Groot boomrijk historisch domein gelegen ten zuiden van de dorpskern. Heden verdeeld in twee afzonderlijke domeinen. Het westelijk deel van het domein is de oorspronkelijke kern met het 19de-eeuwse neoclassicistische kasteel Marlier (nummer 320). Het oostelijke deel van het domein is gevormd rond de voormalige oranjerie (nummer 316), heden "Hof te Bodegem" genaamd. Beide domeinen zijn opgenomen in het beschermde dorpsgezicht van Sint-Martens-Bodegem (datum besluit: 23 oktober 1981).
In oudere literatuur werd de feodale burchtmotte van Bodegem gesitueerd ten noordwesten van het huidige domein Marlier en werd hiermee in verband gebracht. Dit werd later weerlegd. De oorspronkelijke dorpsburcht zou ten noorden van de dorpskern gelegen hebben, op de locatie van het Castelhof. Het domein van het kasteel Marlier gaat terug op een 17de-eeuws aangelegd buitengoed met strak geometrische eilandtuin die werd aangelegd met de rechttrekking van de Zibbeek. Dit domein is aangeduid op een kaart uit 1712 als "het goed van mijn H[ee]r Broekman". Het domein komt in deze vorm ook nog steeds voor op de Ferrariskaart (circa 1770-1778). Het bestond uit twee eilanden die met elkaar verbonden waren. Op het kleine eiland stond het huis van plaisantie en een bijgebouw. Ten zuiden in dezelfde as als boven vernoemde eilanden bevinden zich nog eens twee vijvers. Deze axiale symmetrische aanleg is nog zichtbaar op de kaarten uit de eerste helft van de 19de eeuw. Ten tijde van het primitief kadaster (1830) is Augustin Huysman d’Honsem eigenaar van het domein. De percelen waren geregistreerd als "lusthof" of "lusttuin". Het huidige kasteel Malier en het bijgebouw zijn al aanwezig op het primitief kadaster (1830) en zullen kadastraal geen wijzigingen ondergaan. Na 1850 werd het domein omgevormd tot een landschappelijk park. Op de kadastrale mutatieschets van 1863 verdwijnt de strakke aanleg van vijvers met eilanden en komt er een grote kronkelende vijver in de plaats. In dat jaar werd ook de constructie van een nieuw agrarisch gebouw geregistreerd ten noordoosten van het lusthof op de plaats van het huidige Hof te Bodegem (nummer 316). Ook de huidige lange tuinmuur die van het noorden naar het zuidoosten loopt en de grens van het domein aangeeft verschijnt op deze mutatieschets. Het domein was toen eigendom van Boucquié – De Victoroff uit Sint-Petersburg. Op het kadaster werd in 1879 een wijziging en vergroting geregistreerd aan de voormalige landgebouwen, deze krijgen een nieuwe functie als huis en oranjerie en werden twee jaar eerder in gebruik genomen.
In 1881 werd het domein aangekocht door de industrieel Eugène Marlier, naar wie het domein vaak wordt genoemd. In 1920 werd er op het kadaster nogmaals een wijzing geregistreerd van de oranjerie met woonhuis, met de bouw van een aantal kleinere bijgebouwen. Het domein werd in 1940 verkleind door de verkoop van de percelen aan de zuidzijde van de vroegere Zijpestraat en gesplitst in twee afzonderlijke domeinen door de verkoop van het oostelijk deel van het domein met de voormalige oranjerie als kern (nummer 318). In 1945 staan er op het kadaster nog een aantal kleine wijzigingen geregistreerd van het huis met oranjerie.
Het kasteel Malier (nummer 320) mocht niet worden bezocht en is niet zichtbaar vanop de openbare weg. De gebouwen liggen ten zuiden van de grote vijver in het heden lang gestrekte domein. Op een oude prentkaart uit begin 20ste eeuw is het kasteel zichtbaar als een neoclassicistisch kasteel. Het is een witbepleisterd gebouw op rechthoekige plattegrond met verhoogde begane grond van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een afgeknot schilddak. De drie centrale traveeën ten oosten vormen een toegangsrisaliet bekroond met een driehoekig fronton en op de begane grond rondboogvormige muuropeningen in een geblokte omlijsting met hierboven een balkon en een ijzeren balustrade. Verder rechthoekige beluikte muuropeningen met consoles onder de lekdrempels van de muuropeningen op de verdieping en de kordonlijst onder de kroonlijst heeft medaillons. Ten westen, evenwijdig met het kasteel, staat een bijgebouw (koetshuis ?) op rechthoekige plattegrond onder schilddak.
Het Hof te Bodegem (nummer 316) kon ook niet worden bezocht. De voormalige oranjerie is een min of meer rechthoekig wit neoclassicistisch gebouw onder schilddak gelegen in het oosten van het domein tegen de voormalige tuinmuur die van het noorden naar het zuidoosten loopt. Het gebouw heeft zeven traveeën en twee bouwlagen met centraal in de gevel een middenrisaliet van drie traveeën onder driehoekig fronton met oculus. De noordwestelijke gevel heeft een grote rondboogvormige toegang in een hardstenen omlijsting. De zuidoostelijke gevel heeft rondboogvormige muuropeningen op het gelijkvloers en rechthoekige muuropeningen op de verdieping van de middenrisaliet. Boven de twee traveeën links en rechts van de middenrisaliet van één bouwlaag is een borstwering aanwezig. Ten zuidwesten staat een wit rechthoekig bijgebouw van één bouwlaag met rondboogvormige muuropeningen onder zadeldak.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling VII (Sint-Martens-Bodegem), 1863/7, 1879/4, 1920/9, 1940/6 en 1945/3.
- DENEEF R., ROMBAUTS N. & WIJNANT J. 2005: Dilbeek (Sint-Martens-Bodegem): Kasteel van Marlier & Hof te Bodegem, in: DENEEF R., WIJNANT J., ROMBOUTS N., IMBERT D., GOOSSENS B., PAESMANS G., DE MAEGD C., VAN LIEDEKERKE M., COPRIAU P., CLAEYS T., EVERAERT E. & PAESSENS W. 2005: Historische tuinen en parken in Vlaanderen. Pajottenland - zuidwesten van Vlaams-Brabant, M&L Cahier, 11, Brussel, 103-106.
- VERBESSELT J. 1967: St.-Martens-Bodegem, Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, deel VI, Tussen Zenne en Dender V, Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, Pittem, 128-129.