Vrij log kerkgebouw van baksteen, met de voorgevel op de rooilijn van de straat, en het koor naar het oosten gericht. Reeds in 1794 vroeg Bazel toelating aan de bisschop om op het gehucht "Steengelagen" een bidplaats te mogen oprichten. Door de Franse revolutie werden deze plannen tijdelijk verijdeld, doch in 1828 mocht een kerk aangelegd worden. In 1835 werd Steendorp een zelfstandige parochie. In 1889 werd het gebouw met één travee naar het westen verlengd en kreeg het de huidige neoromaanse voorgevel met de half ingewerkte vierkante zijtoren naar ontwerp van architect Auguste Van Assche.
De plattegrond beschrijft een driebeukige, transeptloze kerk met een koor van twee traveeën beëindigd op een half cirkelvormige apsis. Ruime pseudobasilicale baksteenbouw in classicistische stijl met neoromaanse voorgevel.
Westelijke gevel met rondboogportaal bereikbaar langs een pui met negen treden en drielichtvenster aan het doksaal. Klimmende rondboogfries als bekroning. Rechts de vierkante toren, bovenaan met overkragende kantelen uitgewerkt (geen spits). Moeilijk leesbare arduinen gedenksteen in de voorzijde: "1889. Pastoor M. Fonce, Burgemeester P. Verheyen, Schepen C. De Roeck, H. Verhelst, Secretaris P. A. Pilaet, bouwmeester Aug. Van Assche, aannemer P. Geley..".
Benedenkerk van acht traveeën gemarkeerd door Dorische pilasters en verlicht door rondboogramen met behouden ijzeren roedeverdelingen. Arduinen gedenksteen in de buitenmuur van de derde travee: "Krachtens besluyt van Willem, koning der Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, Groot Hertog van Luxemburg, van den 14 November 1825, onder de plaetselyke bestiering van 1° den wel edelen heer Philippus Ludovicus Maria Gislenus Graef Vilain XIIII, kamerheer van Z.M., Lid der Staten Generael, Lid van den Belgische Leeuw en van het Legioen van Eer, als burgemeester; 2° den heer Josephus Martinus Van Hese, lste assessor; 3 ° en de heer Augustinus De Roeck als 2de assessor dezer gemeente van Basel, werd dees gebouw, geschikt tot eene kapel, aangeleyd ten jare 1828 en voltrokken in 1829, zonder eenigen geldelyken onderstand van wege het Gouvernement. De 11 february 1831 werd den eerweerden heer Carolus Ludovicus Pauwels als onderpastoor, eersten bedienaer van dit gesticht benoemd. Krachtens besluit van Leopoldus den lsten koning der Belgen in date 3 february 1835, werd deze kapel tot hulpkerk verheven onder de plaetselyke regering van 1 ° den wel edelen heer Philippus Ludovicus Maria Gislenus Graef Vilain XIIII, ondervoorzitter van den senaet, lid van het Yzeren Kruys, het Eerelegioen, enzovoort als burgemeester; 2° den heer Augustinus De Roeck, schepen; 3° en den heer Carolus Ludovicus Van Hese, ook als schepen van Basel, en den 1 April 1835, werd den Eerweerden heer Carolus Ludovicus Pauwels tot Pastor benoemd".
Koor met analoge kenmerken als de benedenkerk doch met lisenen in plaats van pilasters.
Goed verlicht interieur met Dorische zuilen die een horizontaal hoofdgestel dragen. Middenbeuk met rondbogig tongewelf; zijbeuken met vlakke zoldering.
Mobilair: Beelden: Heilige Cornelius, Heilige Barbara (hout, 18de eeuw).
Meubilair: preekstoel (laatbarok, met beeldhouwwerk van P.-C. De Preter); biechtstoelen (neoclassicistisch); hoofdaltaar en koorgestoelte (Mathias Zens); orgel (1835, Delhaye).
- DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks III, deel 1, Gent, 1877.
- DE KEERSMAEKER G., Ten tijde dat "De Steengelaegen" nog droomden van een eigen kapel, in Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, 1934.