Volgens de literatuur vormden het oude gemeentehuis en het aanpalende 19de-eeuwse winkelpand "Langendonck", dat doorloopt in de Nieuwstraat, in oorsprong één groot complex dat sinds de 16de eeuw het "Hoogh Huys" werd genoemd. De voorgevel van het gemeentehuis draagt nog steeds het jaartal 1546.
Historiek
Dit complex zou bovendien gelegen zijn op het perceel van het eerste burggravenhof met als vroegst gekende bewoner Arnoldus van Melijn, burggraaf sinds 1324. Daarna kwam het hof in het bezit van de burggravenfamilies van den Bossche en Hinckaert. In 1488 werd het verkocht aan schepen Jan Gooyvaerts. Nadien volgden diverse eigenaars elkaar op. De Ferrariskaart van (1770-1778) toont op deze plaats een gesloten complex geopend in de zuidwestelijke hoek.
De gemeente Tervuren kocht in 1826 het huidige pand om er meerdere gemeentelijke functies in onder te brengen: een gemeentehuis met woonst voor de onderwijzer, een klaslokaal, een weldadigheidsbureau, een bewaarplaats voor de brandspuit en een gevangenis. Volgens de literatuur liet de gemeente in 1851 herstellingswerken uitvoeren aan het schoolmeestershuis en een verdiep bij opbouwen; in 1863 plaatste men het gietijzeren gemeenteschild in de derde travee met als opschrift 'Oppidi Furensis Ducis Brabantia ad Cas'.
Op de Poppkaart van halverwege de 19de eeuw staat het gemeentehuis ingetekend met grosso modo hetzelfde volume als vandaag. Het aanpalende pand rechts (Langendonck) is er in drie gesplitst met ten zuiden van het hoekpand een rechthoekig volume (zijde Nieuwstraat).
Ondanks de splitsing in meerdere panden en hoewel de gevels voorzien zijn van een 19de-eeuwse aankleding, wijzen een aantal elementen nog op de aanwezigheid van een oudere kern. In 2012 werden de gemeentelijke diensten overgebracht naar het nieuwe Administratief Centrum aan de Markt.
Beschrijving
Het oude gemeentehuis is opgevat als een neoclassicistisch breedhuis van zeven traveeën, een souterrain en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. Eenvoudig bepleisterde 19de-eeuwse lijstgevel waarbij de jaarsteen 1546 verwijst naar een ouder verleden. Rechthoekige vensters in geprofileerde omlijsting waarvan deze in de voorlaatste travee in de loop van de 20ste eeuw gedicht werden. Bewaard 19de-eeuws schrijnwerk. Links is er een rechthoekige deur in een sobere entablementomlijsting met opschrift 'Gemeentehuis' onder de rechte kroonlijst. Deze deur wordt voorafgegaan door een blauwe hardstenen steektrap waarvan de leuningen werden aangepast in de 20ste eeuw. Uiterst rechts en gelijk met het straatniveau is er een eveneens rechthoekige deur onder een korfbogig, zij het smaller bovenlicht met mooie roedeverdeling in de vorm van een halve bloem; bekronende gevelsteen met jaartal 1546. De centraal gelegen rechthoekige kelderdeur geeft toegang tot tongewelfde kelders die eveneens verwijzen naar de oudere kern. Ter hoogte van de derde travee bevindt zich op de borstwering tussen eerste en tweede bouwlaag een gietijzeren medaillon met een wapenschild met leeuw en rondom het opschrift 'Oppidi Fvrensis Ducis Brabantia Adcas'. Het werd hier aangebracht in 1863.
Achterhuis eveneens met sporen van oudere kern; twee traveeën en twee bouwlagen onder haaks aansluitend pannen zadeldak. Verankerde en beschilderde bakstenen zijgevel geopend door voormalige kruisvensters; getralied en met witstenen negblokomlijsting.
- Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
- Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
- DAVIDTS J.-E. 1965: Geschiedenis van de Parochie Tervuren en de Sint-Janskerken, Mechelen, 199 e.v.
- MELLAERTS L. 1945: Tervuren door de eeuwen heen, Tervuren, 95, 147-149.
- MOTTE V. & RUTTENS P. s.d.: Tervuren is niet zomaar een gemeente, Vura Ducum 3, Tervuren, 59.