Meergezinswoning in beaux-artsstijl op de hoek van Grotesteenweg en Theophiel Roucourtstraat, gebouwd in opdracht van de heer G. Nellens, als onderdeel van een vastgoedproject waartoe ook het aanpalende Posterijen- en Telegraafkantoor in de Theophiel Roucourtstraat behoorde. De architect Léon Heutz tekende in 1911 het ontwerp van beide panden.
In Antwerpen actief als architect van omstreeks 1905 tot eind jaren 1950, liet Léon Heutz een bescheiden en veeleer conventioneel oeuvre na. Het vastgoedproject Nellens behoort tot zijn vroegste realisaties. In de latere jaren 1920 paste hij naast de klassieke beaux-artsstijl ook een gematigde art deco toe, waarvan zijn eigen woning uit 1927 aan de Doornelei een voorbeeld is. Tot zijn meest opmerkelijke realisaties uit deze periode behoort het appartementsgebouw "Bon Gite" op de hoek van Belgiëlei en Lange Leemstraat.
Met een gevelbreedte van negen traveeën omvat het hoekpand vier bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de pui, het balkon, waterlijsten, hoekblokken, lateien, lekdrempels en reliëfs, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door waterlijsten beantwoordt de opstand aan een drieledig schema, opgebouwd uit de geblokte pui, de door pilasters geritmeerde hoofdverdieping, en de bovenste twee verdiepingen in kolossale orde. De door regelmaat beheerste compositie legt de klemtoon op de afgeschuinde hoektravee met het winkelportaal, die wordt gemarkeerd door een balkon met consoles en balustrade, en bekroond door een gebogen fronton. Verder bestaat de opstand uit registers van rechthoekige winkelramen en vensters op begane grond en eerste twee verdiepingen, en rondboogvensters in de topgeleding, met achtereenvolgens een balustrade, een gietijzeren borstwering of een onderdorpel. De eerste travee links met het privé-portaal tekent zich af als traphal; een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, met een bogenlijst als architraaf, reliëfs met een decor van medaillons in de fries en een houten kroonlijst met klossen en tandlijst op consoles. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en bovenvensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper.
Volgens de bouwplannen bood de begane grond oorspronkelijk ruimte aan een winkel met magazijn en keuken, die op de eerste verdieping over twee slaapkamers beschikte met eigen trappenhuis. Verder bestond deze verdieping uit een appartement met salon, keuken en drie slaapkamers. De plattegronden van de twee hogere verdiepingen, vermoedelijk met één of opgedeeld in twee flats, ontbreken in het bouwdossier.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 956#3206.