erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Antonius abt

bouwkundig element
ID
34245
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34245

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Gegevens in verband met de stichting van de parochie en de vroegste bouwgeschiedenis van de kerk zijn niet voorhanden. Van de huidige georiënteerde gotische hallenkerk wordt aangenomen dat ze teruggaat tot de 14de eeuw en de eerste helft van de 15de eeuw. Waarschijnlijk gaat het om een aangepaste en uitgebreide vroegere kruiskerk waarvan de kruisingstoren bewaard bleef. Het jaartal 1690 op een boog van de overwelving van het middenschip verwijst mogelijk naar nog veranderingswerken of herstellingen aan het kerkgebouw, volgend op voorafgaande beschadiging ingevolge brand en/of plundering. Ook aan de toren zouden wijzigingen zijn aangebracht maar bouwhistorische details daaromtrent ontbreken.

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt een driebeukige kerk met schip van acht traveeën onder drie afzonderlijke parallelle leien zadeldaken, een achthoekige klokkentoren boven de vijfde travee van de middenbeuk met lage leien spits; één travee lang middenkoor met driezijdige sluiting tussen recht afgesloten zijkoren die een verlengde travee van de zijbeuken vormen. Achter de zijkoren aangebouwde berging (ten noorden) en sacristie (ten zuiden), laatstgenoemde gedagtekend 1764 op een van de cartouchevormige gevelstenen in de zuidgevel.

Overwegend bakstenen kerk met gebruik van zandsteen onder meer voor de plint, gedeelten van de versneden steunberen, omlijstingen van een aantal vensters met hun boog- en waterlijsten, voor het opgaand metselwerk tot de vensterafzaat in de zijgevel van de zijkoren. Opvallend is de toepassing uitsluitend voor de zuidelijke zijbeuk van talrijke speklagen. De westgevel werd in 1889 ontpleisterd; tezelfdertijd werden natuurstenen gevelelementen vervangen zoals de vensterafzaten, afschuiningen van de steunberen, waarschijnlijk ook de deuromlijsting. De middelste hoger opgaande puntgevel van de westgevel vertoont een korfboogvormig portaal in een brede geprofileerde zandstenen omlijsting onder een even breed ruim spitsboogvenster. Beide licht manke flankerende voorpuntgevels zijn geopend door een kleiner spitsboogvenster. Lange zijgevels geritmeerd door versneden steunberen en verlicht door spitsboogvensters waarvan een aantal met laatgotische tracering. In 1880-81 werden de drie gedichte spitsboogvensters van het middenkoor geopend en voorzien van een drieledige stenen venstertracering in gotische stijl. De zijkoren laten sporen zichtbaar van een gedicht spitsboogvenster in de oostgevel. In de tweede travee van de noord- en zuidelijke zijgevel werd een lage korfboogdeur gedicht. De volledig bakstenen toren van twee geledingen vertoont aan de acht kanten eenvoudige spitsboogvormige galmgaten boven een geleding met smallere spitsboogvormige blindnissen. In 1906-1907 werden het kapwerk en de leien dakbekleding van de zijbeuken, koor en toren vernieuwd, in 1909 het dak van de middenbeuk. Restauratie van de buitengevels in de jaren 1951-54 onder leiding van architect De Doove (Gent) met bouw van nieuwe sacristie-ingang, herstelling van de daken en het klokvormig bekroond dakvenster boven de penant van de twee hoge rechthoekige omlijste en getraliede steekboogvensters van de zuidgevel. Centrale cartouche boven banderol met opschrift: "DOMINE DELEXI DECORUM DOMUS TUAE" in dezelfde gevel van de zuidelijke sacristie.

Interieur

Bepleisterd en geschilderd kerkinterieur. Eerste vier traveeën van de middenbeuk met kruisriboverwelving waarvan de ribben en gordelbogen aanzetten op vijfzijdige consoles. Voorbij de toren zijn middenschip en koor doorlopend overwelfd met een gebroken tongewelf op decoratief gesculpteerde consoles. De zijbeuken vertonen een spits houten tongewelf. Vrij lage spitsboogvormige scheibogen op korte achtzijdige pijlers. Toren rustend op brede pijlers met hoekafschuiningen en verzwaringen, voor en achter met rondboog aanzettend op hoge pilasters met lijstkapiteel, zijdelingse hoge spitsbogen.

Mobilair

Schilderijen: "Golgotha" naar Antoon Van Dijck uit de 17de eeuw; "De HH. Sebastiaan en Antonius abt bidden God om verlossing van de pest" naar P.P. Rubens uit de 17de eeuw; "Bewening" uit de 17de eeuw.

Beeldhouwwerken: Heilige Catharina van Alexandrië en de Heilige Rafaël met jonge Tobias, 18de-eeuwse geschilderde beelden.

Verder: Twee barokke portiekvormige zijaltaren uit de eerste helft van de 17de eeuw; neogotisch hoofdaltaar gedateerd 1891. 18de-eeuws koorgestoelte. Kerkmeestersbank van 1738 en twee confreriebanken van de broederschappen van de Heilige Antonius en de Heilige Sebastiaan respectievelijk van 1738 en 1763. Communiebank van 1738 deels aanwezig in de zijbeuken en deels omgevormd tot altaartafel. Barokke predikstoel gedateerd 1636 op het verwijderde klankbord, met circa 1972 gerestaureerde beeldjes van de evangelisten. Twee in de lambrisering ingewerkte biechtstoelen uit de 18de eeuw. Gotische stenen doopvont deels nog uit de 14de eeuw. Kruisweg geschilderd op doek van circa 1860. Enkele ingemetste 18de-eeuwse grafstenen. Orgel gebouwd in 1869-1870 door P.J. Vereecken (Gijzegem).

  • ROOSE-MEIER B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Zelzate, Brussel, 1981, p. 22-25.
  • VAN WILDERODE A., Moerbeke-Waas toen en thans, Beveren, 1982, p. 6-13.
  • WAUTIER C.H. - VERVAET M., Sint-Antoniuskerk Moerbeke-Waas, Stekene, 1980 (onuitgegeven).

Bron: LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De huidige hallenkerk is het resultaat van de verbouwing en uitbreiding van een oudere kerk met basilicale opstand. Van dit gebouw resten nog het middenschip en de toren. Het middenschip kan op basis van kenmerken van het baksteenmetselwerk worden gedateerd op het einde van de 13de tot het begin van de 14de eeuw. Dat is enige tijd na de definitieve toewijzing in 1264 van de parochie Moerbeke aan het bisdom Doornik. De toren kwam tot stand in een volgende bouwfase in de loop van de 14de eeuw.

Voor haar vergroting tot hallenkerk in de 17de eeuw had de kerk van Moerbeke dezelfde aanleg als in Eksaarde (Lokeren). Er was geen transept; in de plaats daarvan liepen de lagere zijbeuken van het schip tot aan de noord- en zuidzijde van de toren. Het koor was wellicht eenbeukig, misschien geflankeerd door zijkoren in het verlengde van de zijbeuken.

De lichtbeuk van het middenschip van rond 1300 is nog deels zichtbaar van op de dakgoten tussen de hoofd- en zijbeuken. De bovenlichten zijn gekoppelde spitsboogvensters, zoals in de kerken van Eksaarde en Stekene. Een gedicht spitsboogvenster is binnenin de kerk nog te zien bij de orgeltribune. De bewaarde originele kroonlijst van de lichtbeuk bestaat uit twee baksteenlagen met een kwartbol profiel en een baksteenlaag met een kwarthol profiel. In de toren zijn de trompen onder de octogoon gevormd door gemetselde rondbogen in baksteen. Dit kerkgebouw was opgetrokken in bakstenen van Rupeliaan klei uit de omgeving van Stekene.

  • DEBONNE V. 2015: Uit de klei, in verband. Bouwen met baksteen in het graafschap Vlaanderen 1200-1400, onuitgegeven doctoraatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, Departement Architectuur.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Antonius abt [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34245 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.