Villa in cottagestijl, in het eerste kwart van de 20ste eeuw gebouwd door burgemeester en druivenkweker Jozef Buysens. Het kadaster registreert vanaf 1909 de bouw in verschillende fasen van langwerpige serres dwars op de straat. In 1910 bouwt men een achterin gelegen huis. Het woonhuis langs de straatkant wordt in 1914 geregistreerd.

Roodbakstenen huis op L-vormige plattegrond, één à twee bouwlagen onder elkaar kruisende zadeldaken (blauwe mechanische pannen) met wolfseinden. Gele parementsteen voor de representatieve voorgevel en rechter zijgevel, sierankers. Gebruik van blauwe hardsteen voor onderdorpels, lateien en sluitstenen De twee linker traveeën (twee bouwlagen) springen vooruit en lopen op in een gevelveld met vakwerkimitatie (donker geschilderde balken in een vierkant patroon, wit beschilderde vakken) onder overkragend dak met wolfseind (nok loodrecht op de straat).

Tegen dit volume leunt haaks een lagere vleugel aan onder zadeldak (klimmend dakvenstertje, gekartelde windborden, nok evenwijdig met de straat), met ter hoogte van de rechter zijgevel een wolfseind. In de oksel, portaal onder aansluitend lessenaarsdakje met korbelen. Bij dit lager volume is de volledige borstwering uitgewerkt in vakwerkimitatie, evenals het rechter gevelveld. Op de begane grond, rechthoekige muuropeningen onder latei en getoogd boogveld. Rechts van het rondboogportaal onder blauwhardstenen druiplijst, drieledig venster. In de verdieping, getoogde muuropeningen. Deels bewaard houtwerk met gelede roedeverdeling in de bovenlichten. Bewaarde paneeldeur met cirkelvormige beglazing.

Links aansluitend aanbouw onder lessenaarsdak.