erfgoedobject

Semi-gesloten vakwerkhoeve

bouwkundig element
ID
22164
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/22164

Juridische gevolgen

Beschrijving

De hoeve staat mogelijk reeds ingetekend op de Ferrariskaart (circa 1771-77) als een U-vormig complex. In de Atlas van de Buurtwegen (circa 1840-44) wordt de hoeve reeds afgebeeld met haar huidige, semi-gesloten configuratie, bestaande uit een woonhuis, een koe- en paardenstal, een varkensstal, een schuur en een bakhuis. De percelen grenzend aan de hoeve worden door de primitieve kadastrale legger als boomgaard en tuin geregistreerd. Verder wordt het hoevecomplex omgeven door weilanden, akkerland en een stukje bos.

In 1891 wordt door het kadaster een vergroting van het hoevecomplex genoteerd evenals de volledige afbraak van het bakhuis. Volgens de bijhorende mutatieschets heeft de vergroting van de hoeve betrekking op de constructie van een nieuw bakhuis, dat ten noordwesten van de koe- en paardenstal aan de straatzijde ingetekend wordt op het als boomgaard geregistreerde perceel. Sindsdien werden door het kadaster geen wijzigingen meer genoteerd aan het hoevecomplex, noch aan de aangrenzende percelen, die nog steeds als (hoogstam)boomgaard en tuin geregistreerd staan.

Exterieur

De semi-gesloten hoeve is aan de straat gelegen, waar ze aanvankelijk door een (thans verdwenen) haag van gescheiden werd. De componenten zijn geschikt rond een rechthoekig binnenerf met mestvaalt en bestaan uit een woonhuis ten zuidoosten, een koe- en paardenstal ten noordwesten, een varkensstal ten noordoosten en een losstaande schuur ten zuidwesten. Ten noordwesten van het semi-gesloten complex is aan de straatkant een bakhuis gelegen naast de toegangsweg tot het erf. Op het bakhuis na zijn alle gebouwen opgetrokken in stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen en bakstenen vullingen onder zadeldaken (met Vlaamse en mechanische pannen).

Het woonhuis telt zes traveeën op een verhoogde bakstenen stoel onder een zadeldak met mechanische pannen. Op de versteende travee langs de straatkant na, zijn de witgekalkte lemen vullingen behouden. Het stijl- en regelwerk in de voorgevel is wit overkalkt. De muuropeningen in de voorgevel bestaan uit twee beluikte vensters en een deur met bovenlicht. De achtergevel telt zes gepikte gebintstijlen en heeft kleinere vensters. Tegen de rechter zijgevel staat een aanbouw onder lessenaarsdak. Het zichtbare gedeelte boven de aanbouw heeft een golfplaten beschieting. De linker zijgevel is versteend en bevat twee vensters.

De koe- en paardenstal ten noordwesten van het erf telt respectievelijk vier en twee traveeën onder een zadeldak met Vlaamse pannen. De muuropeningen in de voorgevel bestaan voor wat de paardenstal betreft uit een deur met erboven een zolderluik en voor wat de koestal betreft uit twee deuren en een klein venster. De achtergevel heeft bakstenen vullingen en telt tien gepikte stijlen. De kopgevels zijn opgetrokken in baksteen en hebben boven de ankerbalken een golfplaten beschieting.

De varkensstal telt zeven traveeën onder een zadeldak met mechanische en Vlaamse pannen. De voorgevel (erfzijde) omvat voor zover waarneembaar vier rechthoekige deuropeningen, enkele stalvensters en een zolderluik. In de (van links naar rechts) derde, vierde en zesde travee werden gelijkaardige deuropeningen toegemaakt. De zesde travee bevat een later toegevoegd venster.

De losstaande schuur telt drie traveeën op een bakstenen stoel en gepikte plint onder een zadeldak met Vlaamse pannen. De vakwerkstructuur is behouden en bestaat uit gepikt stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen. De voorgevel (erfzijde) telt langs weerszijden van de centrale schuurpoort twee gepikte gebintstijlen en twee gepikte tussenstijlen. De achtergevel is aan het zicht onttrokken door recente (bakstenen) aanbouwsels, waarover het zadeldak doorgetrokken werd. Tegen beide zijgevels staan aanbouwsels onder lessenaarsdaken. Het betreft een garage tegen de linker zijgevel en een karrenhuis tegen de rechter zijgevel.. De zijgevels zijn boven de aanbouwsels beschoten met (golf)platen.

Het buiten het erf, langs de straat gelegen bakhuis is een bakstenen constructie onder een zadeldak met mechanische pannen. Tegen de voorgevel werd een kapelletje aangebracht. Het lichaam van de bakoven wordt door zeilen afgedekt.

Interieur

Intern vertoont het woonhuis de traditionele indeling met een laterale gang, twee grote vertrekken (woonkamer en eetkamer) gescheiden door een gemeenschappelijke haard en een onderkelderde opkamer aan de erfzijde, en enkele zijvertrekken met kleinere vensters (o.a. slaapkamer en keuken) aan de achterzijde.

De typologie van de schuur beantwoordt aan het dwarse type, waarbij de dorsvloer zich haaks ten opzichte van de lengteas situeert. De dorsvloer is langs de noordoostkant (erfzijde) toegankelijk via een grote, dubbele poort en wordt intern langs weerszijden door een gebint van de aangrenzende traveeën gescheiden. Aan de zuidwestkant geeft een centrale, houten poort toegang tot de recente, bakstenen aanbouw tegen de achtergevel van de schuur.

In het bakhuis is de ovenmond nog aanwezig.

Ruimtelijke context

Bij de hoeve horen volgens de kadastrale gegevens sinds oudsher een als tuin en een als boomgaard geregistreerd perceel. Volgens het kadaster is de begrenzing en het gebruik van deze percelen, die zich respectievelijk ten zuidoosten van het woonhuis en ten zuidwesten van de dwarsschuur situeren, quasi ongewijzigd gebleven tot op heden. Op het terrein is de begrenzing van de percelen niet duidelijk zichtbaar. Het kadastrale perceelsgebruik blijkt niet volledig overeen te stemmen met het feitelijke gebruik.

Voor wat de tuin betreft, is op de inventarisfoto’s van 1975 nog duidelijk een (gedeeltelijk) omhaagde moestuin zichtbaar achter het woonhuis. Deze is thans vervangen door een eenvoudige (sier)tuin. Op het als boomgaard geregistreerde perceel staan vandaag recente aanhorigheden zonder erfgoedwaarde en een waterput met betonnen bovenbouw. Een gedeelte wordt door weiland ingenomen. In de hoek tussen het woonhuis en de schuur bevindt zich een vervallen bakstenen stalletje, dat kadastraal niet ingetekend staat.

Voor wat de ruimere omgeving betreft, behield de hoeve – op de verkavelingen en de residentiële nieuwbouw langs de Melbeekstraat na – nog in grote mate haar agrarisch hinterland.

  • ERFGOEDCEL HASSELT, Landelijk vakwerk in Hasselt, 2006, p. 16-17.
  • F. SCHLUSMANS, Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 6n 1 (A-Ha). Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt, Gent, Snoeck-Ducaju, 1981, p. 396.

Bron: Beschermingsdossier DL002581
Auteurs: Gyselinck, Jozef
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Semi-gesloten vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/22164 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.