Kleinschalige villa in neobarokke stijl gelegen op de hoek van een deels met bomen omzoomd terrein en voorzien van een rijk uitgewerkt smeedijzeren toegangshek aan de linkerzijde.
De villa wordt kadastraal geregistreerd in 1930, als eigendom van Leopold-Willem Van Campenhout-Cerf, bankier uit de Congresstraat in Brussel. Samen met de villa wordt het huidige nummer 158 aan de Grote Hutsesteenweg geregistreerd, dat nu een eerder eclectische vormgeving vertoont. Hier zouden zich volgens de kadastrale gegevens de garage en de stal van het complex bevonden hebben.
De villa telt één bouwlaag op een L-vormig grondplan, met bakstenen parement en natuurstenen sokkel onder een samenstel van mansardedaken, bedekt met natuurleien en voorzien van verschillende dakkapellen onder spitse daken. Overkragende kroonlijst met versiering van fleurs de lys boven een natuurstenen geprofileerde daklijst.
Een markant element is de achtkantige uitspringende hoektoren links met vooraan aan straatzijde in één zijde een segmentboogvenster in geprofileerde natuurstenen omlijsting met sluitsteen, links geflankeerd door een ovaal venster met natuurstenen omlijsting met sluitstenen en rechts door een gelijkaardig blindvenster. Het volume aan straatzijde rechts van de toren heeft één rechthoekig drielicht, voorzien van eenvoudig glas in lood, houten luiken en met vlakke, natuurstenen omlijsting, tussenstijlen en -dorpel. Het al dan niet geschilderde schrijnwerk bleef bewaard. De decoratieve elementen bestaan verder uit een natuurstenen gevelsteen met cartouche, onder het ovale venster en een smeedijzeren lantaarn ter hoogte van het hek.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Sint-Genesius-Rode, afdeling 2, 1930/66.