is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Te Mullem
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Te Mullem
Deze vaststelling was geldig van tot
Goed "Te Mullem", eertijds hoeve met losse bestanddelen, thans op U-vormig grondplan met enkele vrijstaande landgebouwen. Site gelegen in de nabijheid van de Leie opklimmend tot de 14de eeuw; in oorsprong centrum van een achterleen van de heerlijkheid Ter Leyen, afhankelijk van Het Vijve-Ensche. Huidige hoevegebouwen vermoedelijk minstens daterend uit de 18de eeuw en uitgebreid in de jaren 1940.
14de eeuw. In een pachtcontract van 1388 wordt Lodewijk van Mullem vermeld als eigenaar van het goed "Ter Leie" (nummer 15); hoogstwaarschijnlijk is diezelfde familie van Mullem op dat ogenblik ook eigenaar van goed "Te Mullem".
18de eeuw. Op de kaart van het goed "Ter Leie" van circa 1763 uit het Rijksarchief te Gent, bestaat de hoeve uit het woonhuis, een L-vormig landgebouw aan de straatkant en een klein landgebouw aan de zuidzijde van het erf.
De kaart van Sint-Eloois-Vijve, opgemaakt door landmeter Cornelis Steur in 1764, suggereert de bebouwing anders dan op de kaart van circa 1763: weergave van een hoeve met losse bestanddelen bestaande uit het woonhuis, vier landgebouwen en een landgebouwtje in de boomgaard. Het goed is via een dreef verbonden met de Leie. Volgens het landboek van Sint-Eloois-Vijve is "het goed te meulhem" in 1764 eigendom van de kinderen van de "heere van dutzeele". Het goed wordt in 1764 bewoond door burgemeester Joannes de Ven († 1782). 19de eeuw. De kaart van het goed "Te Mullem" van 1812 uit het Rijksarchief te Brugge geeft het woonhuis, de schuur, het landgebouw aan de straatkant en twee kleine landgebouwen in de boomgaard. Zelfde weergave op het primitief kadasterplan (circa 1834). Circa 1834 is het goed eigendom van L. Vanderplancke en wordt bewoond door F. Verougstraete. In de 19de eeuw wordt de hoeve bewoond door burgemeester Petrus Verougstraete (burgemeester van Sint-Eloois-Vijve in 1836-1854). Aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (1844) als "Goed te Meulhem". Volgens het kadaster wordt er vóór 1862 in de boomgaard een bakhuis opgetrokken en wordt het woonhuis aan de achterzijde uitgebreid.
Vanaf 1878 tot 1890 is de hoeve eigendom van de erfgenamen van Octaaf Vanderplancke uit Gent en in 1882 wordt de hoeve in vruchtgebruik gegeven aan Joannes Brasseur uit Oostende. In 1890 komt het goed in het bezit van Lodewijk Vanderplancke uit Gent en Jacob Vandewalle-Vanderplancke uit Brugge.
20ste eeuw. In 1906 laat Jacob Vandewalle, agent der nationale bank, het woonhuis gedeeltelijk reconstrueren en bouwt het landgebouw aan de zuidzijde van het erf. In 1913 registreert het kadaster de bouw van een "stoomvlasfabriek" ten zuiden van de bestaande bebouwing. In 1941 wordt het grote vlasmagazijn ten noorden van het goed opgetrokken in opdracht van landbouwer Honoré Lambrecht; het goed blijft echter eigendom van Cecile Vande Walle de Gelcke uit Brugge.
In 1944 wordt de hoeve grondig uitgebreid in opdracht van de toenmalige bewoner van het goed, landbouwer Daniel Lambrecht; de bestaande landgebouwen worden uitgebreid, voor het woonhuis wordt een landgebouw opgetrokken en achter het woonhuis nog twee landgebouwen (waaronder de roterij). Daniël Lambrecht wordt in de studie met betrekking tot de vlasvezelbereidingsnijverheid in Vlaanderen van 1941 vermeld als vlasfabrikant. In 1944 brandt de "stoomvlasfabriek" af en wordt vervangen door een nieuw landgebouw. Aan de kant van de Leie wordt in datzelfde jaar ook een grote serre opgetrokken. Thans groentenbedrijf J. Lambrecht.
Geasfalteerde erfoprit leidend naar het centrale erf dat deels geasfalteerd is en deels voorzien is van recente aanplantingen. Bewaarde boomgaard links van de hoeve.
18de-eeuws woonhuis, gedeeltelijk gereconstrueerd in 1906, gelegen aan de westzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Wit beschilderde erfgevel, uitgezonderd het muizentandfries onder de dakrand. Vernieuwde plint. Licht getoogde openingen met vernieuwd houtwerk. Landgebouwen aan de noord-, oost- en zuidzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder overkragende pannen zadeldaken. 18de-eeuwse schuur met gedichte dwarsdoorrit, aanpalende stal aan de noordzijde van het erf en 18de-eeuws landgebouw aan de oostzijde van het erf. Het landgebouw aan de zuidzijde van het erf dateert gedeeltelijk van 1906 (westelijk volume) en van 1944 (oostelijk volume).
Op het erf en palend aan het woonhuis bevindt zich een bakstenen landgebouw onder pannen zadeldak, daterend van 1944; gedichte poort en laadluik aan voorzijde. Schuin achter het woonhuis ligt de roterij van 1944; constructie uit beton en baksteenmetselwerk onder een platte bedaking. Ten noorden van de hoeve, grootschalig vlasmagazijn van 1941; baksteenbouw onder een zadeldak bedekt met golfplaten, rechthoekige schuifpoorten op hangrail met boven één van de poorten een bakstenen heiligennis met bekronend kruisje.
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Leiegoeddreef
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Te Mullem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207812 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.