Deze arbeiderswoning is een op het schrijnwerk na intact bewaard voorbeeld van de lokaal veel voorkomende panden met gecementeerde lijstgevel waarbij het accent werd gelegd op de decoratieve uitwerking van de omlijstingen. Deze gevels situeren zich voor zover door kadasteronderzoek kon worden nagegaan vanaf het laatste decennium van de 19de eeuw, maar vooral in het eerste decennium van de 20ste eeuw. Deze woning werd al in 1895 ingetekend op het kadaster als ‘nieuwe opbouw’.

Het betreft hier een rijwoning van drie traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat; de lijstgevel werd gecementeerd met schijnvoegen met een duidelijk onderscheid tussen eerste en tweede bouwlaag waar de imitatiestenen van een kleiner formaat zijn.

De rechthoekige benedenvensters zijn gevat in een geriemde omlijsting met decoratieve sluitsteen, de deur in een eenvoudige entablementomlijsting met noppenmotief. De steekbogige bovenvensters, blind in de deurtravee, hebben een gelijkaardige omlijsting als beneden en decoratief uitgewerkte spiegels op de borstweringen die trouwens een nog kleiner formaat van imitatiestenen vertonen. Een geprofileerde puilijst en een bewaarde houten kroonlijst op tandlijst en klossen geven het geheel een horizontaal accent.

De rechtse zijgevel bewaart bovendien nog resten van een reclamemuurschildering die verwijst naar een kleermaker.