Deels onderkelderd burgerhuis met rijkelijke neo-Lodewijk XVI-ornamentiek, gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1911 in opdracht van fabrikant Jules Raquez uit Deinze.

Rijhuis opgevat als een enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain onder een zadeldak (pannen, nok parallel met de straat). De lijstgevel wordt beëindigd door een geprofileerde houten kroonlijst op klossen en met tandlijst. Verzorgd, recent gereinigd, bepleisterd parement met schijnvoegen en imitatiebanden, gecombineerd met zichtbaar gelaten kalkstenen elementen en blauwe hardsteen als plint en puilijst. Smallere linker deurtravee en brede, licht vooruitspringende rechter venstertravee, gemarkeerd door een driezijdige erker op de eerste verdieping met een bekronend, ijzeren balkon. De erker rust op een opvallende, geometrisch uitgewerkte console, geflankeerd door de doorlopende sluitstenen van de benedenvensters. Het schrijnwerk van de rondboogvormige en rechthoekige vensters werd vernieuwd. De rechthoekige houten toegangsdeur is bewaard, die voorzien is van glazen panelen en fraai uitgevoerde ijzeren roosters, onder een geprofileerde lijst met tandlijst en rechthoekig bovenlicht, doorbroken door een kalkstenen tussendorpel. Links van de deur zijn een voetschraper en een aansluiting voor een buitenkraantje ingewerkt in de plint.

De gevel laat zich kenmerken door het opvallende gebruik van neoclassicistische decoratie, die wordt toegepast in de verdiepte borstweringen van de deurtravee, als aflijning van de gevel en de erker, en als decoratief element op de bovenste verdieping. Rijkelijk en symmetrisch opgevat fries met arabesken als gevelbeëindiging. Daarnaast voornamelijk gebruik van festoenen met loofwerk, vruchten en bloemen, evenals twee verticale bloemenranken opgehangen aan een strik. De sobere kapitelen van de pilasters van de erker zijn bovenaan afgewerkt met een eierlijst.

Traditioneel plan van een enkelhuis met, volgens het bouwplan, op de verhoogde gelijkvloerse verdieping in de smalle travee de circulatie-as met achtereenvolgens hal, vestibule met trappenhuis en de wasplaats en linnenkamer in een achterbouw. Deze uitbouw biedt toegang tot de koer, langs waar het toilet bereikt kan worden. Rechts bevinden zich achtereenvolgens de eetkamer aan de straatzijde, de keuken en een veranda met toegang tot de koer.