is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse bunker
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hollandstellung: deel Oost-Vlaanderen
Deze vaststelling was geldig van tot
Betonnen militaire post in tuin bij Ledestraat 42. Deze voormalige hoeve is nu ingericht als heemkundig museum, het Bardelaremuseum. De bunker is ontsloten en verschillende informatiedragers en museumstukken verschaffen meer uitleg.
Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.
Volgens een legerbevel van 12 september 1916 diende de Hollandstellung tussen Moerhuize en Vrasene te bestaan uit een Vorstellung en een Hauptstellung. Het tracé van beide stellingen stond in nauw verband met zones, die moerassig konden worden gemaakt (zogenaamde Sumpfgebiete). Alle wegen en kruispunten moesten met mitrailleurvuur gedekt kunnen worden.
Tussen Strobrugge en het kanaal Gent-Zeehaven ontdubbelde de hoofdstelling in twee verdedigingslijnen. De eerste lijn van de hoofdverdedigingslinie liep vanaf Celie over Boterhoek en Waai, ten noorden van Lembeke en Oosteeklo via Ertvelde tot Rieme. De overgebleven bunkers kennen min of meer hetzelfde ontwerp.
Op anderhalve à drie kilometer lag de tweede verdedigingslijn. Deze splitste ter hoogte van Celie af van de eerste lijn, liep iets ten zuiden van Balgerhoeke, langs de voormalige spoorlijn 58 ten westen van Eeklo richting Oostveldstraat en Antwerpse Heirweg tot Heide ten zuiden van Lembeke en Oosteeklo, via Tervenen tot Kluizen en Doornzele bij het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze verdedigingslijn was dicht bezaaid met bunkers, die in bepaalde zones op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar waren gepositioneerd.
Deze bunker maakte deel uit van deze tweede verdedigingslijn. In 1921 werden er in Lembeke 41 Duitse bunkers geregistreerd. In 2015 zijn er slechts 17 bunkers teruggevonden.
De bunkers tussen Rapenbrug (Maldegem) en Vrasene (Beveren) werden opgetrokken vanaf de winter van 1916-1917. Ze werden bijna allen opgetrokken aan de hand van betonstenen met holtes, waarin wapeningsijzers gestoken konden worden om de betonstenen met elkaar te verankeren. Met deze betonstenen konden als het ware spouwmuren opgetrokken worden, waartussen nog eens beton gegoten werd. Het is niet duidelijk of alle muren op deze manier zijn opgetrokken. Wellicht is voor de bouw met betonstenen gekozen, omdat dit een snellere en gemakkelijker manier van bouwen was. Er werd veel aandacht besteed aan de camouflage van bunkers.
De opening in de noordwestelijke hoek zou bedoeld zijn als observatie-opening.
Veel bunkers van de 'Hollandstellung' werden als huis gecamoufleerd, door er een vals dak op te plaatsen en de muren te beschilderen met baksteenmotief, met suggestie van vensters en deuren. De vierkante uitsparingen op het dak en de verfsporen wijzen op dergelijke camouflage.
Deze constructie zou in mei 1940 gebruikt zijn als schuilplaats voor vluchtende burgers.
Betonnen militaire constructie met een rechthoekig grondplan van 9 op 7 meter. De constructie is opgetrokken aan de hand van betonstenen. Het betonnen plafond is gegoten op houten latten, die tussen de stalen profielen steken (nog houtrestanten bewaard). Op de buitenmuren zijn verfsporen terug te vinden. Aan de voorzijde van de bunker zijn de vermeende oorspronkelijke beschilderingen in baksteenmotief nagebootst, met suggestie van venster en deur. Aan zuidoostelijke zijde kan het dak bereikt worden via een betonnen trap en luifel. Op het dak is een nieuwe borstwering aangebracht, naar verluidt op de plaats waar een oorspronkelijke, maar afgebroken borstwering zat van 3,6 op 2,8 meter, met een dikte van 0,8 meter. Op het dak zouden er 13 vierkante uitsparingen zitten van 9 centimeter breed en 10 centimeter diep.
Twee toegangen van één meter breedte aan zuidoostelijke (nu dichtgemaakt) en zuidwestelijke zijde vormen de uiteinden van een geknikte gang. In de afgebakende loopvlakken ter hoogte van de toegangen zit telkens een zinkputje. Ter hoogte van de deuropeningen zijn ijzeren deurelementen bewaard. In de gang is een nis uitgespaard. Via de gang kan de binnenruimte van 3,65 op 3 meter bereikt worden. In de noordwestelijke hoek van de bunkerkamer zit een opening van 0,50 op 0,20 meter doorheen de twee meter dikke muur, die naar het midden toe versmalt. In de zuidwestelijke binnenmuur steken ijzeren haken. In een voeg zijn de initialen ‘C.V.D.’ aangebracht. In het plafond zitten twee vierkante openingen van 0,2 meter.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hollandstellung
Is gerelateerd aan
Hoeve met losse bestanddelen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301072 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.