Villa van 1977 naar ontwerp van Marc Libois met een kenmerkende houten buitenafwerking, gelegen op het einde van een korte private weg in een groene en rustige omgeving.
Ruime villa opgebouwd uit verschillende één- of tweelaagse volumes met houten buitenafwerking onder platte daken. Deze houten buitenafwerking bestaat uit "shakes", een specifieke vorm van de beter bekende "shingles": houten spanen die als leien over elkaar worden gelegd en gebruikt worden voor muur- en dakbekleding. Shakes worden verkregen door het hout te splijten waardoor de bovenkant ruw is en elke shake verschillend is. De shakes die gebruikt werden voor deze woning zijn van rode ceder, een duurzame houtsoort afkomstig uit Canada. Een van de eigenschappen is dat de lichtbruine kleur van cederhout na enkele jaren een mooi zilvergrijs oppervlak krijgt.
De woning is gesloten aan de oostelijke kant en opengewerkt en overluifeld aan de zuidwestelijke tuinzijde waar zich ook een terras op de eerste verdieping bevindt. Omwille van de polygonale grondvorm ( bekomen door als het ware verschillende grondplannen haaks over elkaar te schuiven) vormt het geheel een spel van hoekige, uitspringende volumes, zo georiënteerd dat ze maximum zonlicht in de woning toelaten.
Interieur
Binnenin komt het volumespel nog duidelijker tot uiting, kleine trapjes leiden naar de verschillende ruimtes. De keuken, eet- en zitkamer vormen een open ruime, georiënteerd naar de tuin en in verbinding met het lager gelegen noordwestelijk slaapvolume dat drie kamers groepeert. Oorspronkelijk vormde de leefruimte een geheel met de hoger gelegen tweede living die door een verandering in de gezinssituatie werd afgesloten. De open haard met betonnen cilindervormige schouw in de leefruimte was voorzien op het verwarmen van de twee niveaus.
Kenmerkend voor de woning zijn de naakte terracottastenen muren (die het skelet van de woning vormen). Op het gelijkvloers is er bewust gekozen om de muren niet te bepleisteren maar om de warme terracottagloed te bewaren. De vloer bestaat uit een donkere basèclesteen die volgens de eigenaar gerecupereerd werd uit een Brugs klooster.
De voorziene garage werd nooit als dusdanig gebruikt, maar kreeg wel andere functies, er werd onder meer jarenlang een dokterspraktijk en later een kinderatelier in onder gebracht. Nu is het een opslagruimte van de bewoners.
- ARON J., BURNIAT P. & PUTTEMANS P. 1990: Moderne architectuurgids Brussel en omgeving 1890-1990, Brussel, 122.