Beschrijving
Deze bescherming betreft de twee mijnkraters uit de Eerste Wereldoorlog bij Peckham.
Waarden
De twee mijnkraters bij Peckham, waarvan één het resultaat is van de ontploffing van een Britse dieptemijn op 7 juni 1917 en een van een Duitse ondiepe mijn in 1916, zijn beschermd als monument omwille van het algemene belang gevormd door de:
archeologische waarde
Mijnkraters vormden na hun ontstaan ideale locaties voor constructies, zoals schuilplaatsen of nieuwe aanzetten tot ondergrondse galerijen. Op hun beurt werden kraters als versterking in de frontlinies ingebouwd. Zij vormen dus ook potentiële vindplaatsen van archeologische resten van de Eerste Wereldoorlog.
technische waarde
Ook al zijn ondermijningen traditionele vormen van oorlogsvoering, de ondergrondse oorlog in de Westhoek evolueerde en kende technische vernieuwingen. Deze mijnkrater is het resultaat van de plaatsing van een dieptemijn, grote hoeveelheden springstof (34,5 ton) die op grote diepte (21 à 24 m) in de ondergrond werden ingegraven. Technisch werd dat pas mogelijk nadat met behulp van stalen zinkschachten de moeilijk bereikbare tertiaire kleilagen in de ondergrond konden worden aangeboord. De omvang van de kraters is representatief voor de fase in de oorlog waarbij men op grote diepte, vanuit de diepliggende droge kleilagen, het front ondermijnde.
culturele waarde
De mijnkraters bij Peckham herinneren aan het dodelijke ondergrondse kat- en muisspel aan het front. Soldaten kwamen om tijdens ondergrondse gevechten of werken in de tunnels, of tijdens bovengrondse infanterieaanvallen die op de explosies volgden. Niet altijd slaagde men erin om de lichamen te evacueren. Voor de volgende generaties en in het bijzonder voor de nabestaanden is de mijnkratersite een herdenkingsplaats voor wie hier naamloos en zonder graf in de aarde rust. In die zin vormt de site een herdenkingsplaats voor militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. De herinnering aan de Eerste Wereldoorlog kent nog altijd een breed maatschappelijk en internationaal draagvlak.
historische waarde
De mijnkraters bij Peckham getuigen van de ondergrondse mijnenoorlog zoals die in de periode 1914-1918 op het front in de Westhoek werd gevoerd. Kenmerkend voor de Eerste Wereldoorlog was zijn statische karakter: een vier jaar durend, bloedig conflict dat tot volledige stilstand was gekomen. Bovengronds lukte het niet om tot een doorbraak te komen en dus probeerde men het ondergronds. Historisch gezien paste de techniek van ondermijningen in de traditie van de belegering van vestingen, zoals die in lang vervlogen tijden vaak was toegepast. De grote Peckham mijnkrater is één van de restanten van de mijnenslag die op 7 juni 1917 met de gelijktijdige ontploffing van 19 dieptemijnen uitbarstte. De site maakt deel uit van het slagveld van de derde slag om Ieper (juni-november 1917) en markeert samen met de andere relicten de historische frontlijn van waaruit het geallieerde offensief vertrok. Bijzonder aan de mijnenslag is dat hij een in de tijd en ruimte beperkte doorbraak op het front in de Westhoek realiseerde, in tegenstelling tot eerdere initiatieven elders op het westelijke front. Peckham is een van de weinige sites die de restanten van een dieptemijn uit 1917 en een ondiepe mijn van een vroegere periode met elkaar combineert. De kleine krater is representatief voor lichtere mijnen die de Duitse troepen gebruikten als verdediging van hun eigen linies. In het schema van de mijnenslag dat meermaals werd aangepast, was Peckham één van de oudste locaties waar de Britten met diepe ondermijningen begonnen. Goed bewaarde landschappelijke relicten van de Eerste Wereldoorlog die nog zichtbaar zijn op het terrein, zijn zeldzaam. Na de oorlog lag de frontzone bezaaid met miljoenen granaattrechters en resten van militaire infrastructuur. Tijdens de reconversie van het oorlogslandschap naar een genormaliseerde, leefbare agrarische omgeving werden de meeste oorlogsrestanten weggewerkt: gronden werden geëffend, landbouwterreinen gediepgrond, loopgraven ontmanteld, percelen opnieuw gebruiksklaar gemaakt. De mijnkraters zijn één van de weinige relicten van het vroegere oorlogslandschap die nog in situ op het terrein herkenbaar zijn. De kraters nabij Peckham liggen in het voormalige niemandsland: de grote krater geeft de ligging van de Duitse linies aan, de kleine lag op korte afstand van de Britse frontlijn. Het open zicht vanaf de Wijtschatestraat en de Scheerstraat op de mijnkrater van 1917 draagt bij tot de publieke belevingswaarde. De landschappelijke configuratie, met name de samenhang tussen de mijnkraters, weiland en de hoeve (zij het op een belendend perceel heropgebouwd) op de flank van de heuvelrug Wijtschate-Mesen in een half open omgeving is ook in het huidige landschap herkenbaar en heeft dus een hoge contextwaarde.