Eertijds zogenaamd "Den Struys". Diephuis van acht + vier traveeën en twee bouwlagen onder twee gelijklopende zadeldaken (Vlaamse pannen), circa 1510. In 1866 aanpassen rechthoekige muuropeningen en circa 1935 verplaatsen van korfboogdeur van zijgevel naar voorgevel. Twee verankerde trapgevels (8 treden + topstuk) van baksteen; gebruik van zandsteen voor hoekblokken, kraagstenen en korfboogdeur. Overkragende bovenbouw met Brugse travee type I; gekoppelde nissen met driepas- en spitsbogen. Drie kelderopeningen: twee betraliede met tudorboog en één beluikte.
Rechthoekige vensters met bewaarde afgeschuinde dagkanten, sporen van vroegere basissen en tussendorpels. 19de-eeuws houtwerk. Zijgevel afgelijnd door korfboogfries op kraagstenen doorbroken door getrapt dakvenster (3 treden + topstuk) met beluikte korfboogopening. Getraliede kelderopeningen in korfboognis. Geritmeerd door Brugse travee, type I; rechthoekige vensters met gekoppelde ontlastingsboogjes, op begane grond en tweede bouwlaag met strek.
Interieur. Links, kelder met korfbooggewelf van baksteen, rechts parallel aan de straat en met een massieve moerbalk. Eiken dakkap rechts met hanenbalken en telmerken.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 202/10407.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, 62/1866.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 28.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)