Herberg De Exter is waarschijnlijk de oudste herberg van Deurne, teruggaand op een brouwerij. Tijdens het Spaanse beleg van Antwerpen (1583-85) werd de brouwerij vernield, maar daarna terug opgebouwd. De brouwerij werd omgevormd tot herberg met aansluitende woning.
Historiek
Toen in 1480 de Herentalse vaart werd gegraven om zoet water te leveren aan de Antwerpse brouwerijen, rezen deze als paddenstoelen uit de grond. Niet allen in Antwerpen zelf, maar ook op het grondgebied van Deurne en Borgerhout. Zo waren er in 1544 binnen Deurne reeds vijftien brouwerijen. Eén onder hen was 'D' Extercke'.
Op enkele jaren tijd werd de brouwerij met bijhorende herberg zo welbekend binnen en buiten het dorp, dat ze haar naam leende aan het gehucht, het 'Exterlaer', voorheen 'Menegheem' geheten.
De oudste gekende eigenaar van brouwerij De Exter, in 1540, was een zekere Daniël Van de Velde. Op 20 december 1559 verkochten Simon Drooge en zijn echtgenote Severijne Hendrickx een erfelijke rente van drie carolusgulden, bezet op een huys met brouwerije, alem, stallen met noch twee kleine huysekens, groot 1 1/4 bunder, geheeten D' Exterken, geleghen bynnen Doerne aen Menegheem of Exterlaer.
Tijdens de belegering van Antwerpen door de Spanjaarden in 1583-1585, werd ook Deurne zwaar bestookt. Hoeven, kastelen, huizen en herbergen, waaronder De Ekster, werden vernield. Dat werd ook in 1599 opgetekend: eene ledige erve daer te voren eene brouwerij opstond, geheeten D' Exterken, met materialen daarop liggende.
Tijdens het twaalfjarig bestand werd de herberg herbouwd, om tijdens de daarop volgende oorlogen opnieuw verwoest te worden. Althans in 1640 staat het eigendom beschreven als eene afgebroken stede met de materialen.
In 1675 worden in het gehucht Exterlaar verschillende eigendommen verkocht, waaronder het herbouwde huis met schuur, stal, enzovoort, geheeten Het Exterke.
Op 14 juni 1788 kwam de herberg in bezit van Joanna Maria Ceulemans, die een huwelijk aanging met Jan-Baptist Reusens van Borsbeek. Op die manier kwam en bleef de herberg geslachten lang een onverkaveld eigendom.
Gedurende de eerste helft van de 19de eeuw behoorde de herberg tot één van de meest geliefde pleisterplaatsen van voorname stedelingen. Tot aan de Eerste Wereldoorlog was de herberg/het café nog steeds gekend om de platte kaas boterhammen en de geuze lambic. Inmiddels is het domein wel grotendeels verkaveld. De oude schuur werd in een landwoning omgebouwd en het café werd gemoderniseerd.
Beschrijving
Herberg De Exter staat op de hoek van de Sint-Rochusstraat met de Eksterlaar. Op het moment van de inventarisatie (1992) was het erf deels omhaagd (zijde Sint-Rochusstraat) en had de herberg een voortuin met oude linden (zijde Eksterlaar). De haag en de linden zijn nog steeds aanwezig.
Het pand telt acht traveeën onder laag aflopende zadeldaken van Vlaamse pannen, waarvan de nokken evenwijdig lopen met de straat. De uiterste traveeën hebben één bouwlaag. Het middenstuk is verhoogd tot twee bouwlagen. Aan erfzijde is er een uitbouw met opkamers. De bepleisterde en beschilderde lijst- en zijpuntgevels hebben zichtbare ankers en rechthoekige, deels beluikte muuropeningen met houten lateien in zij- en achtergevel. Het interieur is vernieuwd.
Aan het Boekenbergpark, recht tegenover Herberg De Exter, staat een gemetseld natuurstenen monumentje met bronzen bas-reliëf door M. Van Reeth uit 1961. Het dient ter herinnering aan P. Bruegel, H. Conscience en D. Sleeckx die hier destijds vertoefden.
- Onroerend Erfgoed Antwerpen, Beschermingsdossier DA000389, Eksterlaar 5: Café Exter, historische nota (S.N., s.d.)
- KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in in Vlaanderen 3ND, Brussel - Turnhout.