Sedert 1953 grotendeels verloren gegaan park behorend tot een minstens tot de 18de eeuw opklimmend goed dat in de 19de eeuw tot kasteeldomein evolueerde; nu restant van de oude vijver, enkele jongere bomen en een perceel parkbos; fragmentarisch bewaard kasteel, nu klooster bij een rusthuis.
Het voormalige kasteel Erkenteel, ook kasteel van Terkoest genaamd, ligt in het gelijknamige gehucht, ten noordwesten van de dorpskern. Bij het begin van de jaren 1950 werd het kasteel aan de zusters Augustinessen verkocht; in de daaropvolgende jaren werd, grotendeels op gronden van het kasteel, een nieuw dorpscentrum met kerk aangelegd, waarrond zich de typische Belgische alleenstaande huizenbouw ontwikkelde. Het kasteel werd klooster, eerst in functie van het dorpsschooltje en later voor het rusthuis dat er in het verlengde van werd opgetrokken. Het goed heeft echter een oudere geschiedenis, verbonden met de Maastrichtse familie d'Erckenteel waarvan de genealogie tot de 16de eeuw opklimt. Na zijn huwelijk in 1614 kwam Hendrik, de oudste in Maastricht in 1589 geboren zoon van Simon Servaas van Erckenteel naar Hasselt en hij werd schepen van Stevoort. Zijn kleinzoon Servaas Hendrik d'Erckenteel kocht honderd jaar later het allodiaal goed Ten Hove (onder Sint-Lambrechts-Herk) en voegde dit aan de familienaam toe. Het kasteel zelf was het resultaat van een verbouwing van een jachtpaviljoen tot kasteel door Godfried d'Erckenteel (1730-1820).
Op de Ferrariskaart (1774-1775) is Erkenteel naamloos. Het bestaat dan uit enkele losse gebouwen, een kleine boomgaard en een U-vormige gracht, gelegen ten zuiden van de beek die zich verderop in de Kleine Herk stort; een dreef loopt naar het zuidoosten, naar de omwalde boerderij waaruit het kasteel Leva later zal ontstaan.
Philippe de Corswarem maakte vanuit het noorden rond 1800 een aquarel van het kasteel, die voor de plattegrond volledig overeenstemt met het Vóór-Primitief kadasterplan van Groulard (1809). Een korte oprit met leilinden, gelegen tussen de twee armen van de kasteelgracht en vertrekkend van een beboomde weg, voert naar het kasteel. Dat wordt voorafgegaan door een langwerpig erf met een dwarsschuur op de noordoostzijde en haakse bijgebouwen ten zuidwesten. Een muur met inrijpoort tussen pilasters sluit het op de vierde, noordwestelijke zijde af. Meer gebouwen, ondermeer een torenachtig volume met dakkapel, liggen rond een klein neerhof ten zuidwesten, dat ook afgesloten wordt door een muur met deurtje. De bouwstijl en het volume van het huis, het dak met wolfseinden, de steekboogvormige vensters en de dispositie entre 'cour et jardin', plaatsen het in de tweede helft van de 18de eeuw. Links op de tekening ziet men de kruinen van de dreef die op de Ferrariskaart voorkomt; voor de kasteelgracht is er geen overeenkomst.
Op het Primitief kadasterplan door C. Copis van kort voor 1830, waar de site 'Coosterstraat' heet, zijn er slechts kleine wijzigingen, voornamelijk de opsplitsing van grotere percelen, bijvoorbeeld twee boomkwekerijen (perceel nr. 87 en 93). Het kasteelerf met zijn gebouwen (perceel nr. 102) bleef, zoals het neerhofje, dat een brouwerij bezat (perceel nr. 103) ongewijzigd, maar achter de schuur kwamen zowel aanleunende als losstaande nieuwe constructies, die ongeveer een derde binnenplaats afbakenen (perceel nr. 104, als weide). De grachten (perceel nr. 95 en 98) zijn als visvijvers genoteerd, er zijn twee boomgaarden (perceel nr. 89 en 105), twee percelen bos (perceel nr. 85 en 88 als lustbos), nutstuinen (perceel nr. 90, 96, 99 en 101) en een lusttuin (perceel nr. 100, 50a 70 circa groot). We interpreteren perceel 101, aan de voet van het kasteel als een parterretuin, waarbij de lusttuin aansloot, perceel 99 als de moestuin van de pachter en perceel 90 als de moestuin van de heren. De legger van 1844 geeft als eigenaar Servaas d'Erckenteel, rentenier te Alken op (Servais-Henri d'Erckenteel, heer van Tenhove en advocaat aan het prinsbisschoppelijke hof in Luik was getrouwd met Marie Agnès Cluts, † 1748, zie De Herckenrode L., 1845). Het goed wordt verder in de familie vererfd tot de laatste van die naam (Marie Louise) Florence d'Erckenteel de Ten Hove (1859-1949), rentenierster te Hasselt in 1881 huwt met Jacques Marie Claes (1852-1927), eerst advocaat, later arrondissementscommissaris en provincieraadslid te Alken. Hij is één van de nakomelingen van Guillaume Claes (1752-1841), advokaat en burgemeester van Hasselt tijdens het ancien régime, de notoire opkoper van zwart goed, die ook onder meer de abdij van Herkenrode en de landcommanderij Alden Biesen bij zijn bezittingen kon tellen. Jacques Claes wordt in 1909 geridderd en zijn oudste zoon Carlo zal het kasteel domein in 1953 verkopen (op het kerkhof van Alken bevind zich de grafsteen van Carlo Claes d'Erkenteel, 1883-1968, Jacques Claes, 1859-1927 en zijn weduwe Florence d'Erkenteel de ten Hove, 1859-1949). Het park is dan in meerdere fasen tot een landschappelijk park geëvolueerd.
Het eigendom is in 1855 meer dan 101 ha groot. De eerste stap naar een kasteeldomein met een park in landschappelijks stijl wordt op het kadaster in 1856 ingetekend. De twee geometrische grachtarmen zijn omgevormd tot een 8-vormige vijver en de verschillende percelen ten zuiden en ten oosten van het kasteel zijn tot één groot perceel samengevoegd. Hierop verschijnt in 1859 een parkpaviljoen. Nadat in 1850 de huisbrouwerij op het kleine, zuidelijke neerhof verdween, worden de gebouwen rond het noordoostelijke neerhof uitgebreid en wordt stap voor stap het kasteelkarakter versterkt. Het oude neerhofje wordt in 1868 dichtgebouwd en slopingen op het kasteelerf reduceren de bebouwing daar tot een L-vorm. Op de Dépotkaart van 1871 ziet men 'château d'Erkentill' liggen als een park met twee rondwegen en het parkpaviljoen met het aansluitend lustbos ten oosten van de gebouwen (zie bij kasteel Leva).
De volgende fase wordt kadastraal geregistreerd in 1879 en is een aanzienlijke uitbreiding van het park, dat voortaan de hoek inneemt gevormd door de huidige Onze-Lieve-Vrouwestraat en de Koosterstraat en waardoor ook de straat wordt afgeschaft die tot dan toe het goed ten westen begrensde. Het kadaster registreert in 1888 kleine uitbreidingen aan het kasteel, vermoedelijk een wintertuin, puien of terrassen met zicht op het park; in 1894 de samenvoeging van twee parkpercelen tot één groot perceel, de sloping van het hele westelijke neerhof en de afbraak van een deel van de oostelijke bijgebouwen; in 1903 nogmaals verbouwingen en uitbreidingen. Zo verschijnt het kasteeldomein op de ICM-kaart (revisie 1904).
Op de stafkaart van 1934 (uitgave 1937) komt het kasteelpark d'Erkenteel voor in zijn maximale uitgestrektheid. Het kasteel ligt centraal in het park, dat een gewijzigd padenpatroon vertoont en een eiland bezit in de grote landschappelijke vijver. Er is een parktoegang aan de huidige Onze-Lieve-Vrouwestraat (voorheen Kiezelweg), maar de hoofdtoegang gebeurt langs de Koosterstraat, aan het einde van een lange, rechte dreef richting kasteel Leva, die de oude laan van op de Ferrariskaart vervangt. De parkpaden die lusvormig de gras- en hooilanden insluiten en begeleid worden door groene stroken sluiten op deze dreef aan, die meer naar het zuidoosten ook grote boomgaarden ontsluiten.
Vandaag neemt nieuwbouw het grootste deel van het domein in beslag. Het is ingekrompen tot ongeveer 3 ha, waarvan een derde boomgaard is. Er blijft na de talrijke verbouwingen niets zichtbaars over van het kasteel zoals Philippe de Corswarem het zag. De beboomde voortuin bij het klooster bestaat uit een grasveld, bloemperken, een struikenrand en nog jonge bomen als gewone trompetboom (Catalpa bignonioides), een groepje grove den (Pinus sylvestris) en een rij bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') bij de nieuwe oprit. Enkel het verplaatste 19de-eeuwse inrijhek van smeedwerk herinnert nog aan de kasteeltijd. Een rij leiperen tegen de achtergevel van het naburig schoolgebouw dateert uit de vroege kloostertijd.
Het afbraakmateriaal van de oude gebouwen werd in de vijver gedumpt en in zijn verkleinde rechthoekige vorm is deze waterpartij nu in gebruik door de plaatselijke hengelclub. Op een eilandje groeien nu els, linde (Tilia) en ruwe berk (Betula pendula) en ten noorden, buiten het huidige domein, blijven enkele oudere parkbomen over, als bruine beuk en gewone plataan. In de hoek van de Hovenier- en de Parkstraat ligt een klein lustbos waarin een Lourdesgrot werd ingericht. Het heeft een gevarieerd bomenbestand, maagdenpalm, meiklokje en varen als onderbegroeiïng en rhododendron.
Bomen
Voorkomende soorten: Bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), gewone berk (Betula pendula), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), gewone hazelaar (Corylus avellana), hulst (Ilex aquifolium), tamme kastanje (Castanea sativa), zomereik (Quercus robur).
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M., 2007, Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van den Broeck, Myriam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteel d'Erckenteel
Is deel van
Alken
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Park van het kasteel Erckenteel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134254 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.