is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Stedelijk Conservatorium
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalige herenwoning van 1741 gebouwd in opdracht van Albert Claesman, schepen en burgemeester van het Brugse Vrije, in plaats van verschillende diephuizen, zie bewaarde kelders. Sinds 1886 conservatorium met bijhorende orgelzaal aan de Geerwijnstraat (nummer 6). Consoliderende restauratie van tuingevel en ingangspartij in 1987.
Complex gebouw van twee bouwlagen op onregelmatige plattegrond; binnenplaats met afgeronde hoeken afgescheiden van de straat door een beschilderde muur van natuursteen; typerende lisenen met Franse voegen en bekronende balustrade die oorspronkelijk onderbroken werd door een gebogen fronton boven de vroegere houten toegangspoort geflankeerd door gekoppelde Ionische pilasters op sokkel; de poort zelf is in 1851 vervangen door het huidige smeedijzeren hek; de toen eveneens aangebrachte siervazen op de postamenten zijn evenwel verdwenen.
Op straatmuur aansluitende lijstgevel (nummer 23) van vijf + drie traveeën en twee bouwlagen van de haakse linker vleugel onder leien schilddak uit de 19de eeuw, in 1851 voorzien van benedenvensters. Bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel met geblokte hoeklisenen en op arduinen plint. Rechthoekige vensters in vlakke arduinen omlijsting. Zijgevel: op begane grond imitatiebanden uitstralend boven de nu gedichte rondboogopeningen.
Rechts, nummer 25, op de binnenplaats een later ingebouwd gebouw - het voormalig koetshuis -, in 1947 tot woonhuis omgevormd, waardoor de voorgevel van het hoofdgebouw gedeeltelijk verborgen wordt. Deze gebogen voorgevel telt vijf traveeën waarvan de middelste drie geflankeerd zijn door twee gebogen hoekrisalieten tussen imitatiebanden en geblokte lisenen. Tuingevel opgetrokken uit kalkzandsteen met steenhouwersmerken uit het tweede-derde kwart van de 18de eeuw te identificeren met M. Monnoye en H. Poliart (?) (Arquennes en Feluy). Sterk symmetrische opgebouwde U-vormige lijstgevel waarvan de twee bouwlagen worden belijnd door een kordon en de hoeken telkens worden gemarkeerd door geblokte banden; zeven middentraveeën gekantonneerd door de licht uitspringende zijvleugels van één travee diep en respectievelijk twee en drie traveeën breed voorzien van rondboognissen met gebeeldhouwde putti die een cartouche dragen waarop oorspronkelijk het wapenschild van de bouwheer was uitgebeeld. Centrale ingangspartij met rondboogvensters en -deur is beklemtoond door arduinen omlijsting geritmeerd door Ionische zuilen. Tussen rechthoekige vensters licht verdiepte panelen met een dubbele omlijsting tussen de rechthoekige vensters; kleine roedeverdeling volgens 18de-eeuws patroon. Recentere dakkapellen.
Interieur. Oorspronkelijk drie afzonderlijke kelders; graatgewelven met gordelbogen steunend op lage natuurstenen halfzuil met zeshoekig kapiteel; graatgewelven met Doornikse zuil op vierhoekige basis met zeshoekige sokkel en kaarsnis met mijterboog; kelder met tongewelf. Trappenhuis verlicht door middel van groot rond bovenlicht voorzien van stervormige roedeverdeling. Eikenhouten slingertrap uit het tweede kwart van de 18de eeuw met sterk uitgewerkte volutevorm als trappaal aanzettend op drie zwartmarmeren treden. Rechte leuning tegen de muren zijn met paneelwerk versierd. Witte- en zwartmarmeren bevloering. Vleugeldeuren bekroond door 19de-eeuws stucwerk voorstellend twee putti met bloemenkorven. Aansluitend bij het trappenhuis enfilade van 18de-eeuwse salons. In het centrale salon, ritmerende pilasters en zuilen met composiete kapitelen; stucplafonds met klassieke lijst voorzien van volutes. Rechts de vroegere eetkamer: fraai gesculptureerde witmarmeren schouw; wanden vermoedelijk oorspronkelijk voorzien van een bespanning of van schilderijen boven de lage plintlambrisering.
In zuidelijke hoek huiskapel op rechthoekig grondplan met afgeronde hoeken en halfrond koor; rijk gedecoreerd rococostucplafond met rozetten en zwaar geprofileerde kroonlijst. Zogenaamd "Ryelandtkamer" aan tuinzijde met kamerhoge eikenhouten lambrisering met onderaan een sokkelgeleding en bovenaan sierornamenten in Lodewijk XV-stijl; witbepleisterde zoldering met kooflijst; schouw van grijze marmer en schouwboezem met stucwerk; eikenhouten vleugeldeuren met oorspronkelijk hang- en sluitwerk. Rechts van de kapel, salon met witmarmeren empire-schouw en tussen twee vensters penant versierd met stucwerk tuingerief voorstellend. Enkele bewaarde marmeren schouwen op de bovenverdieping.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Jakobsstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29667 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.