is aangeduid als unesco werelderfgoed kernzone Stadhuis Sint-Truiden met belfort
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Stadhuis Sint-Truiden met belfort
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadhuis van Sint-Truiden
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed bufferzone Stadhuis Sint-Truiden met belfort: buffer
Deze aanduiding is geldig sinds
Thans als dusdanig buiten gebruik. De oprichting van een hal op de markt dateert van 1366; van deze constructie, mogelijk een houtbouw, resten nog enkele sporen (kalkstenen zuilen). De hal, zoals deze bewaard bleef in de onderbouw van het huidige stadhuis, kreeg zijn huidig uitzicht in 1755. In 1606 waaide de eerste haltoren, waarschijnlijk een gotische constructie, om, en werd vervangen door de huidige toren. Vanaf eind 15de eeuw begint de handelsactiviteit in de hal af te nemen, ten voordele van het marktplein. In 1754 krijgt het gebouw zijn huidige vorm, naar ontwerp van architect E. Fayn, en de functie van stadhuis; bekroning der voorgevel naar ontwerp van architect J. Bolgrez. Tot 1926 was het gebouw voorzien van een bepleistering. Restauratie in 1934 onder leiding van ingenieur G. Govaerts.
Rechthoekige constructie met vierkante toren, gedeeltelijk ingebouwd in de zuidgevel, en met de westzijde als voorgevel. Bakstenen gebouw op een kalkstenen plint; schilddak (leien).
De gevels zijn horizontaal geleed door middel van mergelstenen speklagen, aangebracht door G. Govaerts tijdens de restauratie van 1934; gebruik van kalksteen voor de geblokte hoekbanden aan de uiteinden der gevels en aan de risalieten, voor de venster- en deuromlijstingen, de omlopende, geprofileerde puilijst en dito kroonlijst; de muuropeningen zijn, op enkele uitzonderingen na, getoogd.
Westgevel: zeven traveeën en twee bouwlagen, over de drie middentraveeën tot drie bouwlagen verhoogd. De voorgevel is opgevat als een verhoogde halsgevel met risaliet in de drie middentraveeën, die aan beide zijden geflankeerd wordt door een risaliet van één travee, met in- en uitgezwenkte geveltop; zware kordonlijsten boven de tweede en derde bouwlaag. De halsgevel is voorzien van een ingezwenkte geveltop met bekronend, gebogen fronton met timpaanvulling van tufsteen; schouderstukken verzwaard met hardstenen siervazen; boven de tweede en de zesde travee kalkstenen voluten met spiraalmotieven en rankwerk, die de halsgevel aan weerszij flankeren. De beide uiterste traveeën zijn voorzien van een ingezwenkte, kalkstenen geveltop met door rankwerk versierde voluten en een halfronde bekroning met gestrekte uiteinden voorzien van een druiplijst en bladmotief; in beide gevelvelden een reliëf van tufsteen voorstellende het perron met trofeeën en het opschrift, links: SENATUS POPULUSQUE en rechts: TRUDONENSIS. Vensters in een geriemde omlijsting met rocaillesluitsteen en smalle lekdrempel; benedenvensters, met brede lekdrempels, ingeschreven in een rechthoekige omlijsting, met de druiplijst opgenomen in het kordon. Monumentale deur voorafgegaan door een vijfzijdig kalkstenen bordes met drie treden; brede schouderboogdeur in een geprofileerde omlijsting met kwarthol beloop en fijn bewerkte rocaillesluitsteen; fraai houtwerk; boven de deur een breed rondboogvenster met geprofileerd beloop ingeschreven in een rechthoekige omlijsting met rocaillesluitsteen; smal balkon met gesmeed ijzeren hek.
Noordelijke zijgevel van vijf traveeën; middenrisaliet afgelijnd met geblokte hoekbanden en bekroond met een driehoekig fronton voorzien van een bakstenen oculus met mergelstenen rankwerk. Vensters in een rechthoekige, geblokte omlijsting, de druiplijsten der benedenvensters opgenomen in de puilijst; bovenvensters voorzien van een brede druiplijst, opgenomen in de kroonlijst. Monumentale deurtravee: vleugeldeur in een rechthoekige geblokte omlijsting afgelijnd door de kordonlijst; boven laatst genoemde twee kalkstenen vleugelstukken, die het bovenvenster dragen.
Oostgevel van zeven traveeën, waarvan de twee uiterste sterk vooruitspringend; licht uitspringend middenrisaliet bekroond met een driehoekig fronton met tufstenen timpaanvulling in reliëf (mascaron en rocaillemotieven). Benedenvensters in een rechthoekige, geblokte omlijsting, waarvan de druiplijst in de puilijst is opgenomen; hoge bovenvensters in een geblokte omlijsting met trapezoïdale sluitsteen; benedenvensters der risalieten voorzien van sluitstenen met rankwerk.
Zuidelijke zijgevel van vijf traveeën op een hoge, kalkstenen sokkel; hoekrisalieten; middentravee ingenomen door de licht uitspringende, onderste geleding van de haltoren; kleine, rechthoekige vensters met riemprofiel op de benedenverdieping; bovenvensters in een geriemde omlijsting met versierde sluitsteen; in beide risalieten rondboogdeuren met geprofileerd beloop in een rechthoekige omlijsting met uitgespaarde zwikken, riemprofiel en versierde sluitsteen: fraai houtwerk.
Vierkante haltoren, ingebouwd in de zijgevel, gedateerd 1606 door middel van muurankers op de oost- en westgevel; alleen de bovenste geledingen beantwoorden aan dit jaartal, de onderste twee geledingen werden aangepast in de stijl van het stadhuis. Laatst genoemden zijn opgetrokken uit baksteen met mergelstenen banden en een hoge, kalkstenen sokkel met geprofileerde lijst; eerste geleding afgewerkt met afgeronde hoeken met brede geblokte, kalkstenen banden; centrale rondboognis met een geprofileerde omlijsting en rocaille-elementen; Onze-Lieve-Vrouwebeeldje (kopie van het oorspronkelijk beeld van Onze-Lieve-Vrouw-der-Hallen) op een drieledige kalkstenen sokkel; een zware geprofileerde lijst scheidt beide geledingen. Smallere tweede geleding afgelijnd met geblokte, kalkstenen hoekbanden; op de zuidzijde een paneel met het stadswapen (1930). Dit gedeelte der toren wordt op de drie zichtbare zijden bekroond door een gebroken, kalkstenen fronton met zwaar schelpmotief. De drie bovenste geledingen zijn opgetrokken uit bak- en mergelsteen: mergelstenen hoekbanden, banden en waterlijsten tussen de verschillende geledingen. Derde geleding voorzien van een boogfries. Vierde geleding met op elke zijde enkele getoogde mergelstenen venstertjes met negblokken; in de westzijde tevens drie gevelstenen met de wapenschilden van de stad, van Ferdinand van Beieren, prins-bisschop van Luik, en van abt Leonardus Betten, en een gevelsteen met de vergulde afbeelding van Sint-Trudo en de datering 1927; in de oostzijde twee gevelstenen met de wapenschilden van Jan Lycops en Willem Preuveneers, regerende burgemeesters tijden de bouw van de toren; jaarankers op de oost- en westzijde van deze geleding. De vijfde geleding heeft op elke zijde een venstertje (zie boven) en tevens op de oost- en westzijde twee gegroefde colonnetten. Hierboven de wijzerplaten van het uurwerk, afgewerkt met een zware, geprofileerde kroonlijst met rocaillesluitsteen. Torenspits (leien) met achtkantige lantaarn, waarin de beiaard is ondergebracht, bekroond door een peervormige spits.
Voor de zuidgevel, het perron, met gesmeed ijzeren tweekoppige adelaar.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Grote Markt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadhuis van Sint-Truiden [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/22733 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.