosten van het kloosterlijke immuniteitsgebied, vlak tegen de oorspronkelijke kloostergebouwen, tussen de 4de-eeuwse Romeinse muur en de Kloosterstraat. De bouwheer en eerste bewoner van het primitieve domus octave was magister Petrus de Hoyo. Het pand werd vrijwel ononderbroken bewoond door kanuuniken.
Op 14 april 1383 kreeg kanunnik Jean Decani de opdracht het domus fabricae, een lokaal dat voorheen door de kerkfabriek werd gebruikt, aan het huis toe te voegen. Het gebouwtje was te situeren binnen het claustrum, in de buurt van het noordertransept van de collegiale, tussen het achtste kanunnikenhuis en de proosdij.
Het complex werd in 1621 nogmaals uitgebreid, toen kanunnik Richard Pauli-Stravius de voormalige kloosterbrouwerij annexeerde. Na de brand van 1677 werd ook de prepositura, de vroegere woning van de proost aan het complex toegevoegd. Deze proosdij behoorde tot de oorspronkelijke kapittelgebouwen binnen het claustrum, was te situeren ten oosten van het oude kerkhof en omvatte de turris prepositi, een herstelde Romeinse toren van de 4de-eeuwse omwalling. In 1554 liet proost Arnold de Bocholtz het huis restaureren, waarna hij het afstond aan het kapittel.
Tot de proosdij behoorde ook een tuin, die het kloosterpand langs de noord- en oostzijde omgaf. Met de overdracht van de proosdij verkregen de bewoners van het achtste kanunnikenhuis het eigendomsrecht over deze zogenaamde proostenhof. In 1714 liet kanunnik Gerard-Arnold van Hove het geheel uniformiseren, brak de muur tussen de tuinen van het domus fabricae en de prepositura af en liet aan de zijde van het kerkhof een monumentale muur optrekken, naar een ontwerp van architect Guillaume Minime uit Luik.
Deze muur is zichtbaar op een tekening van Remacle Ie Loup van omstreeks 1730.
In 1774 werd het complex gedeeltelijk verkocht aan Jean-Guillaume Vandermeer, handelaar en timmerman. Het heeft er alle schijn van dat het gehele complex grotendeels werd afgebroken omstreeks 1787. In 1845 werd de huidige nieuwbouw opgetrokken, die sindsdien slechts intern is getransformeerd.


Aanduiding van

Is de bescherming van

Herenhuis

Kloosterstraat 1-3 (Tongeren)
Zeer ruim herenhuis, waarvan de gevel de bocht in de straat meevolgt, in laat-classicistische stijl met empire-invloed uit begin 19de eeuw.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis en achterbouw [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/3713 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.